Volgens teamlid Koen Kuijken van de Rijksuniversiteit Groningen is het baby-stelseltje slechts twee miljoen jaar oud en heeft het een middellijn van niet meer dan 500 lichtjaar. Het piepjonge stelsel telt hooguit één miljoen sterren – een duizendste procent van het aantal sterren in ons eigen Melkwegstelsel.
‘Waarschijnlijk gaat het hier om een van de kleine bouwstenen die zich later samenvoegen tot grotere sterrenstelsels,’ aldus Kuijken. Het baby-stelsel staat op 13,4 miljard lichtjaar afstand, en op die afstand kijken sterrenkundigen terug tot de periode vlak na de oerknal.
Het nieuw ontdekte stelsel is zo klein en lichtzwak dat het normaalgesproken nooit te zien zou zijn met telescopen op aarde. Tussen het verre stelseltje en de aarde bevindt zich echter een zware cluster van grote sterrenstelsels. De zwaartekracht van die cluster buigt het licht van het achtergrondobject een klein beetje af. Bovendien zorgt die ‘zwaartekrachtslens’ voor een versterking met een factor 30.
‘Zonder die krachtige kosmische lens zou het baby-stelsel nooit zijn gevonden,’ aldus teamleider Richard Ellis van het California Institute of Technology. De waarnemingen zijn gedaan met de Hubble Space Telescope en de Keck-telescoop op Hawaii, de grootste optische telescoop ter wereld.