Je leest:

Uitsterving niet door methaanscheet?

Uitsterving niet door methaanscheet?

Auteur: | 30 mei 2012

We gaan 200 miljoen jaar terug in de tijd. Het leven op aarde onderging een zware crisis, want driekwart van alle soorten op aarde overleefde de beruchte Trias-Jura-grens niet. Hoe dat nu precies kwam is onderwerp van een levendig wetenschappelijk debat. De nieuwste resultaten komen uit Denemarken…

Methaan brandt prima als het vrijkomt uit zeebodemijs.
USGS

Eind vorig jaar leek de puzzel opgelost. Een onderzoeksteam onder leiding van de Nederlander Micha Ruhl (destijds Universiteit Utrecht, nu Universiteit van Kopenhagen) stelde dat de massa-uitsterving rond de Trias-Jura-overgang zo’n 200 miljoen jaar geleden was veroorzaakt door het massaal vrijkomen van methaan en niet zozeer door grootschalig vulkanisme.

Door de methaanscheet stierf 76 procent van alle soorten op aarde uit. Nieuw onderzoek van Sofie Lindström (Geologische Dienst Denemarken en Groenland) en collega’s trekt dit in twijfel. De onderzoekers vertellen hierover in het juninummer van Geology.

Denemarken

Lindström en collega’s bestudeerden gesteenten uit Denemarken. “Het Deense bekken bevat één van de meest uitgestrekte en complete opeenvolgingen van zee- of mariene afzettingen van de Trias-Jura-overgang voor zover we weten”, vertelt Lindström aan Kennislink. In datzelfde bekken worden ook land- of terrestrische afzettingen gevonden van deze grens. “We wilden de terrestrische en mariene signalen rondom de overgang met elkaar vergelijken.” De gesteenten bij het Deense Stenlille zijn daar ideaal voor.

Twee van de meest voorkomende sporen van varens tijdens de crisis van de vegetatie net voor de methaanscheet. Links: Deltoidospora toralis; rechts Polypodiisporites polymicroforatus.
Sofie Lindström

Eerder

De studie van Ruhl en collega’s liet zien dat de massa-extinctie samenviel met een zeer negatieve waarde van isotopen van koolstof (de verhouding van C-13 / C-12 ten opzichte van een standaard). Er is namelijk veel meer C-12 te vinden dan C-13 in de gesteenten, wat zou duiden op het massaal vrijkomen van methaan van de zeebodem.

Lindström: “Maar onze studie laat duidelijk zien dat de veranderingen op zowel het land als in de oceaan eerder begonnen. Onze studie toont ook aan dat de vegetatie zich herstelde gedurende de zeer negatieve waarden van de koolstofisotopen, terwijl het leven in de oceaan het nog steeds moeilijk had.”

Dat lijkt haaks te staan op de bevindingen van Ruhl en collega’s. Lindström: “De uitstoot van methaan in de atmosfeer gedurende de negatieve koolstofwaarden kan daarom niet de oorzaak zijn van de massa-uitsterving. We zetten geen vraagtekens bij de uitstoot van methaan, maar we denken dat uit onze gegevens blijkt dat het scenario [van de uitsterving] ingewikkelder was.”

In het wetenschappelijke artikel stellen ze dat de uitsterving mogelijk begon als gevolg van gassen (zoals koolstofdioxide, zwaveldioxide of waterstoffluoride) die vrijkwamen bij het grootschalige vulkanisme dat voornamelijk plaatsvond in de regio waar de Amerika’s van Afrika uit elkaar bewogen.

Bepaald geen klein oppervlak werd bedolven onder overstromingen van lava gedurende enkele miljoenen jaren rondom de Trias-Jura grens.
Lawrence Tanner

Debat

Ruhl heeft zijn twijfels over de bevindingen van Lindström en collega’s: “Er zijn heel veel studies naar de veranderingen in vegetatie wereldwijd in dit tijdperk en die laten allemaal zien dat vegetatieverandering plaatsvindt tijdens de massa-extinctie. Dit is de enige studie waar deze verandering mogelijk al eerder plaatsvindt. Mogelijk is dit een lokale verandering [in Denemarken] die niets te maken heeft met wereldwijde klimaatverandering door vulkanisch CO2.”

Lindström bestrijdt dit: “De veranderingen in de vegetatie die we in de Stenlille-opeenvolging zien, zijn ook gevonden in opeenvolgingen van de Trias/Jura overgang in Zweden en in Noord- en Zuid-Duitsland. Vergelijkbare veranderingen met een toename van varens en verwanten zijn ook bekend uit gesteenten uit Hongarije, Luxemburg, Frankrijk, Spanje en zelfs in de Oostenrijkse gesteenten die Ruhl en collega’s bestudeerd hebben.” In Engeland zijn de veranderingen minder zichtbaar, maar dat zou komen omdat een gedeelte van de tijd hier mist.

Een beeld van een bestudeerde ontsluiting van eind-Trias-gesteente in Oostenrijk van een eerdere studie.
Micha Ruhl

Lindström vindt verder dat er te weinig studies zijn die de mariene en terrestrische afzettingen afkomstig van dezelfde plaats vergelijken. “Afzettingen van Noord-Amerika zijn marien zonder enig terrestrisch signaal of omgekeerd. Er zijn heel weinig bestudeerde afzettingen van het zuidelijk halfrond. Meer werk is nodig voordat we kunnen vertellen of het signaal globaal is of niet.”

“Het is vooralsnog het meest voor de hand liggend dat het vulkanisme het vrijkomen van methaan tot gevolg had en dat dit leidde tot de uitstervingen in zee en veranderingen in ecosystemen op het land,” besluit Ruhl.

Zie ook:

Meer over massa-uitstervingen op Wetenschap24:

Dit artikel is een publicatie van NEMO Kennislink.
© NEMO Kennislink, sommige rechten voorbehouden
Dit artikel publiceerde NEMO Kennislink op 30 mei 2012
NEMO Kennislink nieuwsbrief
Ontvang elke week onze nieuwsbrief met het laatste nieuws uit de wetenschap.