Je leest:

Snelle evolutie naar kleine vis

Snelle evolutie naar kleine vis

Auteur: | 23 november 2007

Door de overbevissing van de laatste decennia blijft vis kleiner. De veranderingen zijn genetisch en daardoor niet snel omkeerbaar. Onderzoeker Adriaan Rijnsdorp: ‘Het herstel duurt tien à twintig keer zo lang’.

Maar een klein deel van de totale hoeveelheid vis sterft een natuurlijke dood. Veel meer wordt door de mens gevangen: wel vier keer zo veel. Door internationale regels wordt vooral gevangen op oudere dieren. Het idee daarachter was altijd dat de dieren dan eerst enkele jaren de kans krijgen om zich voort te planten.

Nu blijkt dat die wetgeving heeft gezorgd voor een zeer snelle verkleining van de vissen van verschillende soorten. Bovendien zijn de dieren op jongere leeftijd geslachtsrijp. Doordat de kleinere, eerder volwassen vissen van een soort niet meer werden gevangen, konden zij zich voortplanten. Hun nakomelingen hadden hun genen en bleven ook kleiner. Inmiddels, enkele tientallen jaren later, zijn bijna alle exemplaren van de soort zoals die groep van toen.

Nieuwe relaties

Dertien instituten voor visserij-onderzoek uit heel Europa hebben meegewerkt aan het onderzoek, dat is gepubliceerd in Science. Ze waarschuwen voor een gevaar voor de ecologie als gevolg van de kleine vis. Migratiepatronen van de soorten zullen veranderen. Daardoor zullen de bestaande relaties tussen prooien en hun roofdieren wegvallen en zullen nieuwe ontstaan. Het is niet te voorspellen hoe dit zich ontwikkelt.

Vanuit Nederland was IMARES, een vestiging van de Universiteit Wageningen in IJmuiden, bij het onderzoek betrokken. Onderzoeker Adriaan Rijnsdorp richtte zich op schol en tong in de Noordzee. Hij vindt dat de politiek actie moet ondernemen.

In 1960 was een vrouwtjesschol volwassen bij een lengte van 35 cm; tegenwoordig is dat nog maar 30 cm.

‘De afname van lichaamsgrootte van schol en tong heeft maar tien tot dertig jaar geduurd. Gelukkig is het niet een onomkeerbaar proces, maar het duurt wel tien à twintig keer zo lang voordat de vissen weer in hun oude staat zijn. Nu al denken we dat er 100 tot 150 jaar nodig is om te herstellen. Er moet dus snel iets gedaan worden in de politiek. Dit kun je niet nog tien jaar voor je uit schuiven.’

Ook klein is fijn

Maar hoe denken de visserij-onderzoekers dat de politiek rekening kan houden met deze evolutionaire veranderingen? Rijnsdorp: ‘We moeten de volwassen dieren de kans geven zich voort te planten. Je zou er bij schol voor kunnen kiezen om de dieren ouder dan zes jaar te ontzien. Die dieren leven in andere gebieden dan de jongere exemplaren, dus dat is mogelijk. Dan hebben ze nog zo’n tien jaar om zich voort te planten.’

Als alleen gekozen wordt voor een verbod op het vangen van oudere vis, zou dat een enorme afname betekenen van de totale hoeveelheid vis die gevangen mag worden. Dat ziet ook Rijnsdorp in. ‘Daarom zou het dan ook toegestaan moeten worden om op jongere exemplaren te vissen. Maar dat is eigenlijk niet aan de onderzoekers. Dit is een kwestie voor politici. Wij zeggen alleen dat er snel gehandeld moet worden en daarbij reiken we mogelijke oplossingen aan.’

Zie ook:

Dit artikel is een publicatie van NEMO Kennislink.
© NEMO Kennislink, sommige rechten voorbehouden
Dit artikel publiceerde NEMO Kennislink op 23 november 2007
NEMO Kennislink nieuwsbrief
Ontvang elke week onze nieuwsbrief met het laatste nieuws uit de wetenschap.