In Nederland zijn op dit moment nog zo’n 5000 mensen voor wie de Nederlandse gebarentaal (NGT) hun eerste taal is. Daarnaast zijn er zo’n 15.000 mensen voor wie NGT de tweede taal is: denk aan horende familieleden, tolken, mensen die werken met doven. Nu er steeds geavanceerdere gehoorapparaten op de markt komen, neemt het aantal ‘native speakers’ van – niet alleen de Nederlandse – gebarentaal af. Voor taalkundigen die deze bijzondere taal willen bestuderen, is het daarom vijf voor twaalf: ze moeten nú zo veel mogelijk materiaal verzamelen.
Transcriberen
Het verzamelen van gebarentaal is de afgelopen jaren, door de ontwikkelingen in het filmen en opslaan van digitale beelden, een stuk gemakkelijker geworden. Lastig is echter weer wel dat er verschillende manieren zijn om gebarentaal te transcriberen. Mede daarom is het extra belangrijk om zo veel mogelijk filmmateriaal te verzamelen, vanuit verschillende hoeken gefilmd ook: transcriptieverschillen kunnen op die manier worden ondervangen.
Corpus Nederlandse Gebarentaal
Binnen het Centre for Language Studies van de Radboud Universiteit Nijmegen doen Onno Crasborn, Inge Zwitserlood, Johan Ros en Els van der Kooij onderzoek naar gebarentaal. Momenteel zijn zij bezig met het aanleggen van een groot Corpus Nederlandse Gebarentaal. Voor dit project hebben zij van NWO een investeringssubsidie toegekend gekregen voor de duur van 24 maanden. Hun budget is ruim een kwart miljoen en het project loopt nog tot medio 2008.
Het Corpus Nederlandse Gebarentaal zal tegen die tijd plusminus 75 uur aan videomateriaal bevatten, met Nederlandse vertaling, dat van nut kan zijn voor zowel onderzoekers (taalkunde, sociale wetenschappen) als voor leken (bijvoorbeeld ouders die een dove baby krijgen en snel gebarentaal moeten leren). Aan de hand van het verzamelde materiaal willen de Nijmeegse taalkundigen zelf de grammatica van de Nederlandse gebarentaal bestuderen; de sociolinguïstische variatie; de fonetische variatie en taalverandering.
Data delen in internationaal verband
Het Corpus Nederlandse Gebarentaal wordt (gaandeweg vanaf medio 2007 ) via internet toegankelijk gemaakt voor andere onderzoekers, elders in de wereld. Dat kan interessant zijn voor taalvergelijkingsstudies. Zeker gezien de moeite die het kost om een dataverzameling als deze aan te leggen, is zo’n ‘open access’ bijzonder prettig.
Voor de Nijmeegse onderzoekers spreekt het vanzelf dat zij hun data delen met anderen. Ze hebben er ook al langer ervaring mee: twee jaar geleden nog werkten zij in het zogenaamde ECHO-project mee aan een internationale openbare gebarentaalverzameling.
Nijmegen en taalcorpora
Dat het Corpus Nederlandse Gebarentaal wordt aangelegd aan de Radboud Universiteit Nijmegen is allerminst toeval; het feit dat hier ook het Corpus Gesproken Nederlands is en het Corpus Geschreven Nederlands wordt aangelegd, speelt zeker een rol. Mensen voor wie de Nederlandse gebarentaal hun eerste taal is, en die mee willen werken aan het Corpus Nederlandse gebarentaal, kunnen contact opnemen met Onno Crasborn: [email protected]
Bronvermelding
De filmpjes in deze tekst zijn afkomstig van de Radboud Universiteit Nijmegen. (Van alle filmpjes zijn vertalingen beschikbaar in het Engels en Nederlands via de speciale annotatiesoftware ELAN; daarvoor dient ook het annotatiebestand gedownload te worden, zie het overzicht op de website van het ECHO corpus, ECHO corpus.)
zie ook:
- Gebarentaalonderzoek Radboud Universiteit
- Nederlandse, Zweedse en Engelse gebarentaalfilmpjes
- Corpus Gesproken Nederlands
- Doof (Kennislinkdossier)
- Kennismaking met Nederlandse Gebarentaal (Kennislinkartikel)
- Gebarentaal in Ghanees ‘dovendorp’ (Kennislinkartikel)