Je leest:

Terrorisme maakt Nederlander negatief over moslimbevolking

Terrorisme maakt Nederlander negatief over moslimbevolking

Auteur: | 3 november 2005

Nederlandse burgers die nieuwsberichten over terrorisme zien, worden angstig en denken negatiever over de Nederlandse samenleving en de integratie van moslims daarbinnen. Terrorisme maakt mensen minder tolerant tegenover moslims.

Sinds de aanslag op het World Trade Centre in New York op 11 september 2001 zijn westerse landen in de ban van terrorisme. Nieuwsmedia berichten bijna onophoudelijk over wereldwijd gepleegde aanslagen en de gevolgen daarvan. Maar, wat is het effect hiervan op gewone burgers zoals jij en ik?

Media-aandacht voor terroristen

Terrorisme raakt velen. Vaak zijn honderden mensen op de plaats van een terroristische aanslag aanwezig en duizenden mensen zijn indirect aanwezig via de media die vaak al kort na de aanslag rapportages maken vanuit het getroffen gebied. Media maken het mogelijk dat ook burgers die niet lijfelijk aanwezig zijn, getuige zijn van terrorisme. Welke invloed heeft dit op hen? En, gezien het gegeven dat veel daders van terroristische aanslagen moslim zijn, hoe reageert men daarna op de moslimbevolking?

Terroristische aanslag op het World Trade Center op 11 september 2001

In recent onderzoek is nagegaan wat de invloed is van mediaberichten over terrorisme op het beeld dat Nederlandse burgers van hun multiculturele samenleving en de integratie van moslims ontwikkelen. Honderd autochtone, volwassen Nederlanders kregen diverse journaalbeelden te zien. De helft zag beelden van terroristische aanslagen op het World Trade Centre in New York, op een feestend gezelschap in Hadera in Israël en op schoolkinderen in Beslan in Rusland. De andere helft keek naar beelden van hoogtepunten van de Olympische Zomerspelen in Athene. Vervolgens kreeg in beide groepen de helft van de mensen een ‘positief’ artikel te lezen over de succesvolle integratie van moslims in multicultureel Nederland, terwijl de andere helft een ‘negatief’ artikel las waarin gesteld werd dat die integratie mislukt is.

Moslims in negatief daglicht

Uit de resultaten van het onderzoek blijkt dat nieuwsberichten over terroristische aanslagen in de wereld burgers angstig maken en negatiever tegenover moslims in eigen land doen staan. Terrorisme maakt mensen bang, ook mensen die niet lijfelijk bij een aanslag aanwezig zijn. Proefpersonen die de terrorismebeelden zagen, zeiden meer gevoelens van angst, woede en depressie te ervaren dan de personen die de beelden van de Olympische Spelen zagen. Deze laatste groep gaf juist aan meer vrolijke gevoelens te ervaren. Bovendien waren proefpersonen die naar beelden over de Olympische Spelen keken, het gemiddeld even eens met het positieve en negatieve artikel over de integratie van moslims. De personen die de terrorismebeelden zagen, waren het juist meer eens met het negatieve artikel en meer oneens met het positieve artikel. Het lijkt erop dat burgers die via de media geconfronteerd worden met terroristische aanslagen van moslimgroeperingen, negatievere gedachten hebben over de gehele moslimsbevolking.

Op 1 september 2004 worden honderden kinderen, ouders en leerkrachten gegijzeld in een school in Beslan.

Moord op Van Gogh

Halverwege het onderzoek vond de moord op cineast Theo van Gogh plaats. Hij werd in Amsterdam door een moslim vermoord. Deze gebeurtenis is in het onderzoek opgenomen en bekeken werd hoe Nederlanders reageren op een terroristische daad in eigen land. De resultaten laten zien dat mensen door de moord op Van Gogh negatiever zijn gaan denken over de multiculturele samenleving en de mate waarin moslims zijn geïntegreerd. Dit bevestigt dat Nederlanders die geconfronteerd worden met terroristische aanslagen, gepleegd in eigen land of elders in de wereld, angstgevoelens krijgen en negatiever gaan denken over de integratie van moslims in de samenleving.

Bang voor de dood

Hoe is dit te verklaren? De onderzoekers denken dat nieuws over terrorisme mensen onbewust aan hun eigen sterfelijkheid herinnert. In een woordspelletje waarin proefpersonen woorden moesten afmaken, maakten de mensen die de terrorismebeelden hadden gezien en mensen die na de moord op Van Gogh deelnamen, het woord ‘gra_’ net iets vaker af als ‘graf’ dan ‘grap’. Dit kan erop wijzen dat ze inderdaad in hun gedachten met de dood bezig zijn. Nieuwsmedia die over terrorisme berichten brengen vaak onbewust gedachten van pijn en dood op burgers over. Aangezien de meeste mensen de dood liever uit de weg gaan, is het gevolg dat zij zich afzetten tegen degene die de dodelijke situatie veroorzaakt. In het geval van een terroristische aanslag zullen mensen zich dus afzetten tegen de daders van de aanslag.

Opvallend genoeg blijkt uit dit onderzoek dat mensen zich niet enkel afzetten tegen de werkelijke daders, maar tegen de gehele groep waartoe de daders behoren. Tegen de gehele moslimbevolking dus, of individuen daarbinnen nu schuldig zijn of niet. Dit verschijnsel heeft te maken met het psychologische principe van ‘in- en outgroup’. Mensen zijn van nature geneigd om mensen met eenzelfde mening en cultuur, de zogenaamde ingroup, te bevoordelen en mensen met een andere mening en cultuur, de zogenaamde outgroup, te benadelen. Dit wordt extra geactiveerd wanneer men aan de dood wordt herinnerd. Zodoende zullen burgers die met een terroristische aanslag worden geconfronteerd en dus aan de dood worden herinnerd, moslims, die tot de outgroup behoren, negatiever beoordelen.

Toekomst van multicultureel Nederland

Multicultureel Nederland staat bekend als een tolerant land. Maar wanneer de Nederlander met pijn en dood wordt geconfronteerd, wordt hij of zij minder tolerant tegenover zijn Islamitische medeburger. Nieuwsmedia die berichten over terrorisme spelen hier een duidelijke rol in.

Over de auteur

Marieke Bezemer heeft sociaal culturele wetenschappen gestudeerd aan de Vrije Universiteit. Dit artikel is gebaseerd op de resultaten van haar scriptieonderzoek.

Zie ook:

Dit artikel is een publicatie van Kennislink (correspondentennetwerk).
© Kennislink (correspondentennetwerk), alle rechten voorbehouden
Dit artikel publiceerde NEMO Kennislink op 03 november 2005
NEMO Kennislink nieuwsbrief
Ontvang elke week onze nieuwsbrief met het laatste nieuws uit de wetenschap.