Je leest:

Verslaafde rat maakt eigen kroost gevoeliger voor verslaving

Verslaafde rat maakt eigen kroost gevoeliger voor verslaving

Welke factoren bepalen of iemand verslaafd raakt? Zijn het vooral de genen of leggen stressvolle, moeilijke levensomstandigheden meer gewicht in de schaal? Farmacoloog Elizabeth van der Kam van het UMC St Radboud heeft door onderzoek bij ratten die beide factoren uit elkaar getrokken. Ze gebruikte daarvoor een rattenstam met twee verschillende typen: een die genetisch erg gevoelig is voor verslaving en een die vrij ongevoelig is.

Van der Kam trekt op basis van haar onderzoek verschillende conclusies: genetische vatbaarheid voor een hoge inname van verslavende middelen is een belangrijke factor, maar zeker niet allesbepalend. In stressvolle situaties gebruiken verslavingsongevoelige ratten juist méér alcohol of cocaïne dan hun verslavingsgevoelige soortgenoten. Levensomstandigheden zijn dus net zo belangrijk als een bepaalde genetische aanleg.

Sekseverschillen

Ook situaties vóór de geboorte kunnen de verslavingsgevoeligheid beïnvloeden. Zwangere ratten die cocaïne gebruiken krijgen nakomelingen die gevoeliger zijn voor een hoge inname, constateerde Van der Kam. Ook tussen man en vrouw zag ze verschillen in gevoeligheid: ongestresste vrouwtjes gebruiken bijvoorbeeld sneller en meer cocaïne dan ongestresste mannetjes. Omdat vrijwel al het verslavingsonderzoek wordt uitgevoerd met mannelijke proefdieren moet er volgens Van der Kam veel meer aandacht komen voor de sekseverschillen in (dierlijk) verslavingsonderzoek.

Deze resultaten hebben volgens Van der Kam belangrijke gevolgen voor de behandeling: “Momenteel bestaan slechts enkele behandelmethoden voor verslaafden. De effectiviteit is echter twijfelachtig omdat de behandeling niet altijd is toegespitst op de factoren die bij de betreffende persoon tot de verslaving hebben geleid. We moeten veel sterker inzoomen op de persoonlijke geschiedenis en levensomstandigheden van een drugsverslaafde om daarmee de behandeling te individualiseren.”

Zie ook:

Dit artikel is een publicatie van Radboud Universiteit Nijmegen.
© Radboud Universiteit Nijmegen, alle rechten voorbehouden
Dit artikel publiceerde NEMO Kennislink op 02 februari 2006
NEMO Kennislink nieuwsbrief
Ontvang elke week onze nieuwsbrief met het laatste nieuws uit de wetenschap.