Je leest:

Terug van weggeweest

Terug van weggeweest

Daders plegen vaak misdrijven in hun oude buurt

Auteurs: en | 25 februari 2010

Misdadigers slaan vaak toe in hun eigen woonomgeving. Maar wat gebeurt er als zij verhuizen? Recent onderzoek laat zien dat zij dan vaak in hun oude woonbuurten toeslaan, vooral als ze er lang gewoond hebben en onlangs zijn vertrokken. Voor de opsporing van misdrijven kan het daarom nuttig zijn om rekening te houden met de woongeschiedenis van verdachten.

Misdadigers reizen zelden ver. Ze plegen misdrijven vaak in hun eigen buurt en soms zelfs in hun eigen huis. De slachtoffers zijn dan buurtbewoners of zelfs gezinsleden. Desondanks worden ook veel misdrijven buiten de woonomgeving van de dader gepleegd. Kunnen we begrijpen waarom daders soms in de eigen woonomgeving toeslaan en waarom soms daarbuiten? En als zij misdrijven buiten de eigen woonomgeving plegen, waar doen zij dat dan?

Dit artikel toont aan de hand van twee recent afgesloten onderzoeken aan dat daders, als zij misdrijven buiten de eigen woonomgeving plegen, dit relatief vaak doen in de omgeving van een vorige woning. We proberen aannemelijk te maken dat dit komt doordat zij nog bekend zijn met hoe hun oude buurt er uit ziet en wie er wonen.

We leren onze omgeving kennen door onze dagelijkse routines: van huis naar werk fietsen, bijvoorbeeld. Dat geldt ook voor misdadigers.

Veranderende kennis van de omgeving

Alle mensen, dus ook misdadigers, leren hun omgeving kennen via regelmatig terugkerende activiteiten en verplaatsingspatronen. Iedereen heeft zijn eigen zogenaamde awareness space: de locaties die hij of zij regelmatig bezoekt, de routes die hij of zij gewoonlijk tussen die locaties aflegt en het gebied dat binnen het gezichtsveld van die locaties en routes ligt. De awareness space van een middelbare scholier kan bestaan uit zijn huis en straat, het huis van een vriend, zijn school, het stadscentrum, de routes die hij lopend of fietsend tussen die locaties aflegt, en de omgeving die hij van daaruit ziet.

Wanneer iemands routine verandert, bijvoorbeeld door een andere baan, dan verandert geleidelijk ook de awareness space. Langzamerhand leert men de nieuwe werkplek, de omgeving en de route erheen kennen. Langzamerhand neemt ook de vertrouwdheid met de ruimte rondom de voormalige werkplek af. Omdat de eigen woning een centrale plaats inneemt in de awareness space, leidt een verhuizing vaak tot een ingrijpende verandering, zelfs als het gaat om een verhuizing binnen dezelfde woonplaats.

Kort na een verhuizing verkeren mensen in een overgangsperiode: hun awareness space bestaat nog deels uit afnemende kennis die gebaseerd is op hun oude activiteitenpatroon, en deels al uit toenemende kennis die gebaseerd op hun nieuwe activiteitenpatroon.

Fig.1. In de periode na verhuizing verdwijnt kennis over de oude woonbuurt en ontstaat kennis over de nieuwe woonbuurt.
NSCR

Ook de awareness space van een misdadiger verandert na een verhuizing. Dat roept een aantal intrigerende vragen op. Zo weten we wel dat daders vaak in de (huidige) eigen woonbuurt toeslaan, maar doen ze dat ook als ze nog maar net verhuisd zijn en dus nog maar kort op hun huidige adres wonen? Plegen zij vooral kort na de verhuizing misdrijven in de voormalige woonomgeving, en wordt die neiging minder naarmate de verhuizing langer geleden is? Pleegt men minder snel een misdrijf in een voormalige woonomgeving waar men maar kort woonde dan in één waar men jarenlang woonde? Volgens de crime pattern theory wel. Twee recent afgeronde statistische onderzoeken blijken deze theorie te bevestigen.

