De tsunami van een jaar geleden trof de noordoostkust van Japan, en sleurde op de terugweg huizen, boten, auto’s en zelfs hele wegen mee de zee in. Hoewel niemand precies weet waar al dit afval van de Tohoku-tsunami uiteindelijk is gebleven, is de meest waarschijnlijk locatie kort geleden in kaart gebracht door Nikolai Maximenko en Jan Hafner van het International Pacific Research Centre (IPRC) van de Universiteit van Hawaï.

Zij gebruikten computermodellen om de meest waarschijnlijke route te bepalen die het afval had afgelegd, nadat het bij Japan in zee terecht was gekomen. Op dit moment bedekt het tsunami-puin volgens de modellen van deze onderzoekers een gebied dat zich uitstrekt over een oppervlakte van 5000 bij 2000 kilometer in het noorden van de Grote Oceaan.
Model
De stroomsnelheid van het oceaanwater wordt op veel plekken gemeten vanuit een drijvend netwerk van boeien op een diepte van ongeveer 15 meter. Om deze meetgegevens uit te breiden over het hele gebied ontwikkelden de onderzoekers het SCUD-model (‘Surface Currents from Diagnostic’). Dit model maakt gebruik van satellietgegevens over variaties in zeeniveau en de richting en snelheid van de wind net boven zee, en berekent hieruit de stroming van het water in de oceanen. Het model werd speciaal ontwikkeld om de verspreiding van vervuiling, bijvoorbeeld na een olieramp, te kunnen voorspellen.
Simulatie
De tsunami-rommel is gesimuleerd door in het model 678.000 stippen in zee langs de noordoostkust te plaatsen. Hierbij was de verdeling van de stippen gebaseerd op de bevolkingsdichtheid en mate van ontwikkeling in de bijbehorende kuststreek. Daarna gebruikte het model de stroomsnelheid en -richting van de oceaan om het gesimuleerde materiaal verder te transporteren.

Het meeste puin is eerst door de krachtige Kuroshio Stroom naar het noordoosten getransporteerd, en daarna afgebogen naar het oosten. Tot nu toe gerapporteerde plekken in de Grote Oceaan waar grote hoeveelheden afval zijn aangetroffen bevestigen de modelresultaten.

U.S. Navy, Chief Intelligence Specialist Michael Rouse, via Wikimedia Commons, public domain
De modelberekeningen gelden voor stukken afval die net (of net niet) boven het zee-oppervlak uitkomen. Grotere objecten kunnen wind gaan vangen en als het ware gaan zeilen, en zullen dan hogere snelheden dan het water bereiken. Zo werd onlangs aan de overkant van de oceaan, voor de kust van de Canadese provincie Brits-Columbia, al een 45 meter lange verlaten Japanse visserboot aangetroffen. Ook bij de staat Washington en bij Hawaï is maanden geleden het eerste grote afval al aangespoeld.
Eindstation
Binnen een jaar of twee zal een deel van het Japanse afval aanspoelen aan de westkust van de Verenigde Staten, denken de onderzoekers. Het grootste deel zal waarschijnlijk echter gevangen raken in het centrum van de North Pacific Gyre, de grote ringvormige zeestroom in de Grote Oceaan. Het Japanse afval zal zich daarmee uiteindelijk voegen bij de reeds bestaande drijvende vuilnisbelt in de Grote Oceaan – de zogeheten plastic soep.