In haar experiment onderzocht Carter het eetgedrag van de spreeuwen wanneer er vijanden in de buurt zijn. Menselijke proefpersonen bootsten de natuurlijke vijanden van de vogels na. Het eetgedrag van elke spreeuw werd twee keer getest. Eén keer terwijl de menselijke proefpersoon rechtstreeks naar de voedselplek keek en één keer terwijl de zogenaamde vijand de andere kant op keek. In beide tests stond de proefpersoon wel op precies dezelfde afstand van de vogel.

Slimme strategie
De resultaten zijn verassend. Als de proefpersoon een andere kant op kijkt, beginnen de spreeuwen veel eerder met eten en eten ze in totaal ook veel meer voedsel. Vogels kunnen dus blijkbaar dit hele subtiele verschil van wel of niet kijken oppikken en het in hun eigen voordeel gebruiken. Een hele slimme strategie, want predatoren kijken altijd naar hun prooien voordat zij aanvallen. Met het wel of niet tot stand komen van oogcontact, kan een spreeuw dus voorspellen hoe groot het gevaar is als hij besluit te gaan eten.
Maar waarom zou de spreeuw überhaupt een risico nemen en niet gewoon wachten tot de vijand er vandoor is? Doordat wilde spreeuwen erg sociaal zijn, komen zij vaak met hele groepen bij elkaar op een voedselplek. Dit zorgt meestal voor een grote competitie tussen verschillende individuen. Spreeuwen die het risico nemen aangevallen te worden, zijn als een van de eersten op de voedselplek aanwezig. Op die manier winnen zij extra tijd om te eten voordat de rest van de spreeuwen ook aanschuift.

Bewustzijn van spreeuwen
Spreeuwen die hun natuurlijke vijanden kunnen inschatten, hebben een voordeel boven de rest omdat zij minder hoeven te vechten voor hun eten. Toch denkt Carter niet dat de vogels zich bewust zijn van hun slimme tactiek en dat ze echt begrijpen dat een vijand die wegkijkt niet aan zal vallen. Het is veel waarschijnlijker dat de reactie van de spreeuwen aangeboren of aangeleerd is.
Dat het gedrag aangeleerd is, is heel goed mogelijk. Spreeuwen zoeken in het wild vaak contact met mensen (bijvoorbeeld in de stad, op picknick plekken of in landbouwgebieden) wanneer zij op zoek zijn naar voedsel. Vaak worden de vogels weggejaagd als zij te dicht in de buurt komen. Dit kan alleen als mensen de vogel hebben opgemerkt en dus naar hem hebben gekeken. Op die manier kunnen de spreeuwen een associatie hebben gelegd tussen het aankijken en het wegjagen.