Databases doorgelicht

In het eerste onderzoek werden de gegevens gebruikt van 3784 personen die verdacht werden van woninginbraak, autokraak, overval of mishandeling. De persoons- en delictgegevens kwamen uit het zogenoemde ‘Herkenningsdienstsysteem’ van het politiekorps Haaglanden. In het tweede onderzoek werden de gegevens van 276 verdachten gebruikt die geregistreerd stonden in Landelijk Overvallen Registratie Systeem (LORS) dat door het Korps Landelijke Politie Diensten (KLPD) beheerd wordt. Het LORS bevat gegevens over overvallen op winkels, bedrijven en woningen. Om van de verdachten te achterhalen waar zij gewoond hebben, en wanneer dat was, is bij beide onderzoeken gebruik gemaakt van de Gemeentelijke Basisadministratie (GBA), het landelijk systeem waarin de (voormalige) woonadressen van alle burgers geregistreerd staan.

In beide onderzoeken is ervoor gekozen om een woonbuurt te laten bestaan uit het cijferdeel van de postcode van het adres van de woning. Er zijn in Nederland ongeveer 4000 postcodegebieden. Op de foto: buurt 2566 (de Vogelwijk in Den Haag).

Sommige buurten zijn populair onder misdadigers vanwege de beschikbaarheid van aantrekkelijke doelwitten of snelle vluchtroutes. Met die kenmerken is in de analyse rekening gehouden, maar ze worden in dit artikel niet beschreven omdat het hier om de woongeschiedenis van de daders gaat. Woonde de dader ten tijde van het misdrijf in, dichtbij of juist ver van deze buurt vandaan? Woonde de dader voorafgaand aan het misdrijf in deze buurt? Hoe lang, en hoe lang geleden was dat?

Terug van weggeweest?

De uitkomsten van beide onderzoeken laten allereerst een bekend verschijnsel zien: veel misdrijven (ongeveer 30 procent) vinden plaats in de eigen woonbuurt. Ook blijkt dat hoe verder een woonbuurt verwijderd is van de huidige woonbuurt van de dader, des te kleiner de kans is dat die buurt gekozen wordt als pleegbuurt.

Maar wat is nu de rol van de woongeschiedenis van de dader bij de keuze van een pleegbuurt? De woongeschiedenis speelt een belangrijke rol: daders zijn geneigd om niet alleen in hun huidige woonbuurt hun slag te slaan maar ook in buurten waar zij vroeger gewoond hebben, zelfs als dat kort was en lang geleden. De kans dat een dader een overval pleegt in een voormalige buurt waar hij meer dan twee jaar gewoond heeft en pas minder dan twee jaar geleden uit vertrokken is, is bijna net zo groot als de kans dat hij in zijn huidige buurt toeslaat. In Figuur 2 wordt dit toegelicht.

Fig. 2: de tijdlijn loopt zes jaar terug vanaf de datum van het misdrijf. Boven de tijdlijn zijn zes balken te zien. Elk van die balken geeft een voorbeeld van de plaats die een buurt in de woongeschiedenis van de dader kan innemen. De bovenste balk, bijvoorbeeld, laat zien dat de dader gedurende drie jaren voorafgaand aan het misdrijf in de buurt woonde, en er nog steeds woonde ten tijde van het misdrijf. In de balk daaronder is de buurt ook de buurt waar de dader woonde ten tijde van het misdrijf, maar woonde hij op het moment van het misdrijf nog maar een jaar in die buurt. De balk helemaal beneden laat een situatie zien waarin de dader minder dan een jaar in de buurt woonde en er tijde van het misdrijf al drie jaar geleden vertrokken was. De getallen aan de rechterzijde laten zien hoeveel groter de kans is dat de dader in de betreffende buurt toeslaat, in vergelijking met een soortgelijke buurt waar hij niet woont en nooit gewoond heeft.
NSCR

