Tijdperk van de mens

Sinds de oertijd is onze invloed op onze omgeving steeds groter geworden. Inmiddels zijn we volgens sommige wetenschappers aanbeland in het Antropoceen: het tijdperk van de mens. Welke uitvindingen hebben ons hier gebracht? NEMO Kennislink zet de belangrijkste op een rijtje.

Dim Hou, Unsplash license.
Kampvuur

Met het beheersen van vuur kon de mens een veilige plek creëren die roofdieren weghield, maar ook een plek om eten te bereiden dat veiliger en beter verteerbaar was. Daarnaast was het kampvuur een podium voor verhalen, cultuur. Nog steeds is het vuur overal te vinden: in energiecentrales, kachels, barbecues, motoren, en ovens. Maar vuur vraagt om brandstof, zoals hout, gas, kolen of olie. Bij die verbranding komt CO2 vrij, het belangrijkste broeikasgas dat de aarde opwarmt.

Mathias Erhart, Flickr, CC BY-SA 2.0.
Landbouw

Akkerbouw en veeteelt begonnen meer dan tienduizend jaar geleden, op verschillende plekken in de wereld – elk met eigen dier- en plantensoorten. Met de opkomst van landbouw veranderde de mens van een nomade in een boer met een vast huis en daaromheen akkers en weiden. Sindsdien is de landbouw steeds intensiever geworden. We kunnen steeds meer monden voeden, maar leggen tegelijk een druk op de wereldwijde natuur. De intensieve veehouderij en productie van kunstmest stoten bovendien veel broeikasgassen uit.

Rajesh Ram, Unsplash license.
Stoommachine

De industrialisatie van eind negentiende en begin twintigste eeuw was een combinatie van een energierevolutie en daaraan gekoppelde machines. De eerste stoommachines kwamen op in de achttiende eeuw, de eeuw daarna de eerste fabrieken. James Watt verbeterde de bestaande stoommachine met een grote sprong in het rendement. Het energieverbruik in Nederland werd door de Industriële Revolutie in de negentiende eeuw vijf keer zo groot. Steenkolen verdrongen de andere energiebronnen, voornamelijk spierkracht van mens en paard, wind- en watermolens en turf.

Michel Stockman, Unsplash license.
Gloeilamp

“De grote energievoorzieningen van nu – gas, olie en elektriciteit – vinden alle drie hun oorsprong in de verlichtingssystemen eind 19e eeuw,” stelt Harry Lintsen, emeritus-hoogleraar techniekgeschiedenis. De uitvinding van de gloeilamp en bijpassend verlichtingssysteem door Thomas Edison maakte de elektrische lamp een geduchte concurrent van gaslicht in straatlantaarns en herenhuizen. Daarop kwamen gasbedrijven met het gloeikousje, dat gaslicht efficiënter maakte. Met de muntgasmeter deed gaslicht zijn intrede in de huizen van midden- en arbeidersklasse. “Een muntgasmeter gaf je voor een kwartje een tijdje gaslicht. Niet lang daarna volgden gasverwarming en gasmotoren. Vanuit de gasverlichting ontwikkelde zich een volwaardig energiesysteem.”

Severin Höin, Unsplash license.
Benzinemotor

Aardolie haalt Nederland vanaf 1890 uit Indonesië, aanvankelijk alleen voor lampolie (kerosine). “Pas met de doorbraak van de auto begin twintigste eeuw komen daar benzine en diesel bij,” vertelt Lintsen. “Vandaaruit wordt de petrochemische industrie opgebouwd: de raffinaderijen gaan plastics, kleurstoffen, oplosmiddelen, enzovoorts maken.”

Matthew Henry, Unsplash license.
Vliegtuig

Met het vliegtuig wordt de wereld een stuk kleiner om te bereizen. Tegelijk is het tekenend voor de welvaart en consumptie die volgens Lintsen sinds 1960 doorslaat ten koste van het klimaat. Tussen 1960 en 2018 nam het aantal gevlogen passagierskilometers toe van zo’n honderd miljard naar ruim achtduizend miljard kilometer per jaar. De kooldioxide-uitstoot van de sector werd in die tijd bijna zeven keer zo groot. Vliegtuigen stoten daarnaast ook andere broeikasgassen uit. Samen zorgen die voor 3,5 procent van de opwarming van de aarde.

John McArthur, Unsplash license.
Internet

De computer en het internet brachten de informatie- en communicatietechnologie in een stroomversnelling. Eindeloos veel data reizen de wereld over tussen gebruikers. Om al die data op te slaan zijn grote datacentra nodig die stroom vreten. Volgens een studie uit 2018 zal de ICT-sector over twintig jaar zo’n veertien procent van de uitstoot van broeikasgassen voor zijn rekening nemen. Desondanks neemt het energieverbruik van datacentra wereldwijd minder snel toe, omdat ze efficiënter worden.

Bernard Hermant, Unsplash license.
Zonnecel

De transitie naar duurzame energie is inmiddels in volle gang. We bouwen wind- en zonneparken. Techniekhistoricus Harry Lintsen heeft desondanks een waarschuwing: “Elke transitie is een uitruilproces, het heeft voor- en nadelen. De productie van zonnecellen kost grondstoffen. Daarnaast kan de transitie de energiekloof vergroten: niet iedereen kan zonnecellen aanschaffen of het huis isoleren, en betaalt vervolgens een hogere prijs voor energie terwijl ze minder te besteden hebben.”

Nuno Marques, Unsplash license.