Ze is eigenlijk wel een beetje teleurgesteld, zo moet ze toegeven. De Nijmeegse hoogleraar Voortplantingsgeneeskunde professor Didi Braat heeft het rapport ‘Uitstel van ouderschap’ van de Raad voor Volksgezondheid en Zorg, de RvZ uit 2007 nog eens uit haar kast gehaald. “Toen was de gemiddelde leeftijd van de moeder bij de geboorte van het eerste kind 29,4 jaar. Inmiddels is dat nog iets verder doorgestegen naar 29,6 jaar. Weliswaar lijkt de grootste stijging sinds de jaren zeventig er wel uit, maar we hebben de trend nog steeds niet kunnen keren.”
De ondertitel van het rapport ‘Uitgesteld ouderschap’, waar Braat aan meeschreef, luidde: ‘Medisch of maatschappelijk probleem?’ “En dat is precies de spagaat waar we nog steeds in zitten”, zegt ze. “Met de introductie van de pil werd het krijgen van kinderen veel meer een bewuste beslissing, en werd het makkelijker om de kinderwens voor je uit te schuiven. Zeker de hoger opgeleide vrouwen willen eerst hun opleiding afmaken en hun carrière op de rails hebben voor ze aan kinderen beginnen. De gemiddelde leeftijd voor hoger opgeleide vrouwen ligt bij het eerste kind dan ook boven de vierendertig!”

Medische risico’s
Medisch gezien is uitgesteld ouderschap absoluut een probleem, benadrukt Braat. “Met het stijgen van de leeftijd nemen de problemen in de zwangerschap toe, zoals hoge bloeddruk, diabetes, miskramen en meerlingzwangerschappen. Bovendien neemt voor vrouwen de vruchtbaarheid na de dertig duidelijk af. Veel vrouwen denken dat het zo’n vaart niet zal lopen zolang ze een normale maandelijkse cyclus hebben. Toch is de maandelijkse kans om zwanger te raken op je vijfendertigste nog maar de helft van die van een dertigjarige vrouw. Op je achtendertigste is dat nog maar een kwart.”
Uitgesteld ouderschap heeft dan ook onherroepelijk een effect op het aantal vrouwen dat ongewenst kinderloos blijft. Daarmee is het ook een maatschappelijk probleem, stelde het RvZ-rapport al. Daarnaast nemen de gezondheidsrisico’s ook toe met het stijgen van de leeftijd bij het eerste kind, zo somt het rapport op. De kans op borstkanker neemt met 3% per kinderloos jaar toe en ook diverse gezondheidsrisico’s voor het kind worden steeds groter.
“Na ons rapport is er destijds wel discussie op gang gekomen over de rol van de overheid”, herinnert Braat zich. “Natuurlijk moet de overheid zich niet met ons leven in de slaapkamer bemoeien; maar toch … Ik geloof wel degelijk dat er een belangrijke rol voor de overheid is weggelegd. Dat begint al met de juiste voorwaarden te scheppen voor jonge ouders om door te kunnen bouwen aan hun carrière als ze kinderen hebben.”
Bijsluiter bij de pil
Behalve die randvoorwaarden die de overheid kan scheppen, ziet Braat ook een duidelijke rol voor haar eigen beroepsgroep. “Jonge stellen, en vrouwen in het bijzonder, zijn zich nog steeds niet bewust van de biologische nadelen van uitgesteld ouderschap. Ik merk dat ook bijna dagelijks in de spreekkamer. Ze denken hooguit dat je rond je veertigste een grotere kans hebt op een kind met het downsyndroom. ‘Maar dat kan je toch laten testen?’, denken ze dan, zich niet altijd realiserend wat de impact daarvan is. En dat de kans om zwanger te worden iedere maand na je dertigste meetbaar afneemt realiseren ze zich ook niet. ‘Als het niet lukt kun je altijd nog IVF doen’, is daar de redenering. Maar zo’n IVF-behandeling is niet niks. En ook bij IVF is de leeftijd een belangrijke factor voor de kans op zwangerschap.”

“Ik zie dan ook een duidelijke rol voor artsen in de voorlichting. Dat kan bijvoorbeeld in de spreekkamer van de huisarts, wanneer een vrouw voor de pil komt. Misschien moeten we wel in de bijsluiter opnemen dat het uitstellen van zwangerschap risico’s met zich meebrengt”, aldus Braat.
Uiteindelijk realiseert zij zich dat de aanpak van uitgesteld ouderschap een kwestie is van lange adem. “We moeten via sociale media, tijdschriften en misschien zelfs ook via reality-series op televisie de boodschap blijven verkondigen dat uitstellen van ouderschap risico’s met zich meebrengt, en dat ook bij IVF de leeftijd belangrijk is. Dat zogenaamde celebrities die op hoge leeftijd nog een kind krijgen, dat vrijwel altijd met behulp van eiceldonatie doen hoor je meestal niet in de televisieseries of in de bladen.”
“En ook de boodschap van het bedrijf Facebook, dat in 2014 jonge werkneemsters lokte met een regeling voor ‘eicellen invriezen op kosten van de baas’, is in mijn ogen een verkeerde. Het zegt namelijk dat kinderen vooral lastig zijn als je aan je carrière wilt werken. Of erger nog: dat je door je eicellen in te laten vriezen, later altijd nog gewoon zwanger zou kunnen worden. Het kan een optie zijn voor sommige vrouwen, maar de boodschap voor vrouwen die graag een gezin willen, is in mijn ogen dat ze hun kinderwens niet langer uit moeten stellen dan nodig.”