Naar de content

Sneeuwvrij? Lees een historisch boek!

Boekenspecial voor donkere dagen

Buiten vriest het dat het kraakt en ligt de sneeuw centimeters hoog: echt Hollands winterweer. Het perfecte moment om lekker binnen op de bank een historisch boek te lezen. Hier twee aanraders van de Geschiedenisredacteuren van Kennislink om de winter mee door te komen.

Hans Goedkoop en Kees Zandvliet,
De Gouden Eeuw (2012)

De Gouden Eeuw leest lekker weg en bevat veel mooie kleurenfoto’s met uitvergrootte details. Leuk als cadeau en mooi voor op de koffietafel. Of voor op het toilet: de 17 hoofdstukken uit het boek zijn vrij kort dus daar ben je zo doorheen. Het boek biedt niet veel nieuwe inzichten. De grote lijnen die De Gouden Eeuw aanhaalt zijn onmisbaar voor een overzicht van de Gouden Eeuw, met name voor lezers met weinig historische kennis, maar algemeen bekend. Het Grote Publiek is duidelijk de doelgroep van het boek. Om het boek extra bereikbaar te maken voor deze groep lezers, vergelijken de auteurs de Gouden Eeuw regelmatig met de huidige maatschappij. Herkenbaarheid is altijd aantrekkelijk dus dit werkt goed. En of historici over 50 jaar nog steeds dezelfde conclusies trekken, zien we dan wel weer…

Toch is De Gouden Eeuw wel degelijk een interessant boek, ook voor historici. De schrijvers gaan zo nu en dan gedetailleerd in op het dagelijks leven van de gewone zeventiende-eeuwer en geven leuke weetjes. Hier haalt het boek zijn charme uit, naast het geweldige beeldmateriaal. Dus voor wie dit mooie plaatjesboek ergens ziet liggen: blader dan niet alleen maar lees ook een stukje.

Grootschalige operatie

De Gouden Eeuw is geschreven bij de gelijknamige tentoonstelling in het Amsterdam Museum en de televisieserie die nog tot in maart 2013 te zien is. De onderwerpen die de serie behandelt, komen ook in het boek aan bod hoewel televisie nu eenmaal andere mogelijkheden heeft. Een mooi voorbeeld van de aanvullende waarde van de serie is het muziekfragment van het Wilhelmus in aflevering 1 van de serie. Het boek kon in dit geval alleen de geschreven versie van het lied tonen.

Het positivisme in het boek is duidelijk aanwezig: we mogen weer trots zijn op onze geschiedenis en zeker op deze bijzondere periode. De ondertitel van het boek is niet voor niets Proeftuin van onze wereld. Florerend op het gebied van kunst, navigatie en handel, een politiek stelsel wat nooit eerder had bestaan, ontwikkeling en welvaart voor velen was ons land een voorbeeld voor andere naties en andere tijden. Maar om al die hoogtepunten te bereiken, bewandelden de zeventiende-eeuwers niet altijd even rechte paden. De wandaden tegen de plaatselijke bevolking door VOC dienaars worden aangehaald: om een monopolie te kunnen vestigen was geweld nodig. Deden de Hollanders het niet, dan hun concurrenten wel. En daarnaast werden de plaatselijke wilden niet voor vol aangezien.

Panorama met Nederlandse schepen op de Sont 1726

Wikicommons

Minder bekend is dat de handelaren die naar de Oostzee voeren een flinke vinger in de plaatselijke pap hadden. Deze vorm van handel, ook wel de Moedernegotie genoemd, was veel grootschaliger en lucratiever dan de handel in specerijen. De handelaren moesten met hun schepen door de Sont, een nauwe zeestraat tussen Zweden en Denemarken, varen en een soepele doorgang was hier onontbeerlijk. Het boek vertelt het verhaal over Nederlandse koopmannen zie zich tot op het hoogste niveau met de strubbelingen tussen de twee Scandinavische landen bemoeiden. Ze speelden de koningen tegen elkaar uit, verkochten hen beide wapens en zorgden dat de tol laag bleef voor Hollandse schepen. Uit correspondentie is gebleken dat de Staten-Generaal een oogje dicht kneep als haar handelaren bondgenootschappen schond door wapens te verkopen aan de ‘verkeerde’ partij. Geld is geld.

De handelaren hadden nog een troef in handen: ze waren rijk geworden van de Oostzeehandel en sommigen gebruikten hun rijkdom voor politieke doeleinden. De Zweedse en de Deense koning hadden regelmatig geld nodig om oorlog met elkaar te voeren. Dit geld kregen ze van de Hollanders in ruil voor stukken land, mijnen, verheffing tot de adelstand enzovoort. Zo belandde grote delen van Zweden in handen van de Hollandse wapenhandelaar Louis de Geer. Aan de andere kant van de Sont deed de familie Marselis hetzelfde en zij kregen zelfs letterlijk de Deense koningskroon als onderpand in handen. De macht van de Republiek de Zeven Verenigde Nederlanden was zo groot dat zij via haar onderdanen in andere koninkrijken de touwtjes in handen. Dat zijn nog eens gouden tijden.

