Koraal vertoont risicospreidend gedrag. Rifkoralen beschermen zich tegen veranderende omstandigheden door met verschillende endosymbionten een symbiose aan te gaan. Dat denkt Jos Mieog, promovendus aan de Rijksuniversiteit Groningen. Hij dook op het Great Barrier Reef in Australië zelf zijn monsters op, en toonde aan dat koralen meestal meer dan één type symbiotische alg bevatten. Voorheen werd gedacht dat een koraal slechts bij uitzondering met verschillende algen samenleefde. Zijn recente artikel in Coral Reefs kreeg zoveel aandacht van Australische onderzoekers en natuurbeschermers dat de uitgever het nu vrij toegankelijk heeft gemaakt.
Endosymbiose is een delicate vorm van samenleven van twee organismen, waarbij de kleinere soort in de cellen van de gastheer leeft. De algen leveren in dit geval energie uit hun fotosynthese aan het koraal, en krijgen in ruil daarvoor de bescherming van het leven in de cellen van het koraal.
Om de koralen te screenen op verschillende stammen van endosymbiotische algen, gebruikte Mieog een gevoelige genetische techniek. Alle onderzochte algen die in de koralen leven zijn van het genus Symbiodinium, en zijn op basis van hun DNA te verdelen in verschillende claden, groepen van soorten. Met real time PCR kon hij laten zien dat koralen niet alleen een dominante clade van Symbiodinium bevatten, maar dat op de achtergrond in 78 procent van de monsters ook een andere clade aantoonbaar is.
Hittebestendig
Het huisvesten van verschillende claden biedt het koraal de kans om met de alg samen te leven die op dat moment het meest van pas komt, denkt Mieog. ‘We weten dat jong koraal nog verschillende algen opneemt, waarvan dan één clade dominant wordt. Als het ouder wordt houdt het de voorkeur voor Symbiodinium van die clade. Als het koraal onder stress komt te staan, bijvoorbeeld door hoge zeewatertemperaturen, gooit het meer dan 90 procent van de algen eruit en wordt het bleek, het zogenaamde bleachen. Als deze bleaching niet te ernstig is kan een koraal herstellen, en soms is de nieuwe alg die in het koraal groeit van een andere clade. Wij denken dat de nieuwe dominante partner al op de achtergrond aanwezig was vóór de bleaching, en dat deze algen de symbiose overnemen omdat ze beter geadapteerd zijn aan een warmere zee.’
Mieog hoopt dat koraalriffen door deze symbiont shuffling beter bestand zullen zijn tegen klimaatverandering dan eerder werd gevreesd. ‘We weten dat algen van een bepaalde clade minder gevoelig zijn voor hogere zeewatertemperaturen. Dat we die algen nu op de achtergrond van veel koralen aantreffen betekent dat ze in potentie kunnen shuffelen. Het overstappen op relatief hittebestendige algen kan een voordelig effect hebben voor het koraal op de weerbaarheid tegen warmtestress. Maar het blijft een complex probleem: koralen die vooral deze algen bevatten, groeien veel langzamer.’