Met de hulp van erfelijk materiaal van een andere soort presteren transgene gewassen beter dan ongewijzigde planten. Planten met een ingebracht gen van de bacterie Bacillus thuringiensisis maken bijvoorbeeld insectendodende stoffen aan. Dat scheelt in pesticidegebruik, maar ook in de brandstof die het kost om pesticiden te verspreiden. Ondanks de voordelen heerst er vooral in Europa nog weerzin tegen ‘Frankenstein-planten’. De EU stelt strenge eisen aan bedrijven die transgene planten verbouwen. Zo mag het aangepaste DNA onder geen beding ontsnappen doordat transgene en conventionele planten zich samen voortplanten.
Testlokaties
Op zes testlokaties in Nederland onderzochten plantenexperts van de Universiteit Wageningen hoe makkelijk genetisch gemodificeerde maïs zijn erfelijke aanpassingen doorgeeft aan naburige, maïsvelden. Ze plantten telkens een hectare gemodificeerde maïs tussen vier velden met conventionele maïs. Vervolgens maten ze na de onderlinge bestuiving hoeveel maïs in de conventionele velden soortvreemd DNA had opgedaan.
In de twee jaren van de praktijktest kwamen de proefvelden rond de gemodificeerde maïs geen van allen boven de EU-norm voor transgeen materiaal. Volgens EU-regelgeving hoeft een product pas het label ‘transgeen’ te voeren als het gehalte soortvreemd DNA boven de 0,9% ligt. Velden op 25 meter van de transgene maïs lieten maar een vermengingspercentage van 0,3% zien. De weersomstandigheden, warm en droog in 2006 en nat in 2007, bleken nauwelijks verschil op te leveren in de verspreiding van gemodificeerd materiaal.
Vermengingspercentages van transgeen materiaal onder naburige velden van niet-gemodificeerde maïs.
Protest
Terwijl de maïs – aangepast of niet – stond te groeien, probeerden gentechbezwaarden het onderzoek tegen te houden door stuifmeel verspreidende maïsplanten in te pakken met plastic zakken, onkruid te zaaien en maïsplanten om te duwen. Onder andere Greenpeace protesteerde zo tegen rommelen met de genetische basis van het leven. De onderzoekers dat de uitkomsten van de praktijktoets ondanks de tegenwerking nog steeds betrouwbaar zijn. De resultaten zijn aangeboden aan de voorzitter van de Stuurgroep Co-existentie Afspraken, waarin de Nederlandse landbouw is vertegenwoordigd. De stuurgroep zal conclusies trekken over de verdere aanpak van genetisch gemodificeerde maïs.
Zie verder
- Persbericht WUR: Menging genetisch gemodificeerde en conventionele maïs
- Noorderlicht: Transgene gewassen veroveren de wereld
- Noorderlicht: ‘Niks mis met genrijst’
- Helft Europeanen vreest gentech (Kennislinkartikel van Wb / Hugo Bouter)
- Moderne biotechnologie: een doos van Pandora? (Kennislinkartikel van het NIBI / Johannes Tramper)