Je leest:

Speen en duim slecht voor spraakontwikkeling

Speen en duim slecht voor spraakontwikkeling

Auteur: | 29 oktober 2009

Zuigen op een speen of de eigen duim heeft op veel jonge kinderen een geruststellend effect. Het doet het kind terugdenken aan de veilige tijd dat het nog aan de moederborst lag. Voor veel ouders is het daarom een makkelijke oplossing om hun kind rustig te krijgen. Volgens sommige onderzoekers kan het echter negatieve gevolgen hebben voor de spraakontwikkeling van het kind.

Iedereen weet dat borstvoeding de beste voeding voor een baby is. Dit komt niet alleen door alle gezonde stofjes die in moedermelk zitten, maar ook door de spieren die het kind oefent als hij zuigt aan de moederborst. Dankzij deze oefening traint hij onder andere zijn lippen, tong, wangen en het ritme waarmee hij deze beweegt. Later zullen deze vaardigheden hem goed van pas komen bij het leren spreken.

Borstvoeding zit vol gezonde stoffen voor de baby, zodat hij onder andere een goede weerstand op kan bouwen. Wat minder bekend is, is dat het kindje door het zuigen ook zijn mond traint, wat later weer goed van pas komt bij het leren spreken.

Geruststelling

Met name in Westerse landen stappen veel ouders al snel over op flesvoeding, meestal uit praktische overwegingen, soms om medische redenen. Ook een typisch Westers verschijnsel is de speen, die je in derdewereldlanden niet snel zult tegenkomen. Ouders grijpen al snel naar de speen om hun huilende kind gerust te stellen. Direct succes dus, maar op de langere termijn kan de fles of de speen (of de duim) negatieve effecten hebben op de ontwikkeling van het kind, zo blijkt uit verschillende onderzoeken.

Zuid-Amerikaanse onderzoekers hebben 128 kleuters getest op eventuele spraakproblemen. De uitkomsten relateerden ze aan het verleden van het kind op het gebied van flesvoeding, duimen en spenen. Uit hun onderzoek bleek dat kinderen die met de fles gevoed waren, duimden of op een speen zogen meer spraakproblemen hadden dan kinderen die alleen borstvoeding hadden gehad. Deze zijn zowel het gevolg van slappe mondspieren als van een afwijkende tand- en kaakstand, beide veroorzaakt door het duimen of de speen.

Als een kind op een speen zuigt, ligt zijn tong onder in zijn mond en te ver naar voren. Dit kan leiden tot uitspraakproblemen van met name de ‘s’ en de ‘z’, maar ook andere klanken als de ‘l’ en de ‘n’. Het kind kan gaan slissen.

Zuigbehoefte

Moeten alle spenen nu direct weggegooid worden? Moeten duimen ingesmeerd worden met vies spul om het af te leren? Dat is nogal voorbarig, aldus Paula Fikkert, hoogleraar Eerstetaalverwerving en fonologie aan de Radboud Universiteit. De implicaties van het onderzoek voor Nederlandse kinderen zijn niet zo duidelijk. “De Chileense kinderen kregen zo’n 2 jaar borstvoeding, wat een gunstig effect op de spraakontwikkeling zou hebben. Dat doet vermoeden dat we hier in het westen een gigantisch probleem hebben. En dat lijkt me niet het geval.” Bovendien meet de test die de onderzoekers gebruikten veel voor dit onderzoek irrelevante aspecten. “Er is een standaardtest afgenomen die bijvoorbeeld het weglaten van lettergrepen of het vereenvoudigen van groepjes klanken meet. Maar je zou juist problemen verwachten met de productie van bepaalde klanken. Dat is niet gemeten.”

Ellen Gerrits, senior kindertaalonderzoeker van het UMC in Maastricht, ziet in de speen niet direct een groot gevaar schuilgaan, maar raadt aan om het vanaf twee jaar niet meer te gebruiken. “Kinderen tot ongeveer één jaar hebben een duidelijke zuigbehoefte. Daarna is het gebruik van een speen vooral een gewoonte die troost biedt, maar dat zou een knuffel ook kunnen doen. Bij peuters kan het de mondmotoriek verslappen en kan het kind onverstaanbaar zijn als het met een speen in de mond spreekt.” Deze slappe motoriek kan tot habitueel mondademen leiden, wat met behulp van logopedie verholpen kan worden.

Bron

Clarita Barbosa en collega’s (2009), The relationship of bottle feeding and other sucking behaviors with speech disorder in Patagonian preschoolers, BMC Pediatrics, 9:66.

Lees verder:

Dit artikel is een publicatie van NEMO Kennislink.
© NEMO Kennislink, sommige rechten voorbehouden
Dit artikel publiceerde NEMO Kennislink op 29 oktober 2009
NEMO Kennislink nieuwsbrief
Ontvang elke week onze nieuwsbrief met het laatste nieuws uit de wetenschap.