Mishandelaars komen vaakst terug naar oude buurt

De resultaten in Figuur 2 zijn afkomstig uit het landelijke onderzoek naar overvallers, maar zijn in overeenstemming met die uit het onderzoek in de regio Haaglanden naar de daders van overvallen, woninginbraken, autokraken en mishandeling. Wel blijkt de neiging om een misdrijf te plegen in een voormalige woonbuurt het sterkst bij mishandeling. Mishandeling is veelal gericht op een specifiek slachtoffer en wordt daarom vaak gepleegd op de plek waar het slachtoffer zich bevindt. Waarschijnlijk vindt een mishandeling relatief vaak plaats in een voormalige woonbuurt omdat het slachtoffer daar (nog) woont. Het prototype van de terugkerende dader is een man die met gebruik van fysiek geweld verhaal komt halen bij de voormalige echtgenote die in de voormalige gezamenlijke woning is blijven wonen.

Het prototype van de terugkerende dader is een man die met geweld verhaal komt halen bij zijn ex die in hun oude huis is blijven wonen.

Op zoek naar de dader: implicaties voor de opsporing

De bevinding dat misdadigers regelmatig toeslaan in een buurt waar zij zelf vroeger gewoond hebben kan bruikbaar zijn bij de opsporing van misdrijven, bijvoorbeeld als onderdeel van een geografisch daderprofiel. Een geografisch daderprofiel is een verzameling feiten en veronderstellingen over het ruimtelijke gedrag van een nog onbekende dader. Daarmee kan de politie soms inzicht krijgen in de mogelijke verblijfplaats van die dader of de meest waarschijnlijke locatie van een eventueel vervolgdelict. Bij de vraag welke personen geselecteerd moeten worden voor DNA bevolkingsonderzoek na een misdrijf, zou bijvoorbeeld op grond van de bevindingen niet alleen gedacht kunnen worden aan de huidige bewoners maar ook aan de vroegere bewoners van een buurt.

Het is zelfs denkbaar dat de politie bij haar zoektocht naar de dader van een misdrijf standaard de woongeschiedenis van verdachten in het opsposringsonderzoek betrekt. Het is dan zaak dat zij daarbij ook haar eigen kennis over de niet-officiële verblijfs- en schuiladressen van verdachten raadpleegt, want net als meer wetsgetrouwe burgers houden misdadigers de overheid niet voortdurend op de hoogte van hun woonadres.

Wim Bernasco is senior onderzoeker bij het Nederlands Studiecentrum Criminaliteit en Rechtshandhaving (NSCR) in Amsterdam. Thessa Kooistra is inspecteur bij het district Utrecht Stad, wijkteam Binnenstad van het regionale politiekorps Utrecht.

Literatuur

Bernasco, Wim (2010). A Sentimental Journey to Crime; Effects of Residential History on Crime Location Choice. Criminology, jaargang 48, aflevering 2, verschijnt mei 2010. Bernasco, Wim, & Kooistra, Thessa (2010). Effects of Residential History on Commercial Robbers’ Crime Location Choices. European Journal of Criminology, jaargang 7, aflevering 4, verschijnt juni 2010.

Lees ook:

Dit artikel is een publicatie van Nederlands Studiecentrum Criminaliteit en Rechtshandhaving (NSCR).
© Nederlands Studiecentrum Criminaliteit en Rechtshandhaving (NSCR), alle rechten voorbehouden
Dit artikel publiceerde NEMO Kennislink op 25 februari 2010

Discussieer mee

0

Vragen, opmerkingen of bijdragen over dit artikel of het onderwerp? Neem deel aan de discussie.

NEMO Kennislink nieuwsbrief
Ontvang elke week onze nieuwsbrief met het laatste nieuws uit de wetenschap.