Je leest:

Sociale uitsluiting is moderne armoede

Sociale uitsluiting is moderne armoede

Sociale uitsluiting is een van de grootste maatschappelijke problemen waarmee organisaties als het Leger des Heils worden geconfronteerd. Ine Voorham deed onderzoek naar het hoe en waarom. Uit haar proefschrift blijkt dat sociale uitsluiting onder andere wordt bepaald door de omstandigheden waarin iemand wordt opgevoed en of iemand in aanraking komt met criminaliteit.

“Sociale uitsluiting is een moderne vorm van armoede. Niet mee mogen doen in de samenleving is een hardnekkig probleem.” Dit stelt directeur Ine Voorham van de Stichting Leger des Heils Welzijns- en Gezondheidszorg, die op 18 mei aan de faculteit Gedragswetenschappen van de Universiteit Twente promoveert op een onderzoek naar oorzaken van sociale uitsluiting.

“Het was mij niet om de doctorstitel te doen, maar om wetenschappelijke erkenning voor het probleem,” aldus de promovenda. “In mijn functie zag ik het aantal mensen toenemen dat er niet bij mag horen en in de problemen is gekomen. Sociale uitsluiting is een van de grootste maatschappelijke problemen waarmee organisaties als het Leger des Heils worden geconfronteerd.”

Niet mee mogen doen in de samenleving is een hardnekkig probleem. Door haar proefschrift zoekt Ine Voorham wetenschappelijke erkenning voor sociale uitsluiting van bijvoorbeeld daklozen en drugsverslaafden.

Model voor sociale uitsluiting

Ine Voorham ontwikkelde een onderzoeksmodel voor sociale uitsluiting. Om dit model te toetsen voerde zij veldonderzoek uit onder 2000 cliënten van het Leger des Heils en hield ze interviews met ruim veertig cliënten. In haar proefschrift concludeert Voorham dat het beeld dat mensen van hun eigen gezondheid hebben (psychische en fysieke gezondheid en verslaving aan met name alcohol en drugs) een belangrijke voorspeller is van sociale uitsluiting. Jeugdervaringen en ervaringen (als slachtoffer of als dader) met grensoverschrijdend gedrag blijken op hun beurt van invloed op deze ‘beleefde gezondheid’.

Uit het onderzoek blijkt dat de mate van feitelijke sociale uitsluiting direct of indirect wordt bepaald door de omstandigheden waaronder iemand wordt opgevoed, de leeftijd waarop men zelfstandig gaat functioneren, het tijdstip waarop men van school gaat, het vermogen relaties aan te gaan en te onderhouden, het feit dat men slachtoffer is van geweld, intimidatie en seksueel misbruik en dat men met criminaliteit in aanraking komt.

Verslaving aan alcohol of drugs zijn van invloed op de ‘beleefde gezondheid’. Deze ‘beleefde gezondheid’ is op zijn beurt weer van invloed op sociale uitsluiting. Bron: Jaarverslag ‘Stand van drugsproblematiek in de EU’

“Het komt niet vanzelf goed”

In haar proefschrift doet Voorham suggesties voor vermindering of voorkoming van sociale uitsluiting. Deze suggesties lopen uiteen van meer betaalbare, relatief goede huurwoningen in buurten waar een verscheidenheid aan woningen, culturen en leefstijlen aanwezig is, tot het ontwikkelen van ‘zorgarrangementen’ voor huisvesting, woonvaardigheden en financiën, alsmede het eenvoudiger toegankelijk maken van advies- en meldpunten kindermishandeling. “Maar”, stelt Voorham, “het komt niet vanzelf goed. Mensen moeten ervan bewust worden gemaakt dat ze er wat aan moeten en kunnen doen. Een substantiële groep mensen staat buiten de samenleving. En dat gaat iedereen aan.”

Dit artikel is een publicatie van Universiteit Twente.
© Universiteit Twente, alle rechten voorbehouden
Dit artikel publiceerde NEMO Kennislink op 15 mei 2006
NEMO Kennislink nieuwsbrief
Ontvang elke week onze nieuwsbrief met het laatste nieuws uit de wetenschap.