Fossiele brandstoffen raken als maar sneller op, terwijl er ook nog meer energie nodig is. China en India zijn goed voor 1/3 van de wereldbevolking en wasmachines gaan steeds harder over de toonbank in de landen. Het gaat goed met China en India, maar we hebben daardoor wel meer energie nodig. Waar halen de energieproducten dat vandaan? Het is voor energiemakers best lastig om zo maar geld te steken en over te stappen op iets nieuws, want of dat goed zal zijn weer niet niemand. Sabine Fuss heeft hier een proefschrift over geschreven, wat zij verdedigde op 24 mei. In ‘Sustainable Energy Development under Uncertainty’ betoogt ze dat we van haar best wat positiever mogen zijn over de toekomst.
Zwart kijken helpt niet
Economische groei gaat steevast gepaard met een groeiende vraag naar energie. Hiervan is de vraag naar elektriciteit verreweg het grootste. Het is zelfs zo dat sinds 1970 bij iedere één procent groei, ook de energieconsumptie gestegen is met 0.64%. Nu verwacht de VN dat de wereldbevolking vanaf 2075 niet veel meer zal groeien. Toch is het vraag is of de demografische veranderingen die we nu doormaken en de economische groei niet al voldoende reden tot zorg zijn.
Juist nu grote landen als China en India zich gaan ontwikkelen groeit de vraag naar energie. Deze zal dus alleen nog maar sneller groeien. De levenstandaard voor mensen in ontwikkelde landen stijgt erg snel. Volgens het IEA World Energy Outlook 2004, dat een voorspelling doet voor energieverbruik, zal de vraag naar energie met maar liefst 60% stijgen tot 2030. Sabine Fuss heeft onderzoek gedaan naar wat deze spectaculaire ontwikkelingen zullen betekenen voor degenen die ervoor moeten zorgen dat we nog stroom uit het stopcontact krijgen, de energieleveranciers. Zij moeten investeren in nieuwe en andere manieren om voldoende energie aan de wereld te leveren. Dit levert een hoop onzekerheid op en een hoop vragen.
Figuur 1: Milieudruk door consumptie vanaf 1990
Grote problemen worden er immers verwacht, omdat bepaalde fossiele brandstoffen op zeker moment uitgeput zullen raken. De schattingen op dat punt lopen enorm uiteen. Men is het kort gezegd niet eens over wat de voorraden zijn, maar wat we wel weten is dat ze opraken. “De eindigheid van brandstoffen is niet zo zeer echt een probleem voor de toekomst”, zegt Sabine Fuss. “Er zijn voldoende alternatieven om het gat op te vullen en we moeten af van de negatieve kijk hierop. Dit zou namelijk onze visie op het energieprobleem enorm vertroebelen.”
Sabine Fuss is van oorsprong een econome. Zij is van huis uit enorm geïnteresseerd in wat energie en energieafhankelijkheid doet met de economie. Zo zorgt de productie van elektriciteit wereldwijd voor maar liefst 40% van de CO2 emissie. Aan de andere kant wordt ook nog eens gesteld door klimaatdeskundigen dat de broeikasgassen het effect van de opwarming van de aarde. Nu hebben de OECD landen afgesproken om de energie opwekking anders te gaan doen. De CO2 uitstoot moet omlaag de komende 10 tot 20 jaar. Dat wil dus zeggen dat de investeringsbeslissingen van nu de toekomstige energie ontwikkelingen enorm zullen bepalen. Daarom is het van groot belang om te begrijpen hoe deze beslissingen tot stand komen en hoe we daar met beleid goed mee op kunnen gaan.
De energietrein raast voort
Zoals gezegd probeert Fuss uit te gaan van een positieve kijk op zaken. Bronnen zijn misschien wel eindig, maar dat is zeker niet het grootste probleem. Juist onduidelijke beleidsvoering zorgt ervoor dat bedrijven niet weten waar ze aan toe zijn. Regelgeving verandert per regeerperiode en een investering doen voor de lange termijn is dan erg lastig. Er is dan ook voldoende reden om de zaak grondig aan te pakken. Zoals Figuur 1 duidelijk maakt groeit de CO2 uitstoot de komende jaren enorm hard. Duidelijk is ook aangegeven dat een groot gedeelte afkomstig is van de opwekking van elektriciteit.
Een andere grote groeier is de uitstoot afkomstig van transport. Dit valt af te leiden uit de gedachte dat er meer mensen in de toekomst dingen kunnen kopen. Ook landen als China en India worden kapitaalkrachtig en gaan op grotere schaal auto’s gebruiken. Dit heeft alleen maar een negatief effect op de ontwikkeling van de CO2 emissie.
Figuur 2: Groei van de CO2 uitstoot per producent
Hoe komt eigenlijk CO2 emissie vrij bij de opwekking van energie? De meest gebruikte manier op electriciteit op te wekken is in veel landen nog steeds het verbranden van kool. Dit is de zogenoemde coal fire capacity, de capaciteit die van koolvuur afkomstig is. Een andere veel gebruikte vorm is gasverbranding. Dit wordt in Nederland hoofdzakelijk toegepast en dat valt makkelijk te verklaren door de grote voorraad aardgas die Nederland zelf had in het noorden van het land en in de Waddenzee.
Hiermee is maar weer bewezen dat een keuze voor een bepaalde manier van aanpak of investering eigenlijk moeilijk omkeerbaar is. Wat eens te meer het belang van investeringsgedrag van energiebedrijven aantoont. Juist in landen met economische groei en waar naar nieuwe manieren voor electriciteitsopwekking gezocht wordt is het zaak om de trein nu op het goede spoor te zetten. Zodat een milieuvriendelijke en CO2 besparende slag voor de toekomst is veiliggesteld.
