Je leest:

Streektaal in kaart

Streektaal in kaart

Auteur: | 22 november 2006

Onderscheid maken tussen dialecten is niet altijd even gemakkelijk. Wanneer spreek je van één dialect, wanneer van twee? Binnen de dialectometrie worden taalverschillen gemeten. De resultaten van die metingen worden vervolgens gebruikt voor het maken van kleurige dialectkaarten.

Binnen een taal kun je dialecten herkennen aan hun regionale eigenaardigheden in de woordenschat, in de uitspraak, en in zinswendingen. Wat is een taal? Wat is een dialect? Wat is niet meer dan een plaatselijke afwijking?

Onderscheid wordt meestal gemaakt op basis van culturele en historische argumenten. Politieke status, maatschappelijk aanzien en regionaal bewustzijn zijn beslissend voor de vraag of een regionale taal gestimuleerd of juist onderdrukt wordt. Zulke factoren bepalen meestal of iets een dialect of een taal genoemd wordt.

De dialectometrie probeert dialecten van elkaar te onderscheiden, op een objectieve manier, zonder sturing door menselijke vooroordelen. Verwantschappen tussen dialecten, geografische verbanden, historische verschuivingen, dat zijn de dingen die de dialectometrie in kaart kan brengen.

Hoe een maatschappij met een streektaal dient om te gaan is een vraag die de dialectometrie niet kan beantwoorden.

Hieronder zie je zes regionale varianten van het Duitse woord voor meisje. De verschillen tussen die varianten kun je meten.

Zes regionale varianten van het Duitse woord voor meisje.

Hoe meet je verschil?

Er zijn verschillende maten om een afstand tussen twee woorden in uit te drukken. Eén maat maakt gebruik van de Levenshteinmethode. Met die methode tel je hoeveel tekens je moet wijzigen om het ene woord in het andere te veranderen.

De vervanging van een letter door een andere geeft 2 strafpunten. Invoeging of weglating van een letter geeft 1 strafpunt. In het voorbeeld hiernaast is de totale afstand 3.

De letters b en p lijken veel op elkaar. De ene wordt zachter uitgesproken dan de andere. De letters b en k verschillen veel meer van elkaar. Ze worden op verschillende plaatsen in de mond gemaakt. Je kunt hiermee rekening houden bij het bepalen van de afstand tussen twee woorden. Zo zou je de vervanging van een b door een k de volle 2 strafpunten kunnen geven, en de vervanging van een b door een p bijvoorbeeld maar 1,5 strafpunt.

Om verschillen tussen dialecten aan te kunnen tonen, vergelijk je niet de varianten van één woord, maar van een heleboel woorden. En dat doe je met woorden uit heel veel plaatsen. Het resultaat daarvan zie je op het kaartje hieronder.

Hoe donkerder de lijn tussen twee plaatsen, hoe groter de verwantschap van de woorden tussen die twee plaatsen.

Hoe kom je aan al die woorden?

Het verzamelen van dialectgegevens is een tijdrovende onderneming. In Duitsland zijn veldwerkers op pad geweest om informanten in 186 plaatsen te interviewen. Die interviews werden opgenomen op de band.

De bandopnames werden aandachtig beluisterd, en vervolgens noteerde men in fonetisch schrift in tabellen de bijna tweehonderd steekwoorden, de woorden waar men bij het interviewen in was geïnteresseerd. Elke bandopname werd door meerdere mensen verwerkt, waarna hun resultaten met elkaar werden vergeleken om er zeker van te zijn dat de fonetische transcriptie zo nauwkeurig mogelijk was uitgevoerd. Al dit werk werd gedaan door het Forschungsinstitut für deutsche Sprache in Marburg.

Hiernaast zie je een deel van een pagina uit een formulier met transcripties van woorden uit één interview. Klik op de afbeelding om de hele pagina te zien.

In fonetisch schrift kun je heel precies opschrijven hoe woorden uitgesproken worden. Daarna kun je nauwkeurige metingen doen.

Alle uitgeschreven tabellen werden in Groningen bij Informatiekunde in de computer ingevoerd, waarna het mogelijk werd grootschalige berekeningen op de gegevens uit te voeren.

Uiteindelijk krijg je een kaart zoals hieronder, waarin de belangrijkste dialectgebieden elk hun eigen hoofdkleur hebben.

In het blauwe gebied wordt Neder-Duits gesproken. Rood is het gebied waar Beiers wordt gesproken.

Zijn dit alle dialecten in Duitsland?

