Je leest:

Slachtplaats Neanderthalers nabij Assen?

Slachtplaats Neanderthalers nabij Assen?

Auteur: | 27 januari 2011

Enkele jaren geleden ontdekten archeologen nabij Assen een kampement van Neanderthalers uit de laatste ijstijd. Mag dit al vrij bijzonder genoemd worden, nu het kamp steeds meer van zijn geheimen prijsgeeft wordt het nog veel interessanter. Waarom bevinden zich hier veel meer vuistbijlen dan op de meeste andere bekende Neanderthaler-vindplaatsen in Nederland? En waar zijn de afslagen gebleven – de restproducten van het vervaardigen van deze werktuigen? De “werkplaats” waar het gereedschap vervaardigd werd bevond zich klaarblijkelijk ergens anders. Wellicht is de ontdekking een slachtplaats van ruim 50.000 jaar geleden?

In het midden van de Oude Steentijd (Midden Paleolithicum), van ongeveer 130.000 tot 35.000 jaar geleden, werden Centraal- en Zuid-Europa bevolkt door Neanderthalers. Het waren jagers en verzamelaars, die meestal rondtrokken maar soms ook voor enige tijd ergens hun kamp opsloegen. Lange tijd is gedacht dat het bestaan van zulke kampen in Nederland ongeveer ophield bij de grote rivieren. In Groningen, Friesland en Drenthe werd weliswaar af en toe een bewerkt stuk vuursteen gevonden, maar het betrof altijd losse vondsten of vindplaatsen waar slechts enkele artefacten (archeologische vondsten) bij elkaar in de buurt werden aangetroffen. Uitzonderingen vormden Mander in Overijssel en een vindplaats bestaande uit een aantal akkers in het Corversbos bij Hilversum, waar in de loop der tijd tientallen artefacten uit het Midden-Paleolithicum zijn verzameld.

Nieuwe vondst

Hierin kwam verandering toen eind 2006 het project Midden-Paleolithicum Noord-Nederland werd opgestart door Marcel Niekus en Dick Stapert van het Groninger Instituut voor Archeologie (GIA) en Jaap Beuker van het Drents Museum, in samenwerking met studenten uit Groningen en Leiden en vele amateur-archeologen uit heel Noord-Nederland.

Vele amateur-archeologen en archeologiestudenten zoeken naar artefacten van de Neanderthaler voor het project ‘Midden-Paleolithicum Noord-Nederland’, zoals hier bij Zweeloo in Drenthe.
J.R. Beuker, Assen, met toestemming

Het leidde tot de ontdekking van een Neanderthaler-kamp langs de rand van een beekdal in de omgeving van Assen – de exacte locatie is een goed bewaard geheim – waar inmiddels bijna 50 middenpaleolitische artefacten zijn gevonden. Hiermee is het, na Mander en de vindplaats in het Corversbos, het grootste kampement boven de grote rivieren, en tevens de meest noordelijke vindplaats in ons land.

Tijdelijke bivak

En Assen is anders. Worden de vindplaatsen bij Mander en Hilversum gezien als ‘normale’ kampementen waar vuursteen is bewerkt en wat andere activiteiten zijn uitgevoerd, het kamp dicht bij Assen fungeerde waarschijnlijk slechts als tijdelijke bivak. “Een plek waar misschien dieren werden geslacht, misschien ook houten werktuigen werden gemaakt”, vertelt Niekus. “Waarschijnlijk beiden”

Twee zijden en een zijaanzicht van een subdriehoekige vuistbijl. Afgezien van een kleine beschadiging – een schelpvormig fragment is door vorstwerking uit het oppervlak gesprongen, waardoor een gat ontstond – is de bijl compleet. Dit fraaie werktuig is op vakkundige wijze vervaardigd van uitstekende vuursteen; het is waarschijnlijk dat de bewoners het van elders meebrachten naar de vindplaats.
J.R. Beuker, Assen (met toestemming)

Vuistbijlen

Wat het kamp bijzonder maakt is het hoge aantal vuistbijlen dat gevonden is. Negen werden er tot nu toe opgeraapt. Dat is zo’n 20% van alle gevonden artefacten – een ongekend hoog percentage. Ter vergelijking: Bij Mander is in ruim 30 jaar maar één vuistbijl gevonden op ongeveer 65 artefacten, in het Corversbos geen enkele, terwijl ook daar tientallen artefacten van de Neanderthaler zijn gevonden. Op basis van de vormen van de vuistbijlen -vooral driehoekige en subdriehoekige exemplaren – is de veronderstelling dat het kamp dateert uit een vroege fase van het Moustérien de tradition Acheuléenne (MTA ) – dus van meer dan 50.000 jaar geleden.

