Naar de content

Vastgelegd nu het nog kan

Een ark vol bedreigde dieren in het Museon Den Haag

Joel Sartore

De helft van alle diersoorten op aarde is in 2100 mogelijk uitgestorven. Uit wanhoop om de wereldwijde achteruitgang van de biodiversiteit tot stilstand te brengen of op zijn minst te vertragen, startte National Geographic-fotograaf Joel Sartore zijn project ‘Photo Ark’, waarvan een deel in het Museon te zien is.

Koalamoeder met twee jongen, door Sartore gefotografeerd in Australia Zoo Wildlife Hospital.

Joel Sartore

Toen Joel Sartore acht jaar oud was, kreeg hij van zijn moeder een boek waarin een foto stond van Martha, de laatste levende trekduif. Ooit waren er vijf miljoen trekduiven, maar in 1914 was door ontbossing en jacht de soort teruggedrongen tot één exemplaar: Martha. Joel Sartore (55) zegt nu dat Martha de basis vormt voor Photo Ark.

Binnen dit project maakt Sartore studioportretten van twaalfduizend diersoorten. De teller staat na twaalf jaar fotograferen op zevenduizend. Zestig daarvan kun je tot en met 4 maart 2018 op groot formaat in het Museon bewonderen. Veel dieren in de tentoonstelling behoren tot de laatste van hun soort. Hun aantallen zijn te klein, en daarmee de genetische variatie te gering, om de soort nog in stand te houden. Vijfduizend andere portretten zijn in een video-animatie te zien. Om die allemaal te bekijken, moet je twee uur uittrekken.

Een vijf maanden oude mandril. Deze soort is buiten de mensapen, de grootste apensoort ter wereld.

Joel Sartore

Met elkaar verbonden

De tentoonstelling bevindt zich in de grote zaal van het Museon op de begane grond. De foto’s vallen meteen op, maar hebben helaas wel een klein hoekje van de vloer gekregen en krijgen daarmee niet de aandacht die ze verdienen. Het had wat mij betreft veel grootser aangepakt mogen worden.

De portretten zijn ontroerend. Of het nou een klein insect is, of een olifant, alle dieren zijn in de studio tegen een witte of zwarte achtergrond gefotografeerd en krijgen daarmee evenveel aandacht. Want uiteindelijk zijn alle soorten, ongeacht hun formaat, met elkaar verbonden. Elke levensvorm heeft zijn eigen functie en de wisselwerking van alle dieren met hun leefomgeving is essentieel voor de gezondheid van de planeet. Insecten bestuiven bloemen. Planten produceren zuurstof. Koralen bieden bescherming aan opgroeiende vissen. Ecosystemen zijn afhankelijk van dit soort organismen. Door krimpende leefgebieden, vervuiling en opwarming van de aarde, kan een soort uiteindelijk verdwijnen. De gevolgen daarvan kunnen enorm zijn. Het kan een domino-effect hebben binnen een ecosysteem waarbij de ene na de andere soort verdwijnt.

Vliegtuig

Natuurbeschermer Pat Rakes legt het in de tentoonstelling aan de hand van een vliegtuig uit. Stel je voor dat de wereld een vliegtuig is. Als deze boven de oceaan een klinknagel verliest, is er weinig aan de hand. Maar als dat er teveel worden, stort het vliegtuig neer. De klinknagel staat symbool voor soorten die misschien klein en onbelangrijk lijken, maar die net als grotere soorten een belangrijke rol in het ecosysteem kunnen vervullen. De klinknagel lijkt misschien een onbenullig onderdeeltje, net zoals dat je misschien denkt ‘wat maakt het uit als die ene plant of dat insect er straks niet meer is?’. Volgens Rakes kun je er dus nooit zomaar vanuit gaan dat er soorten zijn die er niet toedoen.

