“Op het moment dat het begon, schoten alle kinderen opeens in hun rol. De één was advocaat, de ander rechter, een derde zat in de jury. Ze waren heel geconcentreerd en vulden hun rol zo goed in, dat ik steeds verbaasder werd. Dit waren voor een groot deel achterstandsjongeren, uit het zuidelijke puntje van Brooklyn, New York. Bijeen in een klein buurthuis. Hun accent kon ik soms slecht verstaan, maar de inhoud van wat ze zeiden was zo knap geformuleerd. Ik vond het fantastisch, dat dit zo kon”, zegt rechter Maria Leijten.
Wanneer ze in 2011 voor het eerst een Amerikaanse jongerenrechtbank bijwoont, is ze aangenaam verrast. Vlak voor haar privétrip naar New York tipte een officier van justitie haar om te kijken bij een youth court, waarvan er in de Verenigde Staten ruim duizend zijn. Het lijkt haar een sympathiek concept, maar ze heeft ook twijfels. Zijn jongeren in staat zo’n verantwoordelijke taak op zich te nemen?

Onderzoekend, niet beschuldigend
De kennismaking met de praktijk overtuigt Leijten definitief. “Het viel me op hoe goed de juryleden vragen stelden aan een meisje dat een mes mee naar school had genomen. ‘Aan wie heb je dat verteld? Je broer, wat vond hij ervan? Hoe zou jij het zelf vinden als je kleine zusje zoiets deed?’ De vragen waren heel onderzoekend, niet beschuldigend. De jongeren vertelden dat ze getraind zijn op ondervragen zonder vooroordeel. Ik zei dat sommige rechters in Nederland daar nog wat van kunnen leren.”
Terug in Nederland wil Leijten samen met kinderrechter Gaby Crince le Roy de formule van de jongerenrechtbank ook hier een kans geven. Zo ontstaat de Stichting Jongerenrechtbanken Nederland. Die krijgt politieke steun van PvdA-kamerlid en voormalig leraar Maatschappijleer Ahmed Marcouch. Hij bepleit datzelfde jaar bij staatssecretaris Fred Teeven (Veiligheid en Justitie) om een variant op het youth court mogelijk te maken in Nederland. “Het lijkt een waardevol alternatief voor onze traditionele aanpak”, stelt Marcouch nu. “Ik heb bij de politie gewerkt, dan merk je dat bijvoorbeeld HALT lang niet altijd effectief is. Bij een jongerenrechtbank wordt de schade rechtstreeks bij het slachtoffer hersteld – door jongeren onderling. Dat maakt meer indruk en is effectiever.”
De zoemer gaat. De brede trappenhal van Christelijke Scholengemeenschap Buitenveldert in Amsterdam Zuid vult zich langzaam met leerlingen. Het is druk, maar gemoedelijk. De duwtjes die uitgedeeld worden, lijken vriendschappelijk. Het uiterlijk van de jongens en meiden is divers. “Deze school is een mooie afspiegeling van de Amsterdamse jeugd, geen enkele groep overheerst”, zegt rector Henk Ligthart. “Er wordt hier heus wel eens een fiets gesloopt of iets gepikt in de supermarkt, maar dit is vooral een veilige school.” Ligthart doet graag mee met de pilot. “Ik wil mijn leerlingen in deze zaken graag meer verantwoordelijkheid geven. Het is nu voor de meesten een ver-van-mijn-bed-show.”
Imago
Andere scholen waren minder happig op deelname: ze waren bang dat de buitenwacht hun school dan met onveiligheid zou associeren. Het blijkt een goede truc om meerdere scholen tegelijk mee te laten doen, zodat ze samen het gezicht van het project zijn. Naast Christelijke Scholengemeenschap Buitenveldert doen het St. Ignatiusgymnasium en de Open Schoolgemeenschap Bijlmer mee. Samen vormen de drie een dwarsdoorsnede wat betreft schooltype, leerlingen en sfeer. Elke school selecteert een tiental leerlingen voor de jongerenrechtbank. “Ze moeten niet te jong en onervaren zijn, maar ook niet te oud, dan kunnen ze langer meedraaien”, zegt Ligthart. Begeleiding en motivatie vindt hij belangrijk. “We laten kandidaten een motivatiebrief schrijven en alle deelnemers worden uitgebreid getraind onder supervisie van twee docenten.”

