Je leest:

Verouderd verstand

Verouderd verstand

Auteur: | 3 september 2007

De ouderdom komt met gebreken. Als je ouder wordt, gaan je hersenen achteruit, en daarmee bepaalde verstandelijke vaardigheden. Ouderen kunnen bijvoorbeeld minder makkelijk leren en zich niet meer zo goed aanpassen aan veranderende omstandigheden. Maar er zijn trucs om die achteruitgang af te remmen of te compenseren, weet prof. dr. Richard Ridderinkhof, hoogleraar Neurocognitieve ontwikkeling en veroudering aan de Universiteit van Amsterdam. In het SeniorLAB onderzoekt hij de mogelijkheden van het verouderende brein.

‘Het is geen leuke boodschap, maar veroudering is achteruitgang’, zegt prof. dr. Richard Ridderinkhof. Niet alleen het lichaam, ook de hersenen gaan op allerlei niveaus achteruit: cellen sterven af, verbindingen tussen hersengebieden verdwijnen of worden minder efficiënt, de hoeveelheid neurotransmitters (moleculen die signalen tussen hersengebieden doorgeven) neemt af.

Compensatiedrang

Daar staat tegenover dat de hersenen dat ook in grote mate kunnen compenseren. Als een bepaald gebied uitvalt, kunnen andere delen dat goed maken door de taken van dat gebied over te nemen. Daar waar ouderen het met het uitvoeren van bepaalde taken moeilijker krijgen, gaan ze andere hersengebieden inschakelen. Ridderinkhof: ‘Misschien kost het wel meer energie, maar ze kunnen op die manier wel functioneren.’ Onderzoeksassistent Tineke van der Linde vult aan: ‘En hoe meer je compenseert, hoe minder de hersenen achteruit gaan. Het is dus belangrijk om zowel lichamelijk als geestelijk actief te blijven.’

Richard Ridderinkhof (foto: Dirk Gillissen)

‘Wij kijken, bijvoorbeeld met behulp van scans, welke gebieden in de hersenen achteruit gaan’, vertelt Ridderinkhof. ‘Van daaruit kun je beter begrijpen welke cognitieve (dit wil zeggen: verstandelijke) vaardigheden minder worden.’ Het verouderingsonderzoek vindt plaats binnen SeniorLAB, onderdeel van de onderzoeksgroep Acacia (Amsterdam centre for the study of adaptive control in brain and behaviour) van de Universiteit van Amsterdam, die onder leiding staat van Ridderinkhof. De groep doet onderzoek naar neurocognitieve veroudering bij gezonde mensen. Dat wil zeggen: wat verandert er in je hersenen en in je gedrag als je ouder wordt? ’

Alternatieve routeplanner

Ouderen hebben meer moeite met taken die een beroep doen op het controleren van je denkprocessen. ‘Dat zijn hele basale dingen’, aldus Ridderinkhof, ‘zoals je aandacht verdelen over verschillende dingen, of je aanpassen aan veranderende omstandigheden. Een proefpersoon vertelde me bijvoorbeeld eens dat hij altijd een bepaalde route reed, totdat op een dag de weg was opgebroken. Hij wist niet direct hoe hij dat moest oplossen, hij moest er echt even voor gaan zitten. De flexibiliteit en creativiteit die je daarvoor nodig hebt, wordt minder. Wij testen dat met taakjes waarbij mensen snel moeten switchen.’

Een ander project dat op dit moment loopt binnen SeniorLAB, is onderzoek naar impulscontrole: in hoeverre je in staat bent om bepaalde impulsen te controleren. Een bekende laboratoriumsituatie is de Stroop-taak: je ziet bijvoorbeeld het woord ‘blauw’, maar de letters zijn geel van kleur. Het benoemen van de inktkleur gaat sneller als het woord en de kleur hetzelfde zijn. Als je de inktkleur (geel) moet noemen terwijl er het woord ‘blauw’ staat, ben je geneigd blauw te zeggen. We zijn zo gewend om te lezen dat je meteen de kleur noemt die je leest. Dat is moeilijk te onderdrukken. Ridderinkhof: ‘Wij onderzoeken of ouderen daar meer moeite mee hebben. We ontdekken nu dat dat wel meevalt en dat het erg contextafhankelijk is. Vervolgens ga je verder met onderzoeken wat die context dan is en hoe je het kan onderdrukken.’

Bij de Stroop-taak moet je de kleur van de inkt noemen, zonder in de war te raken door het woord zelf. Een correcte opsomming zou hier dus zijn: blauw, geel, rood, groen en zwart

Lachen is gezond

Ook bepaalde vormen van leren worden moeilijker. ‘Je kunt iets leren doordat iemand het jou uitlegt, maar een andere vorm van leren is op basis van feedback: door iets uit te proberen krijg je informatie over het feit of je het goed of fout hebt gedaan. Trial and error genaamd.. Dat geldt bijvoorbeeld voor surfen op internet. Het meeste is een kwestie van klikken en uitproberen. De feedback is wat er gebeurt: krijg je wat je wil of komt er iets anders uit? Wat werkt wel, wat werkt niet? Bij die vorm van leren gebruik je de neurotransmitter dopamine. En die gaat hard achteruit als je ouder wordt. Alle mentale functies die afhankelijk zijn van dopamine, worden slechter.’

