Je leest:

Stropers vangen werkt

Stropers vangen werkt

Auteur: | 2 september 2007
Aantallen olifanten, zwarte neushoorns en kaapse buffels zijn omgekeerd evenredig met de stroopintensiteit in de Serengeti.

Antistroop-patrouilles in het Tanzaniaanse Serengetipark verminderen het stropen op olifant, zwarte neushoorn en Kaapse buffel. Het lijkt een open deur, maar een team van overwegend Canadese en Tanzaniaanse onderzoekers concludeert dit in Science van deze week. Het gaat om een analyse van de effectiviteit van het antistroopbeleid in de afgelopen vijftig jaar.

De biologen verzamelden gegevens over het aantal patrouilles, het aantal gevangen stropers en de populatiegroottes van de drie diersoorten sinds 1957. De instorting van het aantal patrouilles na de economische crisis in 1977 leidde tot een sterke daling van het aantal stropers. Dat concluderen de onderzoekers uit het feit dat het aantal gevangen stropers per patrouille toen sterk steeg. De dierpopulaties laten in dezelfde tijd een duidelijke daling zien, ten teken van de schadelijke invloed van het stropen.

Na 1993 nam het aantal patrouilles sterk toe. Van minder dan één per dag in de jaren tachtig, naar meer dan tien per dag sinds de laatste helft van de jaren negentig. Met de zwarte neushoorn en de olifant gaat het sindsdien dan ook weer beter in de Serengeti. De Kaapse buffel kampt nog met de gevolgen van een extreme droogte in 1993 toen veertig procent van de dieren overleed. De aantallen dieren worden overigens geschat via tellingen vanuit vliegtuigen.

De neushoorn en de olifant zijn gewild vanwege de hoorns en het ivoor van slagtanden. Prijsfluctuaties daarin bepalen mede de stroopintensiteit. Zo was de prijs erg hoog eind jaren zeventig, en dankt de olifant zijn herstel in de jaren negentig mede aan een ban op de ivoorhandel die leidde tot een daling van de ivoorprijs. De ban was afkomstig van het CITES, de Convention on International Trade in Endangered Species of Wild Flora and Fauna.

Hoewel de resultaten van het onderzoek redelijk voor de hand liggen, is het voor het eerst dat een halve eeuw terug wordt gekeken naar het antistroopbeleid. Bovendien bestaat veel discussie over het nut van patrouilleren in een nationaal park. Jaarlijks kost dat het Serengetipark zo’n twee miljoen dollar (1,56 miljoen euro), en volgens criticasters zou dat geld beter aan andere preventieve maatregelen besteed kunnen worden. Met bijna 15.000 vierkante kilometer is het Serengetipark een van Afrika’s belangrijkste natuurgebieden.

Maar stropen ontmoedigen door patrouilles is dus een effectieve manier om bedreigde diersoorten te beschermen in nationale parken, concluderen de auteurs. Daarbuiten zijn andere maatregelen belangrijker, voornamelijk het genereren van economisch voordeel van de wildstand door ecotoerisme of gecontroleerde trofeejacht.

Dit artikel is een publicatie van Bionieuws.
© Bionieuws, alle rechten voorbehouden
Dit artikel publiceerde NEMO Kennislink op 02 september 2007
NEMO Kennislink nieuwsbrief
Ontvang elke week onze nieuwsbrief met het laatste nieuws uit de wetenschap.