Vogels stammen af van vleesetende dinosauriërs. Alle moderne vogels hebben een tandeloze snavel, maar bij de Limburgse oervogel is de verwantschap met de dinosauriërs nog goed zichtbaar. Die verwantschap blijkt uit onder meer de staart die de vogel heeft. De oervogel heeft ook geen snavel, maar een spitse bek met vlijmscherpe dinotandjes.
De lichte, holle botten maken het fossiel buitengewoon breekbaar. Het skelet is dan ook niet compleet bewaard gebleven, wat het onderzoek extra moeilijk maakte. Het fossiel is niet van een ‘moderne’ vogel, maar hoort thuis in een groep oervogels die uit de Verenigde Staten goed bekend is. Het dier was nauw verwant aan de Amerikaanse oervogel Ichthyornis, een duikende, vis-etende zeevogel.
De fossiele resten van een bijna 66 miljoen jaar oude oervogel.
De oervogel is gevonden in de kalksteengroeve van CBR-Romontbos, bij Maastricht net over de Belgische grens, en in een blok kalksteen. De botten van de vleugel en de poten, een stuk van de onderkaak en een drietal borstwervels zijn bewaard gebleven. Samen met één tand.
Het fossiel is de allerlaatste ‘ouderwetse’ vogel die is gevonden. Met een ouderdom van circa 65,8 miljoen jaar leefde de vogel vlak voor het eind van het dinosaurustijdperk. Waarschijnlijk stierven de oervogels tegelijk met de dinosauriërs uit.
Amateur-paleontoloog Ruud Dortangs, die eerder al de mosasaurus “Ber” ontdekte, vond de fossielen ongeveer drie jaar geleden bij toeval. Hij riep de hulp in van ander onderzoekers van het Natuurhistorisch Museum Maastricht en werkten samen met oervogelexperts uit New York en Los Angeles.