Je leest:

Totale maansverduistering

Totale maansverduistering

Auteur: | 1 maart 2007

In de nacht van zaterdag 3 op zondag 4 maart vond een totale maansverduistering plaats. Kennislink verzorgde samen met partners in Nederland en België een live webcast van de laatste mooie verduistering van de komende jaren.

Van zaterdag op zondag 3/4 maart 2007 vond een totale maansverduistering plaats. Het bijzondere was dat de verduistering in Nederland en België dit keer van begin tot einde te zien ws. De volle maan trok in een paar uur tijd door de schaduw van de aarde.

Astronet, Kennislink en Astroforum verzorgden in samenwerking met Sterrenwacht Copernicus te Overveen en Volkssterrenwacht Mira te Grimbergen (België) een live webcast van de verduistering.

Guido Tweepenninckx uit Kortenberg in België stuurde ons deze opname van de maansverduistering, gemaakt met een 900 mm telescoop en een Canon 300D-camera. bron: Guido Tweepenninckx. Klik op de afbeelding voor een grotere versie.

Het verschijnsel duurde van 22.30 tot 02.11 uur. De intrede van de Maan in de donkere kernschaduw van de aarde begon om 23.44 uur. Om 00.21 uur was de maan het diepst in de kernschaduw gedompeld. Om 00.58 viel weer zonlicht op de linkerrand van de maan en is de totaliteit ten einde. Daarna werd de maansikkel steeds groter totdat om 02.11 uur de maan weer gewoon ‘vol’ was.

Tijdens de totaliteit (midden) straalt de maan met een oranje-rode gloed. bron: Robert Smallegange, Leeuwarden. Klik op de afbeelding voor een grotere versie.

Tijdens een maansverduistering is de maan niet helemaal onzichtbaar. Ze straalt nog met een donkere, oranje-rode gloed. Vanaf de maan gezien is namelijk een oranje-rode ring om aarde te zien: het licht van alle zonsondergangen en zonsopkomsten op onze planeet. Het rode licht wordt door de atmosfeer afgebogen naar de maan en teruggekaatst naar de aarde.

Vanaf de maan gezien wordt de zon door de aarde verduisterd. animatie: Francis Reddy.

Aan de nachtzijde van de aarde onderscheiden sterrenkundigen een donkere kernschaduw ( umbra), met daaromheen een bijschaduw ( penumbra). Hetzelfde effect zien we als we een voorwerp tussen een lamp en een stuk papier houden. Ook dan ontstaan een donkere slagschaduw met daaromheen een lichtgrijze bijschaduw. De bijschaduw is het gebied waar nog wel een deel van het lamplicht doordringt.

Als de volle Maan tijdens een verduistering alleen door de penumbra van de aarde trekt, is daar doorgaans niet veel van te zien. Op de maan vindt dan een gedeeltelijke zonsverduistering plaats en daardoor valt er nog gewoon zonlicht op de bodem. Alleen waar het zonnesikkeltje al heel klein is geworden, kan een verzwakking worden opgemerkt van het teruggekaatste maanlicht.

Rond 22.15 uur was bijvoorbeeld al zijn te zien hoe het onderste deel van de volle maan minder fel verlicht was dan het bovenste gedeelte. En kort na 02.11 uur was datzelfde verschil te zien tussen de nog wat donkerder rechterkant en de veel fellere linkerkant van de maan.

Het verloop van de maansverduistering.

In de ruimte is de schaduw van de aarde een lange, spitse kegel. Ter hoogte van het gebied waar de maan doorheen trekt, is de middellijn van die kegel tweeënhalf tot driemaal groter dan de maanmiddellijn zelf. De omringende bijschaduwkegel beslaat gewoonlijk één maanmiddellijn rond de slagschaduw.

1) Maan komt de kernschaduw binnen: 22.30 uur. 2) Begin van de totale verduistering: 23.44 uur. 3) Maximum van de totaliteit: 00.21 uur. 4) Einde van de totaliteit: 00.58 uur. 5) Maan verlaat de kernschaduw: 02.11 uur. bron: Sterrengids 2007, Stichting De Koepel.

