Nog niet zo lang geleden waren seks en seksualiteit vies en verboden. Porno was alleen in het geniep verkrijgbaar en seks was iets voor de slaapkamer. Sinds de jaren zestig van de vorige eeuw kwam een verandering op gang, waardoor we vandaag zijn waar we zijn. Seksualiteit, zo vinden we, is iets leuks en natuurlijks en iets waar je met iedereen over kunt praten. Wat privé was, is nu steeds meer openbaar.

De grenzen verschuiven, en dat doen ze eigenlijk altijd. In de vijftiende eeuw waren dingen als seks voor het huwelijk en overspel verboden, al hield men zich daar in de praktijk natuurlijk niet aan. In het boek ‘Der Minnen Loep’ van Dirc Potter werd bijvoorbeeld een grens getrokken tussen ‘geoorloofd’ en ‘ongeoorloofd (be)minnen’. ‘De blanke hals en de rode wangetjes mag men gewoon aanraken. De borstjes mag men gerust strelen, als ze niet te streng omsloten zijn’. En een anonieme schrijver van het vijftiende-eeuwse ‘Sondaren troest’ (‘Troost voor zondaren’) trok de grens bij het zien van ‘elkaars schamele leden’, het elkaar op ‘onbehoorlijke wijze’ kussen en het ‘op onbehoorlijke plaatsen de liefde bedrijven’.
Grappig is dat seksuele handelingen niet direct leidden tot schaamte of schande, of tot vermanende taal van de zedenmeesters van de tijd. Dat was pas het geval als mensen erover praatten. Als je het stil kon houden, kon je met volle teugen genieten van de dingen die verboden waren.