Normaal beton heeft een lage weerstand tegen trekspanning: het scheurt makkelijk als er aan getrokken wordt. In normale betonconstructies wordt dat opgelost met stalen wapening, een skelet van metalen draden door het beton. Bij de Sectie Betonconstructies en bij het Micromechanisch laboratorium van de TU Delft ontwikkelde Ivan Markoviæ een andere oplossing.

Markoviæ verzon een innovatieve betonsoort: hybride vezelbeton, HVB, waarbij zowel de treksterkte als de ductiliteit (mogelijkheid om te vervormen zonder te scheuren) aanzienlijk zijn verbeterd. Het vernieuwende is dat korte (13 mm) én lange staalvezels (60mm) samen zijn gebruikt in één betonmengsel. Markoviæ: ‘De lange vezels zorgen voor een hogere ductiliteit en de korte vezels zorgen voor een hogere treksterkte.’ De staalvezels nemen in het beton een volumepercentage van 1,5 tot 2 procent in.
Fabricage van hybride vezelbeton is duurder dan die van gewapend beton, maar de investering verdient zich ruimschoots terug. HVB is namelijk lichter dan gewapend beton, waardoor bijvoorbeeld transportkosten lager uitvallen.
Volgens Markoviæ kan hoogwaardig hybride vezelbeton zonder noemenswaardige problemen in de praktijk worden ingezet. ‘Wel moet er nog meer onderzoek komen naar de duurzaamheid van dit type beton. Ook moet de kwaliteitscontrole worden aangepast en uitgebreid.’ Markoviæ verwacht binnen drie tot vijf jaar de eerste concrete resultaten te zien van hybride vezelbeton. Toepassingen liggen vooral in de prefab industrie, zowel in de utiliteitsbouw als in de constructieve waterbouw.
Dit artikel is een bewerking van een persbericht van de TU Delft.