De maansverduistering kon met het blote oog worden gevolgd. Maar het verschijnsel was nog indrukwekkender door een verrekijker. Wie de maansverduistering door een echte telescoop wilde bekijken kon terecht bij een van de publiekssterrenwachten. Daarvan waren er van zaterdag op zondag een zeventigtal in Nederland en een veertigtal in Vlaanderen geopend.

Hans Hagebout uit Hoofddorp maakte deze compilatie van de maansverduistering met een Pentax K10D en een Sigma 70-210. bron: Hans Hagebout. Klik op de afbeelding voor een grotere versie.

Op 28 augustus 2007 vindt weer een totale maansverduistering plaats. Deze is echter niet vanuit Nederland en België te zien. De eerstvolgende totale maansverduistering die wel bij ons te zien is, vindt plaats op 21 februari 2008. Daarna is het wachten tot 28 september 2015, 27 juli 2018, 21 januari 2019, 7 november 2025 en 31 december 2028. Al deze maansverduistering staan echter een stuk lager boven de horizon en zijn dus niet zo mooi als die van 3/4 maart 2007. Pas op 20 december 2029 is er weer een totale maansverduistering die bij ons zeer hoog aan de hemel staat.

Compositie van de totale maansverduistering van 8/9 november 2003. bron: Theo Scholten. Klik op de afbeelding voor een grotere versie.

Kleur en helderheid van totale maansverduisteringen

Wie praktisch onderzoek wil doen aan maansverduisteringen, kon op eenvoudige wijze metingen verrichten aan de helderheid van de maan tijdens de totale fase. Hoe helder blijft de maan? Doorgaans verzwakt het maanlicht met een factor tienduizend, ofwel tien magnituden. Dus van magnitude -12,7 bij Volle Maan tot magnitude -2,7 tijdens de totale verduisteringsfase. Maar dat is nooit precies van tevoren te voorspellen.

Volgens de Franse astronoom Danjon (1890-1967) zou de helderheid van de totale verduistering afhangen van de 11-jaarlijkse zonnevlekkencyclus. Kort na een minimum aan zonnevlekken zouden de verduisteringen zeer donker zijn, om dan in de loop van de volgende jaren geleidelijk in helderheid toe te nemen. Dit zou zo doorgaan tot vlak voor het volgende zonnevlekkenminimum, waarna de verduisteringen weer heel donker zouden beginnen.

De ster 56 Leonis komt achter de verduisterde maan vandaan (de ster staat op de vier uur-positie van de maanschijf). Opname met een f/9.8 10-cm Vixen refractor, 10 seconds belichting op ISO 800 diafilm. bron: Jörgen Blom. Klik op de afbeelding voor een grotere versie.

Nu is de dichtheid van de aardatmosfeer boven een hoogte van circa 200 km afhankelijk van de zonnevlekkencyclus. In jaren met veel zonnevlekken (1957, 1968, 1979, 1989 en 2000 en straks 2010/11) is die groter dan in jaren met weinig zonnevlekken (1964, 1976, 1986, 1995 en 2006/07). Dat werd al kort na de lancering van de eerste kunstmanen vastgesteld aan de hand van de wrijving die deze objecten ondergingen tijdens hun omloop om de aarde. Toch is het moeilijk voorstelbaar dat de hoge aardatmosfeer zóveel extra zonlicht zou afbuigen. Bovendien: hoe ontstaat dan de abrupte overgang van zeer heldere naar zeer donkere verduisteringen ten tijde van het zonnevlekkenminimum?

Veel waarschijnlijker zijn de helderheidsverschillen van ‘aardse’ oorsprong, zoals veel stof in onze atmosfeer door vulkaanuitbarstingen. Maanden na de uitbarstingen van de vulkanen Krakatau (1883), Mont Pelée (1902), Gunung Agung (1963), El Chichón (1982) en Pinatubo (1991) volgden totale maansverduisteringen die zeer donker, of voor het blote oog zelfs volkomen onzichtbaar waren. Daarom kan iedere maansverduistering voor een verrassing zorgen!

Lijst van totale maansverduisteringen

Dit artikel is een publicatie van Astronet.
© Astronet, alle rechten voorbehouden
Dit artikel publiceerde NEMO Kennislink op 01 maart 2007
NEMO Kennislink nieuwsbrief
Ontvang elke week onze nieuwsbrief met het laatste nieuws uit de wetenschap.