Veel kankerpatiënten lijden na behandeling aan ‘restsymptomen’ als vermoeidheid en depressie. Meestal wordt deze patiënten geadviseerd rust te nemen. Onterecht, zo blijkt nu. Anne May van de Universiteit Utrecht toont aan dat mensen die kanker hebben gehad beter kunnen gaan sporten, dan stil blijven zitten.
Het onderzoek is uitgevoerd door patiënten op te delen in drie verschillende groepen. De eerste groep ging twee keer per week twee uur sporten. De tweede groep had, naast deze training, ook groepsgesprekken en therapie. De derde groep bestond uit mensen die nog op de wachtlijst staan voor het trainingsprogramma.
Sporten helpt revaliderende kankerpatiënten hun conditie en kwaliteit van leven te verbeteren.
Patiënten uit de eerste twee groepen voelden zich na negen maanden beter dan patiënten die op de wachtlijst staan. Sportende patiënten waren over het algemeen fitter en hadden een betere lichamelijke conditie. De conclusie is dat sport de vermoeidheid wegneemt.
Verder deed May een verrassende ontdekking. Patiënten die naast lichamelijke training ook psychische hulp kregen, voelden zich niet beter dan patiënten die alleen sporten. Therapie voegt dus niets extra’s toe bij de nabehandeling van mensen met kanker.
Zie ook:
- De kwaliteit van een leven na kanker (Kennislinkartikel)
- Niet vergeten te bewegen (Kennislinkartikel)