Fik Meijer
Paulus. Een leven tussen Jeruzalem en Rome

Misschien heb je je de afgelopen kerst wel afgevraagd hoe het toch kan dat vrijwel de hele wereld na ruim 2000 jaar nog altijd de geboorte van één man herdenkt. Die man is natuurlijk Jezus Christus, de hoofdpersoon in de grootste religie ter wereld, het Christendom.

Historici twijfelen er niet over dat Jezus als historisch figuur echt heeft bestaan. Maar ze zijn het er ook over eens dat Jezus het niet alleen aan zichzelf te danken heeft dat hij zo bekend is geworden. Dat komt door een figuur die, ook in de Bijbel, minstens een net zo’n grote rol speelde. Die figuur is bekend als Paulus.

Na Paulus’ raadselachtige bekering tot het vroege Christendom reisde hij de toen bekende wereld over om het nieuwe geloof te verspreiden. Paulus verspreidde het Christendom door het Romeinse Rijk en overtuigde Joden, Grieken en Romeinen van de juistheid van dit deze heilsleer. Zonder Paulus was het Christendom een onbeduidende afsplitsing van het Jodendom in een uithoek van het Romeinse Rijk gebleven. En niet de wereldgodsdienst die het nu is.

Maar ondanks het enorme belang van Paulus voor de wereldgeschiedenis weten we bar weinig over hem. Buiten de Bijbel (en enkele apocriefe geschriften) wordt hij nauwelijks in historische bronnen genoemd. Emeritus hoogleraar oude geschiedenis Fik Meier zette alles wat we over Paulus weten op een rijtje en schreef een biografie over de historische Paulus.

Fanatieke christenvervolger

Voor hij zich van de ene op de andere dag tot het Christendom bekeerde, was Paulus een farizeeër; een aanhanger van een mystieke, maar streng religieuze stroming binnen het Jodendom. Binnen de gemeenschap was hij bekend onder de naam Saulus. Bizar genoeg hield Saulus zich fanatiek bezig met het vervolgen van Christenen. Zij hadden zich afgesplitst van het Joodse geloof om een ‘valse Messias’ te vereren, Jezus van Nazareth.

Saulus was onderweg naar Damascus met een opdracht daar Christenen te vervolgen toen hij – volgens de Bijbel – een fel licht zag en een stem hoorde die hem overtuigde dat hij Christen moest worden, in plaats van hen te vervolgen.

De bekering van Paulus op weg naar Damascus, muurschildering van Michaelangelo, 1542

wikimedia commons

Hoe het ook zij, na zijn bekering ging Paulus op reis om het geloof te verspreiden. Lastig, want zowel Joden, die in Jezus een valse Messias zagen, als niet-Joden, die veelal geloofden in een heel pantheon van goden, zaten helemaal niet te wachten op een nieuwe godsdienst. Maar Paulus had succes. Overal in het Romeinse Rijk stichtte hij Christelijke gemeenten.

Zeer leesbaar en met zijn kenmerkende enthousiasme vertelt Fik Meijer over de vele reizen van Paulus. Hoe hij uiteenlopende groepen wist te overtuigen van het Christelijke geloof. Meijer beschrijft hoe de welbespraakte Paulus vooral bij de lagere klassen – en dat waren er nogal wat in de oudheid – succes had. Arme, eenvoudige arbeiders waren veel makkelijker voor het nieuwe geloof te winnen dan rijke stedelingen. De simpele boodschap – geloof in Jezus en wordt verlost van alle ellende – sprak hen aan.

Drie keer stuiteren

Volgens de Christelijke traditie werd Paulus uiteindelijk in Rome gevangen genomen en onthoofd. Zijn hoofd zou drie keer zijn opgestuiterd, waarna spontaan drie bronnen waren ontsprongen. Zijn lichaam zou zijn overgebracht naar het landgoed van een Christelijke vrouw en daar zijn begraven, op de plek waar nu de basiliek Sint-Paulus-Buiten-de-Muren staat.

‘Maar het kan ook anders zijn gegaan, we zullen het nooit weten’, besluit Meijer zijn laatste hoofdstuk over de dood van Paulus. Dat geldt in zekere zin voor zijn hele Paulus-biografie. Zelfs een uitstekend oudhistoricus als Meijer kan over een figuur waarvan nagenoeg alleen Bijbelse bronnen bestaan niet een volledig betrouwbaar verhaal vertellen. Het belangrijkste is dat het een consistente en erg leesbare biografie is.

Meijer laat opnieuw merken dat hij als geen ander de oudheid tot leven kan wekken. Zijn Paulus-biografie fascineert en vertelt een prachtig verhaal over een gedreven avonturier die alles op alles zet om zijn overtuigingen te verspreiden.