Op 1 januari ontdekte de vluchtleiding van het internationale ruimtestation ISS een kleine maar gestage daling in de luchtdruk aan boord van het station. De twee astronauten aan boord van het ISS werden daar op 5 januari van op de hoogte gesteld. Een week zoeken heeft nu de waarschijnlijke bron opgeleverd: een slang in het Amerikaanse deel van het ruimtestation.

“Het ziet ernaar uit dat we de oorzaak hebben gevonden,” zei astronaut Douglas Wheelock vanuit het vluchtleidingscentrum in Houston. “We gaan nu natuurlijk nog extra metingen doen om te bevestigen dat we echt hebben gevonden waar we op hoopten.”

Tijdens het afgelopen weekend werden de secties van het ISS van elkaar afgesloten. Op die manier hoopte de vluchtleiding te kunnen bepalen in welk deel van het ruimtestation het lek zich precies bevond. In de dagen daarvoor onderzochten de astronauten allerlei onderdelen van het ruimtestation met ultrageluids-apparatuur.

Bij een zoektocht in het Amerikaanse Destiny-laboratorium vond Michael Foale vandaag een slang die lucht tussen twee lagen van de ruiten wegpompt. Hij zegt een duidelijk gesis te hebben gehoord. De slang werd snel losgekoppeld en sindsdien is de druk aan boord van het ISS stabiel gebleven.

Uit onderzoek van oude sensor-data door het grondteam bleek, dat de druk aan boord van het ISS al sinds 22 december daalde. Het was, benadrukte de vluchtleiding, geen levensbedreigende situatie: in de afgelopen weken was de luchtdruk nog maar met drie promille gedaald. Pas bij een veel lagere druk krijgt bepaalde apparatuur last van de lage druk en komen de astronauten aan boord in de problemen. In noodgevallen konden zij altijd nog geëvacueerd worden met het Russische vrachtschip Progress, dat aan het ISS is vastgekoppeld.