Metingen van twee röntgensatellieten ondersteunen de theorie dat kosmische straling afkomstig is van supernovaresten – overblijfselen van geëxplodeerde sterren. Kosmische straling werd in 1912 ontdekt en bestaat uit zeer snel bewegende elektrisch geladen deeltjes die vanuit het heelal de aardse dampkring binnendringen. Hun herkomst is altijd een groot mysterie geweest, hoewel de meeste astronomen aannemen dat het grootste deel van de kosmische straling afkomstig is van supernovaresten, waar elektronen en ionen versneld kunnen worden door schokgolven in het uitdijende gas van zo’n explosie-overblijfsel.
Röntgenopname van supernovarest RXJ1713.7-3946.
Waarnemingen van de Amerikaanse Chandra-satelliet en de Japanse Suzaku-kunstmaan aan een supernovarest op een paar duizend lichtjaar afstand in het sterrenbeeld Schorpioen hebben nu aangetoond dat de magnetische velden in zulke nevels veel sterker zijn dan tot nu toe altijd werd gedacht. Dat betekent dat de omstandigheden in supernovaresten inderdaad extreem genoeg zijn voor het sterk versnellen van elektrisch geladen deeltjes.
Kosmische straling
- Major step toward knowing origin of cosmic rays (Engels)
- Deeltjes bombarderen de aarde (Kennislinkartikel uit Zenit)
- Lessen in kosmische straling (Kennislinkartikel van Govert Schilling)
- Kosmische superdeeltjes (Kennislinkartikel)
- Deeltjesschild voor astronauten (Kennislinkartikel)
Supernova’s
- Supergrote ster ontploft (Kennislinkartikel)
- Sterrenstelsel voor supernova’s (Kennislinkartikel)
- Supernova’s, bron van leven (Kennislinkartikel van Govert Schilling)
- Supercomputer voor supernova (Kennislinkartikel)
- Supernovae en gammaflitsen (Kennislinkartikel uit Zenit)