
In de theatrale samenleving die Venetië was ging het erom de sociale rol waarvoor men in de wieg was gelegd zo overtuigend mogelijk te spelen. Mensen wisten met schilderijen hun publieke verschijning te versterken. Van Kessel ontdekte in eigentijdse bronnen dat schilderijen in sociale situaties functioneren als actieve deelnemers met menselijke trekjes.
Als zo’n schilderij was besmeurd, dan was het alsof de persoon zelf was besmeurd. Van Kessel: “het laat goed de gevoeligheden zien. Wij zijn geneigd te denken dat een plaatje maar een plaatje is, maar het raakt heel direct de persoon.”
NPO Doc Zomercolleges kunstgeschiedenis
Hoe bepaal je of een kunstwerk goed of slecht is? In de eerste week van augustus staat NPO Doc in het teken van kunstgeschiedenis, met onder andere de documentaireserie Medici: Godfathers of the Renaissance, over een van de invloedrijkste Europese families en hun invloed op de grootste culturele en artistieke revolutie van de westerse geschiedenis.
Geslagen, gekust en geliefkoosd
In de Venetiaanse cultuur van spel en conventies konden schilderijen soms de rollen van mensen overnemen en dus personen worden. Schilderijen ontvingen bezoekers en trokken pelgrims aan; ze genazen en redden mensen; ze verdienden geld; mensen werden verliefd op ze; ze riepen agressie op en werden slachtoffer van geweld; ze werkten als agenten van kunstenaars, adellijke families en vorstenhoven; ze werden geslagen, gekust en geliefkoosd.
Kunsthistorica Van Kessel gebruikte niet alleen kunsthistorische methodes maar keek ook met een ruimere, antropologische blik naar de bronnen. Dat was nodig om moderne Westerse ideeën over wat schilderkunst is, los te laten. Van Kessel: ‘je kunt schilderijen niet goed begrijpen als je niets over de oorspronkelijke werking in de samenleving weet.’

Schilderijen vertolkten hun rollen op vergelijkbare wijze als mensen; zowel schilderijen als mensen vertoonden zeer conventioneel gedrag en hielden zich aan de hun bekende scenario’s van de kerk, literatuur en de Venetiaanse staat. De schilderkunst diende in feite het religieuze, sociale en politieke leven. Schilderijen waren instrumenten in de handen van religieuze instituties, regeringen, en families; en kunstenaars waren dit meestal ook.
Sociale levens
De kunstenaar was lang niet altijd belangrijk of zelfs maar zichtbaar. Anderzijds is er één kunstenaar die de discussie over het levensechte schilderij grotendeels in zijn eentje bepaalde: Titiaan. In de loop van de zestiende eeuw wordt hij meer en meer beschouwd als een goddelijke schepper, die zijn doeken niet met verf maar met vlees besmeert.
Schilderijen met een complex en bloeiend sociaal leven kwamen vooral voor waar politieke, religieuze, sociale en culturele belangen van diverse partijen samenvielen. Tegelijkertijd werden schilderijen geprezen als artistieke prestaties. Van Kessel wil dan ook niet beweren dat de Venetianen schilderijen stelselmatig voor levende wezens in biologische zin aanzagen.
Op sociaal niveau leefden de schilderijen echter wel degelijk. Van Kessel: ‘Schilderijen in het Venetië van het Cinquecento hadden sociale levens: ze waren deel van sociale netwerken.’
Elsje van Kessel promoveerde op 1 december aan de Universiteit van Leiden op haar proefschrift ‘The social lives of paintings in sixteenth-century Venice’.