Je leest:

Sms’je geeft uitsluitsel in moordzaak

Sms’je geeft uitsluitsel in moordzaak

Auteur: | 18 september 2008

Binnen de forensische taalkunde wordt aan de hand van tekstanalyse onderzocht of een taalkundig bewijsstuk wel of niet afkomstig is van een verdachte. Wanneer bepaalde spellingsvarianten of grammaticale constructies regelmatig terugkomen in een tekst, kan een auteursprofiel worden opgesteld.

In februari 2008 speelde in Yorkshire (Engeland) een rechtszaak rond de moord op de 19-jarige Jenny N. Eerste verdachte in de zaak was de 48-jarige David H. Hoewel het lichaam van Jenny nooit is gevonden, werd David toch veroordeeld aan de hand van bijzonder bewijsmateriaal…

Vlak na Jenny’s verdwijning ontvingen vrienden van haar een aantal sms-berichtjes, die suggereerden dat ze nog in leven was. Een forensisch taalkundige die de berichten onder de loep nam, concludeerde dat de schrijfstijl niet correspondeerde met die van Jenny, maar wel met die van haar ex-vriend David.

Forensisch onderzoek is onderzoek dat gedaan wordt ten behoeve van strafrechtelijk onderzoek. Op 1 september 2008 werd het Centrum voor Forensische Taalkunde aan de Aston Universiteit (Birmingham) officieel erkend als specialisme in het strafrechtelijk onderzoek.

Stijlkenmerken

Forensisch taalkundigen vergelijken gesproken of geschreven teksten van verschillende verdachten met elkaar om te bepalen van wie een taalkundig bewijsstuk, zoals een opname van een telefoongesprek, een brief of sms-bericht, afkomstig is. Zelfs in kleine fragmenten tekst zijn zij in staat een aantal stijlkenmerken op te sporen. Zo kwamen in Jenny’s sms’jes de woorden my en myself regelmatig voor, terwijl David altijd de Yorkshire dialectvarianten me en meself gebruikte.

Database

Deze zaak illustreert goed op wat voor manier taalkundigen een bijdrage kunnen leveren aan strafrechtelijk onderzoek, aldus dr Tim Grant van het Centrum voor Forensische Taalkunde aan de Aston Universiteit. Grant is de bedenker van een methode om taalkundig bewijsmateriaal bruikbaar te maken voor de rechtbank. Daarvoor bouwde hij een database met meer dan 8.000 sms-berichten. Deze werden geanalyseerd met geavanceerde statistiek.

Dadersprofiel

Het aantal mogelijke auteurs van een tekst is in het geval van een rechtszaak gelijk aan het aantal verdachten. Daar gaat grondig politieonderzoek aan vooraf. Hoe kleiner het aantal mogelijke auteurs, hoe betrouwbaarder de statistiek. Ook kunnen forensisch taalkundigen een ‘sociolinguistisch’ profiel van een auteur maken. Deze geeft bijvoorbeeld informatie over het geslacht of de leeftijd van de schrijver van het bericht. De man-vrouwverschillen zijn stereotiep: vrouwen zijn over het algemeen persoonlijker en minder zakelijk in hun stijl dan mannen.

Plagiaatplegers

Maar de methodes die worden ontwikkeld door Grant en zijn collega’s worden ook voor heel andere doeleinden gebruikt dan misdaadonderzoek alleen. Zo wordt het softwareprogramma CopyCatch tegenwoordig gebruikt om sollicitatiebrieven van potentiele studenten te scannen op een éénduidige schrijfstijl. Stukken tekst die van internet zijn overgenomen, worden op deze manier heel snel door de computer herkend. De plagiërende studenten wordt de toegang tot de universiteit ontzegd.

Dit artikel is een publicatie van NEMO Kennislink.
© NEMO Kennislink, sommige rechten voorbehouden
Dit artikel publiceerde NEMO Kennislink op 18 september 2008
NEMO Kennislink nieuwsbrief
Ontvang elke week onze nieuwsbrief met het laatste nieuws uit de wetenschap.