
Wie yoghurt eet, werkt dagelijks duizenden bacteriën van de soort Lactobacillus naar binnen. Deze bacterie wordt al eeuwen aan yoghurt en andere melkproducten toegevoegd om ze vers te houden. Inmiddels heeft de yoghurtbacterie in de darmen van veel mensen een vast stekkie gevonden. En vanuit die plek doet hij nuttige dingen, zo blijkt in het tijdschrift Microbiology: zo houdt de stam Lactobacillus rhamnosus onder meer infecties van andere bacteriën tegen. Maar hoe de bacterie dat doet, bleef voor lange tijd een raadsel.
Een groep internationale onderzoekers, waaronder Nederlandse, denkt daar nu een antwoord op te hebben gevonden. Dat schrijven ze in het tijdschrift Proceedings of the National Academy of Sciences. De stam Lactobacillus rhamnosus – die trouwens het oormerk ‘GG’ draagt – heeft speciale eiwitten die hem helpt om bijzonder intiem contact met de darmwand te maken. Dat houdt schadelijke bacteriën buiten de deur, omdat de relatief onschuldige Lactobacillus GG met zijn innige contact de beste plekjes al heeft ingenomen.
Dat concluderen de biologen uit DNA-onderzoek. Ze vergeleken het DNA van Lactobacillus GG met een andere Lactobacillus-stam, die juist bekend staat om zijn zwakke contact met slijm. Ze vonden alléén bij Lactobacillus GG genen voor intiem slijmcontact. Daarmee is hij vergeleken bij andere bacteriën een enorme slijmknuffelaar.
Nu duidelijk is welke genen nuttig zijn voor een intieme, slijmerige huisvesting in onze darmwand, helpt dat andere onderzoekers bij het uitkiezen van nieuwe bacteriën voor voedselverrijking en medicatie, of – belangrijker – het beter begrijpen van darminfecties.
Zie ook
- De eetcultuur is een fopwereld (Kennislinkartikel van NWT)
- Doden toch veroorzaakt door probiotica (Kennislinkartikel)