Een deel van het SeniorLAB-onderzoek bestaat uit het uitzoeken welke trucs je kunt toepassen om deze effecten te compenseren of te omzeilen. Een voorbeeld is het ‘positieve affect’. Ridderinkhof: ‘Als je een positieve gemoedstoestand hebt, bijvoorbeeld na het zien van een grappig filmpje, geeft dat een boost aan je dopaminesysteem. Net als koffie.’ Van der Linde: ‘Lachen is gezond, dat weet iedereen. Maar gebeurt er in de hersenen ook iets in de gebieden waarvan je het verwacht? Het leggen van die verbanden door middel van wetenschappelijk onderzoek duurt jaren.’

Glas wijn

‘Het onderzoek naar cognitieve ontwikkeling van kinderen en jongeren is bijna niet bij te houden, maar de kennis over ouderen is erg achtergebleven’, zegt Ridderinkhof. ‘Een van de redenen daarvoor is dat ouderen onderling zoveel verschillen. De ene oudere is de andere niet. Wat beleving, stemming en intellectuele vaardigheden betreft, maar ook in hoe de hersenen ervoor staan, zijn de individuele verschillen erg groot. Er zijn bij wijze van spreken 90-jarigen die de cognitieve vaardigheden hebben van een 50-jarige, maar ook 50-jarigen die wel 90 lijken. Soms zijn de verschillen tussen de ouderen onderling groter dan die tussen ouderen en jongeren. Wij kunnen dus nooit beloven dat als jij in een goede stemming bent, je ook beter leert. We kunnen dat alleen over de groep in het algemeen zeggen.’

Je levenstijl bepaalt mede of je brein snel verouderd of niet

‘Er is nog weinig bekend over de oorzaken van die grote verschillen’, aldus Ridderinkhof. ‘Wel weten we iets over fitheid en over levensstijl. Je staat er vaak beter voor als je relaxed in het leven staat en niet te veel drastische gebeurtenissen hebt meegemaakt, zoals het overlijden van je partner of een ernstige ziekte, als je het je kan veroorloven een goed glas wijn bij de maaltijd te drinken en als je veel vis eet. Al die factoren kunnen ertoe bijdragen dat je minder effect ondervindt van het ouder worden.’

Hersenkiekjes

Maar om vast te kunnen stellen waarom het brein van ouderen onderling zo verschilt, moet je weten hoe de hersengebieden functioneren en hoe ze er anatomisch voorstaan. Hierbij maken ze in het SeniorLAB onder andere gebruik van EEG , een Elektro-EncefaloGram, waarmee de elektrische activiteit van de hersenen wordt geregistreerd. Ook gebruiken ze fMRI. Dit is een scanner waarmee, door middel van magnetisme, foto’s van de hersenen worden gemaakt. Deze scans geven enerzijds een anatomisch beeld van de hersenen: neemt het volume af, hoe sterk zijn de verbindingen? Maar ook kun je zien wat de activiteit is van een bepaald hersengebied op het moment dat iemand een bepaalde taak uitvoert. Dan kun je zeggen: ouderen zijn minder goed in die taak omdat dat hersengebied het minder goed doet.

Een andere techniek is Transcraniale Magnetische Stimulatie (TMS), waarbij je heel kort, enkele miliseconden, een magnetische puls via de buitenkant van het hoofd op een gekozen hersengebied richt. Deze puls beïnvloedt dan de activiteit in dat onderliggende gebied. ‘Daarmee kan je een bepaald deel van de hersenen activeren terwijl de proefpersoon een taakje uitvoert, en kijken wat er gebeurt’, legt Ridderinkhof uit.

Richard Ridderinkhof demonstreert de TMS-techniek bij ‘proefpersoon’ Tineke van der Linde (foto: Dirk Gillissen)

Anti-Aging industrie

Naast het doen van onderzoek heeft SeniorLAB een tweede doelstelling: het bieden van populair-wetenschappelijke informatie over neurocognitieve veroudering aan belangstellenden. Ridderinkhof merkt dat er in de maatschappij behoefte is aan meer kennis over wat er verandert in je hersenen als je ouder wordt. ‘De ouderdom komt met gebreken, dat is een feit, maar wij onderzoeken ook hoe je die gebreken eventueel kunt omzeilen. Wij kunnen bijdragen aan de kennisoverdracht over dit onderwerp. Je maakt dan wel eerst een vertaalslag, want als je puur wetenschappelijke taal gebruikt, komt het niet over.’

‘De berichtgeving over dit onderwerp in de media is schaars en vaak selectief. Soms is de informatie ingegeven door de farmaceutische industrie. Met name in de anti aging-industrie, zoals dat wordt genoemd, gaan vele miljoenen om aan pillen, poeders en therapieën. Ik wil niet zeggen dat het allemaal bagger is, maar het is niet allemaal even wetenschappelijk verantwoord. Informatie in de media is niet altijd fout, maar vaak wat gekleurd. Het is nuttig dat wij dat wat kunnen nuanceren. Ik vind ook dat je als wetenschapper je verantwoordelijkheid moet nemen; het onderzoek dat wij uitvoeren gebeurt met gemeenschapsgeld en je moet laten zien wat je daarmee doet’, besluit Ridderinkhof.

Het seniorLAB is onderdeel van de"Universiteit van Amsterdam":http://www.uva.nl.

Dit artikel is een publicatie van Universiteit van Amsterdam (UvA).
© Universiteit van Amsterdam (UvA), alle rechten voorbehouden
Dit artikel publiceerde NEMO Kennislink op 03 september 2007
NEMO Kennislink nieuwsbrief
Ontvang elke week onze nieuwsbrief met het laatste nieuws uit de wetenschap.