UvA-onderzoeker Jelle Zuidema heeft dit voorjaar een Veni-beurs in de wacht gesleept. Daarmee gaat hij onderzoek doen naar de verschillende manieren waarop mens en dier taal aanleren. Met een geavanceerd computerprogramma vergelijkt hij spraak van kinderen, volwassenen, maar ook van vogels en walvissen.
Mensen en apen
Kinderen blijken ongelooflijk goed te zijn in het aanleren van een taal. “Dat komt doordat ze heel goed in staat zijn patronen te ontdekken in gesproken taal maar ook bijvoorbeeld in muziek”, legt Jelle Zuidema uit. Uit onderzoek bij apen bleek dat zij wel eenvoudige patronen konden ontdekken in gesproken taaluitingen, maar geen ingewikkelde structuren, zoals zinnen die ingebed zijn in andere zinnen. Zuidema promoveerde in 2005 in Edinburgh en vertelt enthousiast over het onderzoek dat hij de komende jaren gaat uitvoeren met zijn Veni-beurs. “Mijn onderzoek sluit aan op een lange zoektocht van wetenschappers naar wat de menselijke taal uniek maakt”.
Foto: Ape Language Studies
Nieuwe methode
Door de jaren heen hebben talloze wetenschappers lijstjes opgesteld met kenmerken die uniek zouden zijn voor menselijke taal. Maar de meeste van die kenmerken zijn inmiddels weerlegd, vertelt Zuidema: “Zo wordt er vaak beweerd dat de mens als enige soort in staat is om te communiceren over dingen die niet in het hier en nu plaatsvinden. Een tegenvoorbeeld is al te vinden bij bijen. Bijen kunnen elkaar namelijk haarfijn de weg wijzen naar een nieuwe voedselbron”. Probleem bij dit soort onderzoek was in het verleden dat biologen en taalkundigen nauwelijks op de hoogte waren van elkaars bevindingen. In zijn onderzoek wil Zuidema inzichten uit de biologie en de taalkunde samen laten komen: “Mijn onderzoek is daarom eigenlijk een stapje terug”.
Vinkenzang
Daarbij worden de modernste computertechnieken niet geschuwd. “Wij werken met computerprogramma’s die patronen kunnen ontdekken in verschillende taaluitingen”. Er wordt bijvoorbeeld gebruik gemaakt van een database uit Leiden met 60.000 opnames van vinkenzang. De computer stelt aan de hand van statistieken vast welke grammaticale regels er ten grondslag liggen aan de vinkenzang. Zuidema hoopt dat hij ook gebruik kan maken van opnames van walvissen. Deze zijn in de jaren ’70 in Amerika gemaakt en waren van slechte kwaliteit, maar zijn onlangs weer toegankelijk gemaakt voor onderzoek.
Relatief verschil
Wat verwacht Zuidema van zijn onderzoek? Zal hij straks een antwoord kunnen geven op de vraag of dieren net als mensen over een grammatica kunnen beschikken? Volgens de onderzoeker is dit geen vraag die je zomaar met ja of nee kunt beantwoorden: “Het verschil tussen mens en dier is toch vooral relatief. Omdat apen minder goed zijn in het herkennen van patronen dan mensen, zijn zij niet in staat om een taal met een grammatica te leren en door te geven aan de volgende generatie. Zo hebben kleine verschillen in het leergedrag van mens en dier uiteindelijk radicale gevolgen”.
zie ook:
- De taal van dieren: vogelzang en bijendans (Kennislinkartikel)
- Vogelzang en menselijke spraak (Kennislinkartikel)
- De taal van vogels (Kennislinkartikel)
- Bultruggen beschikken over grammatica (Kennislinkartikel)
- Bijendans wijst de weg (Kennislinkartikel)