Anne van Kessel voor Nemo Kennislink via CC BY-NC-ND 2.0

Bij iedere foto wordt de International Union for Conservation of Nature (IUCN) status vermeld, en of de populatie van de soort stijgend of dalend is. Het IUCN is de oudste en grootste internationale milieuorganisatie en onderzoekt met behulp van duizenden wetenschappers over de wereld het risico op uitsterven van soorten. Iedere vier jaar publiceren ze een update van hun ‘rode lijst’ die de status van een diersoort vermeldt. Momenteel staan daar 22.000 soorten op die met uitsterven worden bedreigd. Van vlinders tot berggorilla’s. Enkele karakteristieke soorten krijgen de kans via broedprogramma’s hun comeback te maken, maar voor het merendeel van de soorten is nauwelijks aandacht. Dat was ook een van de redenen voor Sartore om met dit omvangrijke fotoproject te beginnen.

Omdat er weinig middelen worden ingezet om vast te stellen of een soort daadwerkelijk uitgestorven is, kan het jaren duren voordat dit officieel wordt vastgesteld. Des te belangrijker is om soorten op tijd te erkennen als ‘bedreigd’ of ‘ernstig bedreigd’.

Het grijpstaartstekelvarken leeft in Zuid-Amerika.

Joel Sartore

Gesloopte set

Jammer is dat er bij de foto’s niet vermeld staat of deze soort nog in het wild te vinden is, en zo ja in welk land. Naast de foto’s zijn er verschillende panelen te vinden met informatie over de IUCN, het nemen van de foto’s en de gevolgen voor het ecosysteem als een soort verdwijnt. Deze vormen een heel mooie toevoeging aan de tentoonstelling.

Een deel van de tentoonstelling laat opgezette dieren zien waarvan sommigen al uitgestorven zijn.

Anne van Kessel voor Nemo Kennislink via CC BY-NC-ND 2.0

Zo staat op een van de panelen vermeldt hoe dat nou gaat, het fotograferen van allerlei soorten dieren. Om de impact op de dieren zo klein mogelijk te houden, wil Sartore de dieren in een paar minuten op beeld hebben staan. Daarom is een goede voorbereiding vereist. Voor de kleine dieren gebruikt Sartore een stoffen tent waarin de dieren goed uitkomen en tot rust komen. Voor de grote beesten als apen en olifanten bouwt en schildert hij panelen. De fotograaf zegt een snelle opruimer te zijn geworden, want het komt nog weleens voor dat een dier de blinkende set onder poept. Of dat een chimpansee de set totaal sloopt.

Opgezette dieren

In de tentoonstelling zijn ook enkele opgezette dieren te zien uit de collectie van het Museon. Ook deze zijn in verschillende categorieën opgedeeld zoals ‘bedreigd’ en ‘uitgestorven’. Dat het hier om echte exemplaren gaat, maakt het voor de bezoeker extra confronterend vanwege het effect dat we als mens op andere soorten hebben. Zo staat er een prachtige galapagosreuzenschildpad, een dier dat is uitgestorven, nadat het laatste exemplaar in gevangenschap in 2012 zijn laatste adem uitblies. De dieren kregen het zwaar nadat mensen geiten introduceerden die de eilanden kaal vraten. Ook brachten de schepen ratten mee, die het zowel op de schildpadeieren als de jonge exemplaren hadden voorzien. Er zijn nog enkele nauw verwante reuzeschildpaddensoorten op de Galapagoseilanden in leven. Natuurbeschermers proberen deze via broedprogramma’s in leven te houden.

Gelukkig is er ook nog positief nieuws. Dag in dag uit werken natuurorganisaties en dierentuinen met broedprogramma’s aan het herstel van populaties. Zo was de ooievaar vijftig jaar geleden bijna als broedvogel uit Nederland verdwenen. Daarom werd in 1969 een landelijk herintroductieprogramma gestart. In 2014 was het aantal weer op het oude peil met negenhonderd broedende paartjes. Het is te hopen dat voor meer soorten zo’n mooie toekomst wacht, maar de kans is helaas erg klein.

  • Meer informatie over de tentoonstelling: https://www.museon.nl/nl/tentoonstellingen/photo-ark
  • Een groot deel van de foto’s is ook op het Intagram account van Joel Sartore te vinden: @joelsartore
ReactiesReageer