Zijn de mislukte vuistbijlen wellicht probeersels van een kind? Reconstructie gemaakt door het Anthropologisch Instituut, Universiteit van Zürich
Wolfgang Sauber, Wikimedia Commons, CC BY-SA 4.0

Omdat er bij Assen ook een gebroken halffabrikaat van (waarschijnlijk) een vuistbijl is aangetroffen, en kleinere min of meer mislukte exemplaren, zullen sommige van de gevonden vuistbijlen ter plekke vervaardigd zijn, menen de onderzoekers. “De enigszins mislukte vuistbijlen zouden wel eens door een Neanderthaler-kind gemaakt kunnen zijn”, zegt Stapert. Steenbewerken kan je immers niet zomaar – dus dat moest met vallen en opstaan geleerd worden.

Bagage

De meeste gevonden artefacten leken echter van elders te komen. Met name van enkele vuistbijlen en een kling vervaardigd met de zogenaamde Levallois-techniek is het vrijwel zeker dat ze als bagage door de Neanderthalers naar het kampement zijn meegebracht. “Dat was niet ongebruikelijk, we weten dat ze vaker werktuigen meenamen op hun trektochten”, zegt Niekus.

De redenering is simpel. Wie een vuistbijl maakt laat afval achter – stukken vuursteen die van het werktuig zijn afgeslagen, om uiteindelijk de bijl over te houden. “Bij het maken van een vuistbijl ontstaan tientallen van zulke afslagen”, vertelt Niekus. Dergelijk afvalmateriaal is bij het kampement van Assen echter juist erg weinig gevonden. Niekus: “We zijn al enkele jaren op de vindplaats actief, we hebben honderden uren op de akker gelopen en tienduizenden vuurstenen opgeraapt. Als die vuistbijlen en Levallois-kling ter plekke waren gemaakt dan waren we zeker afvalstukken van die werktuigen tegengekomen.” Dat was echter niet het geval.

Slacht en houtbewerking

Het idee is nu dat de Neanderthalers in Noord-Drenthe arriveerden met een paar vuistbijlen en de Levallois-kling op zak, en dat ze die werktuigen ter plekke hebben gebruikt en achtergelaten. “De beste verklaring is dat we te maken hebben met een tijdelijk kampement”, zegt Niekus. Het kan een plek zijn waar dieren werden geslacht, een plek waar (houten) werktuigen werden gemaakt, misschien ook beiden. Stapert: “Uit onderzoek op buitenlandse vindplaatsen weten we dat MTA-vuistbijlen soms als slachtgereedschap fungeerden, maar dat het merendeel werd gebruikt voor houtbewerking. Vooral kleine vuistbijlen lijken voor het grove slachtwerk niet bijster geschikt.”

Reconstructie van een Neanderthaler, in het Neanderthaler-museum te Dusseldorf, Duitsland.
Ökologix, via Wikimedia Commons, publieke domein

In Nederland is het voor het eerst dat een Neanderthaler-kamp is gevonden waar zoveel vuistbijlen en zo weinig afvalmateriaal is gevonden. Elders in Europa komt het vaker voor. Zo is de situatie bij Assen goed vergelijkbaar met wat bekend is over de vindplaats Ochtmissen in Duitsland. Niekus: “Ook hier zijn Neanderthalers neergestreken met hun vuistbijlen als bagage. Ze hebben ze gebruikt en ter plekke weinig aan vuursteenbewerking gedaan; een paar kernen bewerkt, soms een vuistbijl aangescherpt maar niet veel meer dan dat. Ze zullen dus doelbewust naar die locaties zijn gegaan omdat ze wisten dat daar wild was te vangen.”

En verder?

Intussen gaat het onderzoek verder, en hebben ook geologen en studenten geo-archeologie van de Vrije Universiteit in Amsterdam zich aangesloten bij het project, om uit te zoeken of er in de ondergrond van het gebied meer aanknopingspunten te vinden zijn over de leefwijze van de Neanderthalers die hier tienduizenden jaren geleden rondliepen.

De vondsten van dit eerste Neanderthaler-kampement in Drenthe zullen in de loop van 2011 worden opgenomen in de vaste expositie van het nieuwe Drents Museum.

Referenties:

Niekus et al., Een tweede ‘Mander’: een recentelijk ontdekt kampement van Neanderthalers (Dr.). Paleo-Aktueel 19 (2008) 1-9.

Niekus et al. ‘Living on the edge’. De Neanderthaler in Noord-Nederland. Archeobrief 3 (2009) 25-36.

Niekus et al., Speuren naar Neandertalers: een vuistbijlrijke vindplaats op het Drents Plateau bij Assen. Nieuwe Drentse Volksalmanak 127 (2010) 99-114.

Zie ook:

Meer Neanderthalers:

Dit artikel is een publicatie van NEMO Kennislink.
© NEMO Kennislink, sommige rechten voorbehouden
Dit artikel publiceerde NEMO Kennislink op 27 januari 2011
NEMO Kennislink nieuwsbrief
Ontvang elke week onze nieuwsbrief met het laatste nieuws uit de wetenschap.