Ook satellieten hebben last van het weer. Ruimteweer wel te verstaan, een verzamelnaam voor verschijnselen die satellieten kunnen storen en verslijten. Zo zorgt de zon voor ruimteweer in de vorm van stromen snelle deeltjes en plotselinge uitbarstingen van schadelijke röntgenstraling. Verder dringt een hagel van energetische deeltjes ( kosmische straling) vanuit het heelal ons zonnestelsel binnen. Deze verschijnselen behoren tot de belangrijkste oorzaken van afwijkend gedrag en slijtage van ruimtevaartuigen en de gevoelige instrumenten aan boord.
‘Ruimteweer beïnvloedt sondes en satellieten op allerlei manieren’, vertelt Alessandro Donati, hoofd Geavanceerde missieconcepten en -technologie van ESA’s vluchtleiding ESOC. ‘Gegevens kunnen verloren gaan, de omloopbaan van een satelliet en de kwaliteit van zijn wetenschappelijke gegevens kunnen worden aangetast. Om te weten hoelang we instrumenten moeten uitzetten tijdens gevaarlijke perioden, is het dus heel belangrijk om te beschikken over actuele gegevens’, legt de ruimtevaartexpert uit.
Uitbarstingen van geladen materiaal tijdens zonnevlammen of Coronal Mass Ejections op de zon veroorzaken een regen aan energetische deeltjes. Het ESA-programma SEISOP houdt zulke uitbarstingen in de gaten en waarschuwt de missieleiding van gevoelige satellieten voor naderend gevaar. Voorgrond: door SEISIO gemeten zonneactiviteit tijdens zo’n uitbarsting. Achtergrond: SOHO-opname van een zonnevlam. bron: ESA.
Om het risico van ruimteweer in te schatten ontwikkelt ESA het programma SEISOP ( Space Environment Information System for Operations). Die software levert up-to-date rapporten over het ruimteweer voor ESA’s gammatelescoop Integral. SEISOP houdt ruimteweer en de staat van satellieten bij en geeft de vluchtleiding indien nodig waarschuwingen en advies. Het pakket krijgt zijn ruimteweergegevens deels verzameld van satellieten van ESA, NASA en NOAA (National Oceanic & Atmospheric Administration – VS) en deels van een groot aantal instellingen en voorzieningen op aarde.
Een uitbarsting op de zon van klasse X3 (X-klasse: de zwaarste uitbarstingen) op 13 december 2006, opgenomen door de zonnesatelliet SOHO. De uitgebraakte deeltjes schoten met de halve lichtsnelheid van de zon naar de aarde. bron: ESA / NASA. Klik op de afbeelding voor een grotere versie.
Dankzij SEISOP kunnen missieleiders bepalen wanneer zij instrumenten als sterrenvolgers moeten uitschakelen, systemen op ‘veilige modus’ moeten zetten of andere maatregelen moeten nemen om gevoelige elektronica en sensoren aan boord te beschermen. Sommige instrumenten schakelen automatisch uit als de omstandigheden ongunstig zijn, maar niet allemaal. Het kost veel tijd om een automatisch uitgeschakeld instrument weer in bedrijf te stellen. Daarnaast is het tot nu toe lastig gebleken om precies na te gaan wanneer de straling terug is op een veilig niveau, bijvoorbeeld na een zonsuitbarsting.
In 2007 gaat de ontwikkeling van SEISOP de operationele fase in. De bedoeling is om dan alle ESA-missies te voorzien van dezelfde updates over het ruimteweer. ‘We verwachten dit jaar een begin te maken met de definitieve operationele versie. SEISOP kan binnen ESA maar ook aan ruimtevaartorganisaties wereldwijd waarschuwingsdiensten leveren. Ieder ruimtevaartuig kan immers te maken krijgen met het ruimteweer’, zegt Donati.
Dit artikel is een bewerking van een artikel van ESA.
Zie verder
- ESA mission controllers react to solar flare (Engels)
- Cluster protects astronauts and satellites against ‘killer electrons’ (Engels)
- Sterkste gammaflits ooit verblindt satelliet (Kennislinkartikel)
- Zonnevlammen storen GPS (Kennislinkartikel)
- Deeltjesschild voor astronauten (Kennislinkartikel)
- Stadia van een zonnevlam (Engels)