Een medisch onderzoeker met interesse voor violen, dat is niet vergezocht. Maar dat zo iemand achterhaalt waarom violen van eeuwen oud zoveel beter klinken dan hun moderne tegenhangers, dat is toch wel nieuws. Vooral omdat de onderzoeksmethode van Berend Stoel geen schade toebracht aan de miljoenen kostende instrumenten.
In het wetenschappelijk vakblad PLoS ONE schrijft Stoel dat het hout van de oude violen door het hele instrument nagenoeg dezelfde dichtheid heeft. Nieuwe violen hebben gemiddeld dezelfde dichtheid (massa per kubieke centimeter), maar met meer afwijkingen: zwaardere en lichtere plekken in het hout. Dat beïnvloedt de manier waarop de viool het geluid van de snaren versterkt.
Longonderzoek
Stoel gebruikte tijdens zijn onderzoek een medische CT-scanner, die uit röntgenfoto’s een 3D-doorsnede van het lichaam opbouwt. In het Mount Sinai-ziekenhuis bekeek hij samen met de Amerikaanse vioolbouwer Terry Borman vijf Cremonese en zeven hedendaagse violen. Stoel ontwierp eerder een computerprogramma dat de dichtheid van longweefsel bepaalt uit CT-scans; dat is van belang bij de behandeling van emfyseempatiënten. Stoel’s software bleek ook de houtdichtheid van de twaalf violen in kaart te kunnen brengen. De Cremonese violen bleken een gelijkmatige dichtheid te hebben, tegenover schommelingen in de houtdichtheid van nieuwe violen. Misschien wordt het met deze vondst mogelijk materialen te maken die de oude meesters evenaren.