Hoe ver kun je doorgaan met het opsplitsen van dialecten in steeds kleinere dialecten? Is het Drents één dialect, of is er een duidelijk herkenbaar verschil tussen Noord-Drents en Zuid-Drents?

Onze kleurenkaart van heel Duitsland laat maar een paar dialectgebieden zijn, ook al zijn er meer. Dat is een beperking van de methode die hier gebruikt is. Die beperking heeft het voordeel dat je direct een goed globaal overzicht hebt. De dialectgrenzen die in de kaart zijn te zien zijn ook de belangrijkste dialectgrenzen.

Noord-Duitsland.

Je kunt een enkel dialectgebied van de grote kaart eruit lichten, en daarvan opnieuw een dialectkaart maken. Je ziet dan dat er in dat kleinere gebied ook aparte dialecten zijn aan te wijzen. De vraag is hoever je daarmee door kunt gaan. Kun je van elk gebiedje een nieuwe kaart maken om weer een kleinere onderverdeling van dialecten zichtbaar te maken?

Het is een kwestie van proberen. In de kaart van Noord-Duitsland zijn een aantal aaneengesloten gebieden te herkennen met een eigen hoofdkleur. Dat zijn dan ook gebieden die meetbaar in dialect van elkaar verschillen. Zou dat niet zo zijn, dan zou de kaart niet zo’n mooie indeling laten zien, maar eerder een lappendeken zijn van kleuren door elkaar. In dat geval meet je geen dialectverschillen, maar toevallige variaties. Dit noemt men ook wel ruis.

Hoe deed men dat toen er nog geen computers waren?

Taalkundigen houden zich al lang bezig met het in kaart brengen van streektaal. De oudste dialectkaart van het Nederlands stamt uit de negentiende eeuw (zie hieronder).

Bron: Dr. J. te Winkel, 1898. Van: Belgium – Language and dialects. Klik op de afbeelding voor een groter exemplaar.

Het maken van dergelijke kaarten was het werk van dialectologen met een gedetailleerde kennis van de specifieke taal. Ze moesten uit zeer veel gegevens die kenmerken selecteren die relevant zijn voor de onderverdeling in dialecten. Als een taalkenmerk in een gebied verschilde van dat kenmerk in een aangrenzend gebied, dan werden die gebieden op de kaart gescheiden door een lijn, een isoglosse. Op basis van een enkele isoglosse kun je geen grens tussen dialecten trekken. Dus werden vele kenmerken bestudeerd, en voor al die kenmerken werden isoglossen getekend. Zie bijvoorbeeld de kaart hieronder met enkele isoglossen in Nederland en Vlaanderen.

Bron: Goossens, Niederländische Mundarten – vom Deutschen aus gesehen, in Niederdeutsches Wort, 10, 61-80, 1970. Van: Belgium – Language and dialects. Klik op de afbeelding voor een groter exemplaar.

Tenslotte moest op basis van samenvallende isoglossen bepaald worden waar dialectgrenzen lopen. Bij dit alles kwam het aan op de oordeelkundigheid van de dialectoloog.

Met de computer kan “elke leek” die aan genoeg gegevens kan komen een dialectkaart samenstellen, zonder enige kennis van de taal in het onderzochte gebied. Tot op zekere hoogte. De computer kan zeer veel gegevens met elkaar vergelijken. Hoe meer gegevens er zijn hoe beter. Terwijl voor het handmatig maken van dialectkaarten selecties moeten worden gemaakt — men moet zoeken naar welke gegevens relevant zijn — wordt met de computer alles op een grote hoop gegooid, en ontstaat daaruit gelijk een totaalbeeld.

Toch is hiermee geen einde gekomen aan het traditionele handwerk. Uiteindelijk zal zo’n computergegenereerde kaart geïnterpreteerd moeten worden en beoordeeld op juistheid. En dat blijft het werk van gespecialiseerde dialectologen. De computerkaarten zijn geen vervanging voor handgemaakte kaarten, maar kunnen wel een hulpmiddel zijn waaraan dialectologen hun met de hand bereikte resultaten kunnen toetsen.

Vergelijk de dialectkaarten van Duitsland die gemaakt zijn met de computer met onderstaande kaart die met de hand is gemaakt.

Klik op de afbeelding voor de complete kaart.

Streektaal algemeen

Dialectkaarten

Dit artikel is een publicatie van Rijksuniversiteit Groningen (RUG).
© Rijksuniversiteit Groningen (RUG), alle rechten voorbehouden
Dit artikel publiceerde NEMO Kennislink op 22 november 2006
NEMO Kennislink nieuwsbrief
Ontvang elke week onze nieuwsbrief met het laatste nieuws uit de wetenschap.