De binnenste celmassa van het embryo kan worden geïsoleerd en in vitro worden gekweekt als pluripotente embryonale stamcellen. Deze combinatie van kloneren en het genereren van embryonale stamcellen bleek zeer goed te werken bij muizen, maar experimenten met cellen van primaten bleven zonder resultaat. Het kloneren van primaten bleek een stuk lastiger dan het kloneren van andere zoogdieren. Pas in 2013 lukte het de Amerikaanse bioloog Shoukrat Mitalipov van het primatencentrum in Oregon (VS) voor het eerst om patiënt-specifieke embryonale stamcellen te maken via kloneren. Dit principe wordt therapeutisch kloneren genoemd omdat in plaats van een embryo in de baarmoeder te plaatsen, er embryonale stamcellen van worden gemaakt die voor therapie gebruikt kunnen worden. De naam ‘therapeutisch’ kloneren is in feite een voorschot op wat de cellen zouden kunnen, want tot nu toe kan niet echt gesproken worden van een bestaande therapie.
Een genetische kopie van jezelf
Het is dus mogelijk om menselijke embryo’s te maken via kloneren en in theorie kan het gekloonde embryo in een eileider of baarmoeder worden geplaatst zodat na negen maanden een baby wordt geboren. Dit is vergelijkbaar met de procedure die bij reguliere reageerbuisbevruchting wordt toegepast; het verschil zit hem erin dat bij kloneren de baby genetisch gelijk is aan een ander persoon.
Veel mensen hebben een intrinsieke afkeer van ‘reproductief’ kloneren, voornamelijk gebaseerd op een ‘onderbuikgevoel’. Kloneren van mensen wordt gezien als een aanslag op de menselijke waardigheid. Via dystopische sciencefictionfilms en -boeken wordt vaak een beeld geschetst van grootschalig menselijk kloneren in een totalitaire maatschappij. Andere mensen zijn daarentegen van mening dat ieder persoon uniek en onvoorspelbaar is, en dat kloons dezelfde DNA-sequentie hebben maar niet meer dan dat; identiteit is meer dan alleen een genenpakket. Dat laatste zien we inderdaad bij eeneiige tweelingen (natuurlijke kloons) die weliswaar gelijkenissen vertonen maar tegelijkertijd individuele personen zijn met duidelijke verschillen.

Doden laten herleven
Zijn er toepassingen voor reproductief kloneren van mensen? Sciencefictionliefhebbers zullen wellicht vooral denken aan het maken van een leger slechte mensen, maar dat is niet realistisch. Ook het kloneren van een zeer getalenteerd persoon zoals bijvoorbeeld Albert Einstein of Johan Cruijff wordt soms geopperd als toepassing. Tegenstanders zeggen hierover dat de geestelijke druk op zo’n kloon te groot zal zijn vanwege het verwachtingspatroon dat gecreëerd is door hun ‘tweeling’broer of -zus. Of dat een kloon geen vrije wil zou hebben, geen autonomie. Waarschijnlijk is de druk die ‘normale’ kinderen van beroemdheden hebben echter niet veel kleiner, en weinig eeneiige tweelingen zullen lijden onder de verwachting om iets te kunnen of doen wat hun broer of zus heeft gepresteerd. Het lijkt niet meer dan normaal dat een tweede of derde kind vergeleken wordt met een eerste kind.
Het maken van een kopie van een bestaand persoon is ook de motivatie van voorstanders van het ‘terugbrengen’ van een overleden kind. Als tegenargument voor deze motivaties kan aangevoerd worden dat ieder persoon (ook een kloon) meer is dan alleen een genenpakket en een uniek persoon is, een kloon is geen exacte kopie. Ouders, familie, opvoeding, educatie, en andere sociale factoren spelen een minstens zo belangrijke rol in de vorming van een individu.
