
Gammaflitsen zijn intense uitbarstingen van extreem energierijke straling die in verre sterrenstelsels worden waargenomen. De uitbarstingen die langer dan een paar seconden duren worden in verband gebracht met uiterst krachtige supernova-explosies – de ontploffingen die zware sterren aan het einde van hun leven ondergaan. Bij zo’n explosie komt in luttele seconden evenveel energie vrij als de zon in haar tien miljard jaar durende leven zal produceren.
Na de eigenlijke explosie gloeit zo’n gammaflits vaak nog lang na, een verschijnsel dat wordt toegeschreven aan botsingen tussen het uitgestoten materiaal en het gas in de omgeving. Maar sommige gammaflitsen lijken vreemd genoeg geen nagloeiing te vertonen – deze worden ‘donkere gammaflitsen’ genoemd.

Een mogelijke verklaring is dat de nagloeiende straling door wolken stof wordt geabsorbeerd. Maar tot nu toe ontbrak het bewijs hiervoor. Met behulp van ALMA hebben Japanse astronomen dat bewijs nu echter gevonden. Uit de radiostraling die bij twee donkere gammaflitsen is waargenomen kan worden afgeleid dat de betreffende explosies inderdaad in een stofrijke omgeving plaatsvonden.