Je leest:

Ster van Verwarring

Ster van Verwarring

Gastcolumn door historicus Jona Lendering

Auteur: | 23 december 2013

Astronomen blijven maar verklaringen bedenken voor wat de ster van Betlehem toch geweest kan zijn. Maar voor de meeste historici is het zeer de vraag of er echt een bijzonder hemels teken te zien is geweest. Wetenschappelijke kennis is te versplinterd en niemand wil dat echt aanpakken, betoogt Jona Lendering.

Ik leerde Shirley kennen nadat ik wat geërgerde woorden had gewijd aan de brandspiegels waarmee de Griekse ingenieur Archimedes Romeinse schepen in brand zou hebben gestoken. Het verontrustte me dat een oudhistoricus dit presenteerde als historisch feit, hoewel het in strijd was met de natuurwetten. Shirley was blij dat althans één ‘alfa’ het probleem had herkend en legde me uit hoe ik het beter had kunnen uitleggen.

Muurschildering in Florence van Archimedes met zijn brandspiegels (Giulio Parigi, ca. 1600). Volgens een middeleeuwse mythe zou de Griekse uitvinder Archimedes door fel zonlicht via een spiegel te laten weerkaatsen Romeinse oorlogsschepen in brand hebben gestoken.
Giulio Parigi

Er zijn meer bèta’s zoals Shirley: oud-gymnasiasten die hun liefde voor de oude Grieken en Romeinen hebben bewaard, zelfs al is er voor hoogopgeleiden noch online noch in de boekhandel goede informatie te vinden over de Oudheid. Dat stoort haar en op gezette tijden stuurt ze me mailtjes met de stommiteiten die ze bij haar lectuur nu weer is tegengekomen.

Ze heeft gelijk: de natuurwetten gelden óók voor alfa’s. En omgekeerd: de regels van de filologie gelden ook voor bèta’s. Ook zij mogen historische bronnen nooit zomaar geloven. Bronnen registreren immers wat ongebruikelijk was en gaan zelden over de gewone dingen. Wie ze zomaar gelooft, reconstrueert een verleden vol rariteiten.

Geschiedenisstudenten leren dit al in hun eerste maand en duiden kritiekloos brongeloof aan als ‘naïef positivisme’. Gaat het om de Bijbel, dan heet het ‘Bijbels literalisme’, maar het is dezelfde methodefout. Neem de ster van Bethlehem. Zoals u weet bestaan daarover allerlei theorieën: een komeet, een planeetsamenstand, een supernova, de planeet Uranus. Een beredeneerd overzicht vindt u hier.

Het probleem met al deze hypothesen is dat ze de Bijbel veel te letterlijk nemen. Oudheidkundigen onderzoeken al drie eeuwen hoe je uit de bijbelse poëzie, geschiedverhalen, biografieën, wetten, brieven en sagen de historische waarheid kunt achterhalen. Eén ding staat daarbij vast: wat je ook leest, een Bijbeltekst verwijst minstens even vaak naar een andere Bijbeltekst als naar iets wat feitelijk het geval is geweest. De Bergrede die Jezus volgens het Matteüsevangelie uitsprak, is een verwijzing naar Mozes’ optreden als wetgever en geen historische toespraak. En dat weten we al sinds de negentiende eeuw.

Zo is het ook met het de ster van Bethlehem. Betlehem was het dorpje waar de messias zou worden geboren, en dus zorgde Matteüs ervoor dat de man van Nazaret werd geboren in Betlehem. De ster was het symbool van de messias, en dus plaatste Matteüs een ster aan de hemel. De messias belichaamt de goddelijke wijsheid, en dus liet Matteüs wijzen uit het oosten komen met goud, wierook en mirre – geschenken die ooit gebracht zouden worden als Israël zou worden hersteld. Matteüs heeft het hele verhaal in elkaar geschroefd om profetieën van Micha, Bileam en Jesaja in vervulling te laten gaan.

Hiermee houdt het niet op: door Jezus’ ouders naar Egypte te laten vluchten, kan de evangelist Jezus presenteren als de vervulling van een woord van de profeet Hosea. Matteüs’ verhaal zit boordevol tekstverwijzingen en het is daarom onzeker dat er werkelijk een bijzonder hemels teken te zien is geweest.

Doet dit er veel toe? Op zich niet, maar er is wel iets zorgwekkends aan de hand: de astronomen die zich met de kwestie bezighielden, waren vaak onbekend met een methodisch principe dat voor historici eerstejaarsstof is. De sterrenkundige die zijn Bijbelse literalisme niet herkent, is vergelijkbaar met de oudhistoricus die niet begrijpt waarom je met brandspiegels geen schepen in brand kunt steken: een triviale kwestie die verraadt dat iemand middelbareschoolstof niet beheerst.

Volgend jaar is er in Groningen een congres over de Bethlehemse ster. Het resultaat is voorspelbaar: de historici, theologen en astronomen zullen concluderen dat ze verontrustend weinig begrijpen van elkaars werk en zullen weer eens oproepen tot interdisciplinariteit. Even voorspelbaar is het resultaat van die oproep: dat deze al veertig jaar weerklinkt, betekent immers vooral dat niemand de versplintering van onze kennis echt wil aanpakken.

Jona Lendering werkt voor Livius Onderwijs. Oikos, De Nederlandse onderzoeksschool van classici en oudhistorici, onderscheidde hem in 2010 voor zijn werk als popularisator. Hij publiceerde diverse boeken. De klad in de klassieken is zijn meest recente werk.

Dit artikel is een publicatie van Kennislink (gastcolumnist).
© Kennislink (gastcolumnist), alle rechten voorbehouden
Dit artikel publiceerde NEMO Kennislink op 23 december 2013

Discussieer mee

0

Vragen, opmerkingen of bijdragen over dit artikel of het onderwerp? Neem deel aan de discussie.

NEMO Kennislink nieuwsbrief
Ontvang elke week onze nieuwsbrief met het laatste nieuws uit de wetenschap.