Je leest:

Spons als medicijn

Spons als medicijn

Auteur: | 19 april 2005

De promovenda Nicole de Voogd onderzocht de mogelijkheden om zeesponzen te kweken in Indonesië. Ze vindt sponzen niet alleen mooi om te zien, maar sponzen kunnen ook heel nuttig zijn voor de mens. En dan niet alleen om je lekker mee in te zepen als je onder de douche staat. Want badsponzen worden tegenwoordig voornamelijk synthetisch gemaakt. De spons als medicijn die wekt haar interesse.

Zeesponzen staan erom bekend dat ze heel veel verschillende stofjes kunnen produceren die mogelijk als medicijn kunnen werken. Vandaar ook dat sommige farmaceutische bedrijven de zeebodem afspeuren op zoek naar medicinale sponzen. Maar als er een waardevolle stof gevonden wordt dan duurt het vaak nog minstens tien jaar voordat patiënten het als medicijn kunnen gebruiken.

Op dit moment zijn er twee medicijnen op de markt waarvan de grondstof beide afkomstig is uit de zeespons Tectitethya crypta. De werkzame stof Ara-C wordt gebruikt bij leukemie en de variant Ara-A is een antiviraal middel dat onder andere gebruikt wordt tegen het herpes virus (alleen mondherpes). Meer medicijnen komen hopelijk binnenkort op de markt. Op dit moment worden er al spons-medicijnen getest op patiënten met een bepaalde vorm van kanker.

De spons Callyspongia biru maakt de bioactieve stof amphitoxine aan. Wie weet kan dat stofje in de toekomst een medicijn opleveren.

De Voogd ging in de Spermonde Archipelago in Indonesië op zoek naar sponzen die mogelijk bioactieve stoffen produceren en die ook nog te kweken zijn. Helaas produceert een spons maar heel weinig van deze bioactieve stoffen dus heb je aardig wat sponsweefsel nodig om een medicijn van te maken.

Vandaar dat wetenschappers proberen de stoffen in het laboratorium synthetisch na te maken of via genetische modificatie de productie ervan in een transgene bacterie of schimmel te laten plaatsvinden. Maar tot op heden is dat nog niet goed gelukt. Daarom is het kweken van sponzen eigenlijk de enige methode is om grote hoeveelheden sponsmateriaal te krijgen.

Uiteindelijk lukte het de Voogd om drie soorten van negen kandidaten te kweken. Dat kweken bestond uit oogsten van sponsfragmenten die ze vervolgens aan lange vislijn reeg en vastzette aan plastic rekken op de bodem. Daarna bekeek ze gedurende een half jaar de groei en de overleving van stukjes spons. De Voogd beschreef zelf de nieuwe soort Callyspongia (Euplacella) biru die de bioactive stof amphitoxine produceert.

In C. Biru ziet ze een veelbelovende kandidaat voor de kweek in zee want deze spons groeide het beste.Verder ontdekte De Voogd dat de productie van amphitoxine minder hoog was in de gekweekte sponzen dan in de natuurlijke populaties. Waarschijnlijk hangt de productie van de stoffen af van welke andere zeebewoners er op dat moment in de buurt groeien.

Zeesponzen: oud model blijkt succes! Sponzen zijn meercellige dieren die bijna hun hele leven vastzitten op de bodem. Sponzen hebben hun eigen afdeling in het dierenrijk. Ze behoren tot de hoofdafdeling van de Porifera (poriedragers). De spons heeft een tijdloze architectuur want ze zien er al miljoenen jaren grofweg hetzelfde uit. Blijkbaar succesvol genoeg om de zeeën te koloniseren want ze komen overal ter wereld voor. Van de ijskoude zeeën bij Antarctica tot in de tropische koraalriffen rond de evenaar. Sponzen zijn net als koraal en mosselen filterfeeders: ze pompen het zeewater rond door hun lichaam en filteren de voedseldeeltjes uit het water.Sponzen kunnen de gekste vormen en de mooiste kleuren hebben zoals je op het linker plaatje kunt zien: drie soorten sponzen uit Indonesië. bron: proefschrift van de Voogd

Wetenschappers denken dat sponzen de stoffen produceren om de concurrentie aan te gaan met andere bodembewoners zoals koraal. Er zijn namelijk maar weinig geschikte plekken die stevig genoeg zijn om aan vast te groeien. In een experiment testte De Voogd of de spons C. biru de groei van het niet vastzittende steenkoraal Fungia fungites beïnvloedde. Dat bleek inderdaad het geval. Het koraal legde het loodje zodra de spons erover heen groeide.

Een student van Nicole de Voogd is hier de groei aan het meten van stukjes spons die aan een vislijn vastgeknoopt zitten.

Of de zeekweek van sponzen in Indonesië aantrekkelijk is voor de farmaceutische industrie betwijfeld ze. De meeste sponzensoorten – ook C. biru – komen in de Spermonde Archipelago in te lage dichtheden voor. Om een gezonde kweek op te zetten heb je heel wat moedermateriaal nodig. Alleen stoffen die in zeer lage concentraties al werkzaam zijn als medicijn maken de sponskweek mogelijk rendabel.

Een andere optie is de combinatiekweek met mosselen of algen zodat de sponzen harder groeien door het overschot aan nutriënten en het werk efficiënter verdeeld kan worden.

Bron

mevr. N.J. De Voogd proefschrift Indonesian sponges: biodiversity and mariculture potential

Dit artikel is een publicatie van NEMO Kennislink.
© NEMO Kennislink, sommige rechten voorbehouden
Dit artikel publiceerde NEMO Kennislink op 19 april 2005
NEMO Kennislink nieuwsbrief
Ontvang elke week onze nieuwsbrief met het laatste nieuws uit de wetenschap.