Kinderwensen
Een echtpaar met een kinderwens waarbij beide ouders onvruchtbaar zijn, zou een meer realistische toepassing zijn. Of bijvoorbeeld een homoseksueel koppel dat een kind wil met een genetische connectie. Met die kanttekening dat via kloneren slechts het genoom van één van de ouders wordt doorgegeven. Er zijn nog heel wat praktische horden te nemen voordat er überhaupt gedacht kan worden aan reproductief kloneren. Kloneren is zeer inefficiënt, afhankelijk van de diersoort en de donorcel ligt het percentage van succes tussen 0,5 en 10%. Dat betekent ten eerste dat er veel eicellen nodig zijn. Aangezien het verzamelen van menselijke eicellen een redelijk ingrijpende procedure is, lijkt het verkrijgen van voldoende eicellen op zijn minst lastig. Evenals bij therapeutisch kloneren rijst hier de vraag of bijvoorbeeld een financiële vergoeding voor eiceldonatie wenselijk of ethisch te verantwoorden is. Er zal een draagmoeder voor het gekloonde embryo moeten zijn en resultaten bij dieren laten zien dat er bij gekloonde embryo’s veel spontane abortussen en doodgeboren foetussen zijn. Vooralsnog lijkt het er dus nog niet op dat reproductief kloneren bij mensen ooit uitgevoerd zal worden.
Wanneer klonen we de mammoet?
“Ja leuk, de mammoet klonen. Niet omdat het moet, maar gewoon omdat het kan!” Maar dat iets kan, wil niet zeggen dat het goed is om te doen. Laten we eens onderzoeken of er goede redenen zijn dit uitgestorven dier weer terug op aarde te zetten. Eerst maar eens de vóórargumenten. Het is ongetwijfeld leuk om een mammoet in levende lijve te kunnen zien en wellicht is het ook wetenschappelijk interessant om te kijken of we zo’n kunststukje voor elkaar krijgen. Een ander voorargument zou kunnen zijn dat het dier door onze schuld is uitgestorven en dat we die schade zouden moeten herstellen. Maar als dat al zo is, dan gaat het wel over héél oude voorouders en of we voor hun daden nog verantwoordelijk zijn…? De biodiversiteit op deze aarde wordt wel vergroot, er komt immers weer een diersoort bij.

De wolharige mammoet.
PLoS, Biowetenschappen en maatschappij
Goed, nu de tégenargumenten. Dat klonen gaat niet zomaar. Je moet eicellen verzamelen van een olifant, die op een of andere manier wordt voorzien van het DNA van de mammoet en dan de bevruchte eicellen terugzetten in een draagmoeder. Meestal gaat dat niet in één keer goed. Embryonale sterfte, miskramen en mismaakte of minder levensvatbare mammoetjes kunnen daaruit voortkomen. Ellende dus voordat er een levensvatbaar exemplaar rondloopt. Dit is overigens nog niet de echte mammoet omdat het dier bijvoorbeeld mitochondriaal DNA van de draagmoederolifant bij zich heeft. Na een tijdje lopen er dan één of meerdere klonen van mammoeten rond. Wat moeten die op deze aarde doen? Zich voortplanten lijkt een probleem, de genetische basis zal niet zo breed zijn dat dit zonder problemen kan verlopen. Hun habitat is verdwenen. Ze in het wild uitzetten, zal wel niet mogelijk zijn. Het dier zal dus zijn hele leven in een soort dierentuin moeten doorbrengen. Dat is nauwelijks een waardevolle bijdrage aan de biodiversiteit .
De vraag is of we zoiets moeten willen. We veroorzaken (op zijn minst) tijdelijke ellende. Bovendien gaat het niet alleen over de ellende die we veroorzaken, maar ook over de vraag of zo’n dier respectvol is behandeld. Tonen we respect door een uitgestorven dier terug op aarde te zetten met als vooruitzicht een leven in de dierentuin? Ook al kan het, niet doen, zou ik zeggen.