Naar de content

Romeinse schedels ingeslagen bij Velsen

Een archeologische ontdekking binnen project Odyssee

De Romeinse overblijfselen van een fort bij Velsen vormen een onderdeel van het onderzoeksplan Odyssee. Archeologische opgravingen uit het verleden zijn niet altijd gedocumenteerd. Sterker nog, miljoenen archeologische vondsten, die in de laatste twee eeuwen boven de grond zijn gekomen, liggen vanwege gebrek aan geld en mankracht te verstoffen. Nu is een begin gemaakt met het opnieuw onderzoeken van de vondsten uit 31 vindplaatsen, verspreid over heel Nederland. De resultaten zijn vanaf 15 april 2014 te zien in het Rijksmuseum van Oudheden.

15 april 2014

Twee schedels van afgeslachte Romeinen liggen in een vitrine. Een mooi versierde officiersdolk ligt ernaast. Deze vondsten zijn afkomstig uit een waterput van het Romeinse fort bij het Noord-Hollandse Velsen. Dit fort, inclusief haven aan de noordelijkste monding van de Rijndelta, moest de kust bewaken tegen ‘barbaarse’ indringers vanuit het noorden en vanaf zee.

Dat dit niet altijd lukte blijkt uit de schedels van de Romeinse soldaten. Hun lichamen werden na de overmeestering van het fort in 28 na Chr. in de waterput gedumpt. Verhalen over dit gevecht tegen Germaanse stammen vonden we al terug in de Romeinse geschiedschrijving. Deze archeologische vondsten bevestigen nu het gruwelijke relaas.

Opzet tentoonstelling Bij nader inzien

Opzet tentoonstelling Bij nader inzien

De tentoonstelling heeft de 31 uitgewerkte archeologische opgravingen over heel Nederland (zie kaart) onderverdeeld in vier thema’s.
- Dynamiek (woonomgeving)
- Uitwisseling (groei van Nederland)
- Expressie (met name grafvelden)
- Conflict (gevechten en geweld)

De chronologie, van Steentijd tot Tweede Wereldoorlog, loopt bij deze verdeling door elkaar. Zo omvat het thema Conclict objecten uit de Romeinse Tijd, zoals de dolk en schedels uit Velsen, maar ook opgravingen uit vernietigingskamp Westerbork.

Bij elke uitgewerkte opgraving zijn niet alleen objecten en maquettes te zien, maar is ook een filmpje met de betreffende wetenschapper gemaakt. Hierin vertelt hij of zij meer over de (historische) opgraving of het onderzoek van de objecten.

Fectio alias Vechten

Een ander opgegraven fort is Fectio, naar de rivier de Vecht bij Utrecht. Dit is het oudste Romeinse fort in Nederland is ook gelijk het eerst opgegraven fort. De Romeinen bouwden het verdedigingswerk rond het jaar nul. Ongeveer 1800 jaar later vonden de eerste opgravingen naar het fort plaats. Caspar Reuvens, toenmalig directeur van het Rijksmuseum van Oudheden en hoogleraar Archeologie bij de Universiteit Leiden, leidde toen de eerste opgraving in 1829. De archeologische vondsten die nu te zien zijn, komen van een latere opgraving uit 1946. Zo ook een schitterend versierde paradehelm van een Romeins ruiter, die niet eerder tentoon is gesteld.

Romeinse grafgiften

Na het vertrek van de Romeinen in de vierde eeuw na Christus – ze hadden de machtsstrijd met de Germaanse stammen verloren – was hun invloed niet onmiddellijk verdwenen. Dit maakt het vroegmiddeleeuwse grafveld van Wijchen in Gelderland duidelijk. In dit enorme veld zijn gedurende ruim driehonderd jaar de doden begraven, tussen de vierde en de achtste eeuw.

Niet alleen vlak na het vertrek van de Romeinen kregen de Frankische doden uit de elite Romeinse grafgiften mee, zowel origineel als plaatselijk nagemaakte sieraden en gebruiksvoorwerpen. Romeinse voorwerpen legitimeerden ook in de achtste eeuw nog de macht van de nieuwe, Frankische heersers.

Archeologische vindplaatsen nu

De archeologische onderzoeken die de afgelopen twee eeuwen hebben plaatsgevonden, hadden vaak bouwkundige redenen. De bevolking groeide snel en voor het eerst sinds eeuwen groeide steden ook buiten hun historische stadsgrenzen. Bij al deze bouwwerkzaamheden kwamen archeologische vondsten te voorschijn. De opgegraven objecten zijn opgeslagen, maar van de vindplaatsen is vaak niets meer terug te zien. Veel meer dan de spullen op de planken, die de verhalen vertellen van onze geschiedenis, rest er niet meer. Hoog tijd dus om deze overige objecten te onderzoeken en te ontsluiten.

Impressie van het dorpje (vicus) bij het Romeinse fort Valkenburg, ZH. De opgraving van dit fort in 1922 behoort tot de grootste en meest gedetailleerde in Nederland. Nu zijn ook de opgravingen in de nabij gelegen nederzetting onderzocht en in kaart gebracht. Mikko Kriek
Project Odyssee

“Binnen het programma Odyssee geven onderzoekers betekenis aan vele archeologische vondsten die vaak al jaren in dozen en depots liggen. Dit leidt tot nieuwe wetenschappelijke inzichten binnen de archeologie. Bovendien geven onderzoeksresultaten archeologen en archeologische diensten bij gemeenten handvatten om keuzes te maken bij archeologische vondsten.” (Bron: website van de Nederlandse Organisatie van Wetenschappelijk Onderzoek (NWO). Hier is ook het hele onderzoeksprogramma in te vinden.) De eindresultaten zijn te zien in de tentoonstelling Bij nader inzien, van 15 april tot 15 september 2014 in het Rijksmuseum van Oudheden te Leiden.