Rio de Janeiro is de stad van het carnaval, de Suikerbroodberg en Copacabana. Maar achter de zonovergoten stranden en sambaparty’s gaat een andere werkelijkheid schuil: drugshandel, (politie)geweld en vele slachtoffers. Deze ambivalente realiteit is het kader van het afstudeerproject van Christian Laheij. Tijdens zijn studie aan de Vrije Universiteit raakte hij geïnteresseerd in de invloed van geweld en religie op lokale gemeenschappen. Hij ontdekte een hiaat in het onderzoek naar geloofsbeleving in een context van geweld in niet-westerse, urbane gebieden en besloot mee te doen aan een uitwisselingsprogramma tussen de VU en de Universidade do Estado do Rio de Janeiro.
Laheij woonde vier maanden in een gastenverblijf in Rio de Janeiro, naast het huis van een vermoord gezin. Met interviews en deelname aan sociale activiteiten probeerde hij een antwoord te vinden op de vraag hoe een katholieke gemeenschap tegenwicht probeert te bieden aan het geweld.
Door deze uitwisseling kreeg Laheij de kans direct contact te maken met een kleine katholieke gemeenschap die luistert naar de prachtige naam ‘Onze Lieve Vrouwe van de Martelaren van de Baixada Fluminense’. Deze gemeenschap werd eind jaren tachtig in de destijds beruchte wijk Amapá opgericht. Het aantal gewelddelicten in Rio bereikte toen een hoogtepunt. “Er was net een gezin in de wijk vermoord en verschillende kerkleden vroegen zich af hoe ze zichzelf en hun kinderen konden beschermen”, vertelt Laheij. “Zij besloten zich toen te verenigen in een katholieke basisorganisatie.”
Om de gemeenschap goed te kunnen observeren, woonde Laheij vier maanden in een gastenverblijf, naast het huis van het vermoorde gezin. Met interviews en deelname aan sociale activiteiten probeerde hij een antwoord te vinden op de vraag hoe de gelovigen invulling geven aan het motto van hun gemeenschap: ‘verbondenheid met het leven’.
Volgens Laheij lijkt deze invulling van het motto in de loop van de jaren door verschillende oorzaken te zijn veranderd. Enerzijds is het geweld in de periferie van Rio sinds de jaren tachtig sterk van karakter veranderd: de drugshandel kwam op. Anderzijds waait sinds de jaren tachtig een conservatieve wind door de katholieke kerk. “Onze Lieve Vrouwe van de Martelaren kreeg in de loop van haar bestaan met deze factoren te maken”, aldus Laheij. De gemeenschap paste daarop haar activiteiten aan. In het begin bleef de rol van de leden beperkt tot het organiseren van protestmissen en pelgrimages. In de jaren daarna volgde een politiek gevecht om elementaire levensbehoeften als water, licht en riolering in de wijk. Weer later streed men voor een kleuterschool en een opvangcentrum voor ondervoede kinderen. De kerk probeert hiermee vrouwen aan het werk te krijgen en kinderen uit de handen van de drugsbendes te houden. Laheij: "De invulling van het motto ‘verbondenheid met het leven’ is van een aanvankelijk vrij passief ‘een signaal van leven zijn’, veranderd in ‘het leven opbouwen’ en later in ‘het leven verdedigen’ – steeds een stap actiever.
Na de moord op een gezin in de wijk Amapa vroegen verschillende kerkleden zich af hoe ze zichzelf en hun kinderen konden beschermen. Ze besloten zich te verenigen in een katholieke basisorganisatie.
Sinds twee jaar steunt de gemeenschap de grootscheepse wapeninzamelingsactie Brasil sem Armas, ‘Brazilië zonder wapens’. Volgens Laheij is de deelname van de kerk een succes. “In vergelijking met politiebureaus ontvangen ze relatief veel wapens. De meeste Brazilianen zijn bang om hun meestal illegaal verkregen wapens bij de politie in te leveren.” Inmiddels zijn meer dan 330.000 wapens ingeleverd.
Laheij wil met zijn onderzoek bijdragen aan een beter begrip van de grillige werkelijkheid in Rio. Een werkelijkheid waarin, ondanks pogingen van de overheid, het geweld nog steeds toeneemt. Vlak voor Laheijs vertrek werden aan de rand van de wijk nog de verkoolde lijken van vier kinderen gevonden. Waarschijnlijk werden zij door agenten buiten diensttijd vermoord, omdat hun zus gelieerd was aan de drugshandel. Zijzelf was twee weken eerder al om het leven gebracht. Ondanks de pogingen die de kerk onderneemt om het leefklimaat in de sloppenwijken te verbeteren, verdwijnt het geweld dus niet. Laheij waardeert het werk toch: “Het geeft hoop. Kant en klare oplossingen zijn er misschien niet, maar mensen voelen dat verandering bij henzelf begint. Ze zien niet lijdzaam toe.”
Zie ook:
- Snuivende straatkinderen (Kennislinkartikel)
- De droom van een tienermeisje (Kennislinkartikel)
- Meer informatie over krottenwijken