Uitstelgedrag van de eerste orde
Echter, die investeringsbeslissingen zijn zo makkelijk nog niet. Eerder is al opgemerkt dat beleid een grote impact heeft op het gedrag van bedrijven. Er heerst een grote mate van onzekerheid omtrent dit beleid dat in kaart gebracht moet worden Aanjager voor deze onzekerheid zijn de technologische veranderingen. Deze technologische veranderingen zorgen ervoor dat investeerders eigenlijk niet goed weten of hun geld wel goed besteed is. Iedereen weet dat tegen de tijd dat je een nieuwe laptop in huis is, dat er dan alweer een nieuwer model in de winkels ligt. Voor de energiebedrijven is het daardoor net alsof ze gesandwiched worden. Ze willen wel graag maar door de regelmatige beleidswijzingen en door technologische ontwikkeling weten ze eigenlijk niet goed wat te doen en daardoor doen ze maar niks. Het is uitstelgedrag van de eerste orde en nog begrijpelijk ook.
Om dit duidelijk te maken heeft Sabine Fuss gebruikt gemaakt van de zogenaamde Stochastic Technical Change (Stochastische Technische Verandering). Kan technische vooruitgang leiden tot echte verbetering op de korte tot middellange termijn? Als je bijvoorbeeld windenergie vergelijkt met koolgestookte energieopwekking dan is dat maar zeer de vraag. Het is duurder qua aanleg en onderhoud. Daarnaast ben je altijd afhankelijk van de windkracht. Het is zelfs zo dat energieopwekkers pas hun gedrag gaan aanpassen als je een boete geeft voor CO2 uitstoot. Ook al kost het ze eigenlijk niets om te veranderen, ze voelen er niet voor.
Alternatieven voor kolencentrales mogen dan duur zijn, ze zijn een stuk milieu vriendelijker……
Dit heeft alles te maken met de immer fluctuerende kansen en risico’s die bedrijven durven te nemen. Investeren in capaciteit in het algemeen wordt als erg moeilijk ervaren. Zeker als we dan ook nog eens de prijs meenemen voor de brandstoffen. In haar analyse heeft ze de prijzen meegenomen van fossiele brandstoffen, elektriciteit en CO2-quota. De prijzen van aardgas en aardolie zijn de laatste maanden enorm gestegen. Dit maakt het voor energieproducenten steeds moeilijker de vraag bij te houden, laat staan te verhogen.
In haar onderzoek heeft Sabine Fuss de regelgeving over bijvoorbeeld internationale klimaatonderhandelingen en ook lokaal en regionaal beleid meegenomen. “Beleidsmakers hebben een grote invloed. Iets aan beleid is al zoveel belangrijker dan geen beleid”, aldus Sabine Fuss. De overheid zou juist kunnen zorgen voor een goed investeringsklimaat en goed tarieven voor het gebruik van herbruikbare energiebronnen.
De toekomst zal het leren
Een positieve blik op de toekomst van energie is noodzakelijk, maar hebben we dat nu dan wel? Zo niet, hoe kunnen we er in de toekomst dan wél mee omgaan? “Europese landen zijn op de goede weg, vooral op beleidsvlak”, zegt Sabine Fuss. Aan de andere kant is ze het er mee eens dat de Verenigde Staten de boel eigenlijk een beetje dwarsboomt , ze geeft simpelweg niet het goede voorbeeld. “Het zijn vooral de opkomende economische grootmachten die nog niet efficiënt omgaan met energie. We moeten het goede voorbeeld geven en een standaard zetten. Anders kan het in de toekomst nog weleens problematisch worden”.
Op de vraag wat zij denkt van de snel groeiende brandstofprijzen en hun invloed op de investeringsbeslissingen antwoord ze kort maar krachtig:“Het zal zeker een positieve invloed hebben, maar erg snel zal het niet gaan.” Om de doodeenvoudige reden dat immers de grootste CO2 verontreiniger steenkool ook wordt gebruikt als brandstof. Daarnaast zou het veel beter zijn dat de brandstofprijs gewoon stabiel is. Met stabiele prijzen weten energieproducenten wat ze moeten verwachten en dan zijn ze een stuk minder onzeker. En dus ook meer bereid te investeren op de lange termijn.
De oplossing die aangereikt wordt is dan ook eigenlijk even simpel als doeltreffend. Door gebruik te maken van een verscheidenheid aan energiebronnen ben je minder kwetsbaar en kun je makkelijker investeren in een brede portfolio. Gokken op één kaart zal je uiteindelijk slechts meer onzeker maken. En dat trekken de energieproducenten nou net niet.
“Het proefschrift ’Sustainable Energy Development under Uncertainty”":/upload/205409_391_1212409845988-fuss_ub_thesis.pdf (Engelstalig)
Zie verder
- Proefschrift over het managen van de overstap naar duurzame energie
- Rapport van het RIVM over mondiale verandering en duurzame ontwikkeling
- Artikel van de ESB over investeren onder onzekerheid
- Rapport van het Ministerie van Economische zaken over investeringen in energie
- Bedrijven moeten duurzaam ondernemen vanuit hun specialiteit (Kennislinkartikel)
- Duurzaam blijkt ook financieel duurzaam (Kennislinkartikel)
- Dossier energieopwekking (Kennislinkdossier)