Een mes mee naar school nemen of diefstal: hoe groot zijn de delicten die voor een jongerenrechtbank komen? Het gaat om kleinere incidenten, legt Ligthart uit: “Denk aan knokpartijtjes, diefstal van een OV-kaart, het moet niet te spannend zijn. Een geval van stalking is bijvoorbeeld een zaak voor de politie.”
De maatregelen die de rechtbank oplegt, worden geaccepteerd door de school. “Jongeren worden onderschat”, zegt Marcouch. “Ze hebben vaak een prima normbesef en een goed inlevingsvermogen.” Maar werkt dat wel, op een school waar leerlingen elkaar dagelijks tegenkomen? “Dat is een bekende vrees”, reageert Leijten. “Jongeren zouden even het spel van een rechtbank meespelen, om elkaar vervolgens buiten te grazen te nemen. Maar de kans dat het door blijft etteren, is juist kleiner. Wanneer je iemand je excuses aanbiedt voor een klap, voel je je eerder verantwoordelijk.”

Effectiviteit
Deze opvatting wordt ondersteund door onderzoek, dat zich baseert op de rijke Amerikaanse ervaring met jongerenrechtbanken. Zo deed de Nederlandse onderzoeker Suzan Verberk in 2005 in opdracht van de Raad voor de Rechtspraak onderzoek naar de werking van een youth court in de Amerikaanse staat Californië. Die bleek zeer succesvol: 77 procent van de berechte jongeren bleek in staat betere keuzes te maken, 71 procent kon beter uit de problemen blijven, en 77 procent had meer positieve contacten met leeftijdgenoten. “Al is het wel zo dat we nog geen goed zicht hebben op de precieze en lange termijn recidivecijfers”, vertelt Verberk. Daarnaast blijkt uit onderzoek dat de deelnemers zich meer betrokken, zelfverzekerder en veiliger voelen. Zowel degenen die de rechtbank vormen als zij die ervoor verschijnen.
Een ander voordeel van het programma is dat jongeren zicht krijgen op de werking van het Nederlandse rechtssysteem. “We gaan bij rechtbanken, advocatenkantoren en andere spelers langs”, vertelt Leijten. “Ze mogen overal achter de schermen meekijken, krijgen een echte VIP-behandeling.”

Sympathie
Veel Amsterdamse advocaten, officieren van justitie, buurtregisseurs en politiemensen zien het proefproject zitten. Ze werken actief mee, bijvoorbeeld aan het doorverwijzen van zaken en het erkennen van de rechtsgeldigheid van de jongerenrechtbank. Ook staatssecretaris Teeven is volgens Marcouch belangstellend. “Hij heeft geen geld gegeven, maar wel toestemming.” Het idee van Marcouch kreeg in 2011 de sympathie van een Kamermeerderheid. De brede steun past in de grotere aandacht de laatste jaren in Nederland voor slachtofferrechten, mediation en rechtspraak die de wortels van een conflict aanpakt.
“Dit project is een klein onderdeel van die maatschappelijke golf”, aldus Leijten, tot voor kort voorzitter van Restorative Justice Nederland, een organisatie die herstelrecht promoot. “Laten we het gewoon proberen”, stelt rector Ligthart. “Er zijn valkuilen, maar ook veel potentiële winnaars. De jongeren, de school, de buurt, de instanties. Eigenlijk de hele maatschappij.”
Bron
Suzan Verberk, 2005, Rechter onder de mensen? Over de externe oriëntatie van de rechterlijke macht in Californië.