
“In de Randstad gebeurt het”, zeggen mensen wel eens. Er vindt inderdaad nogal wat plaats in de Randstad, ook op economisch gebied. Van activiteiten in de haven van Rotterdam tot toerisme in de hoofdstad Amsterdam met daaraan vast de luchthaven Schiphol.
En dan is er nog de regeringszetel Den Haag, het Westland met haar kassen vol exportgewassen, knooppunt Utrecht, en het gebied tussen en nabij deze vier steden. Geen wonder misschien dat meer dan de helft van het Nationale Bruto Product in de Randstad verdiend wordt.
Maar het beeld van de Randstad als dè spil van economische activiteit in Nederland is aan herziening toe, zegt Jouke van Dijk, Hoogleraar Regionale Arbeidsmarktanalyse in een recent opiniestuk gepubliceerd door de Rijksuniversiteit Groningen. Tussen 1995 en 2010 vond voor het eerst de grootste banengroei in regio’s buiten de Randstad plaats, namelijk in het gebied dat van Brabant via Utrecht, de Veluwe en Zwolle, tot aan Zuid-Friesland loopt.

“De stedelijke centra in deze strook zijn daar bruisende groeikernen gaan vormen,” legt van Dijk uit. “Niet alleen de werkgelegenheid groeit er hard; ook de arbeidsproductiviteit en de lonen.” Harder dan gemiddeld in de Randstad dus. Waar in Amsterdam de werkgelegenheid nog wel stijgt, blijven onder meer Den Haag en Rotterdam inmiddels achter.

Grenzen aan de groei
“De relatie tussen groei van arbeidsplaatsen en economische dichtheid – de concentratie van economische (bedrijfs)activiteiten – is na een zeker punt niet meer één op één, maar wordt minder”, zegt van Dijk verder. De voornaamste aanleiding hiertoe in de Randstad vormde volgens hem de toenemende verstopping van wegen in dat gebied. Hierdoor zou bedrijvigheid, en daarmee werkgelegenheid, zich verplaatst hebben naar minder volle regio’s.

High tech regio’s
Wat wellicht ook mee speelt in de opkomst van regio’s buiten de Randstad is dat onze industrie steeds meer high tech geworden is en ook de dienstensector een steeds hogere kenniscomponent kent.
Veel regio’s buiten de Randstad proberen werkgelegenheid te stimuleren door juist de opzet en groei van zulke bedrijfjes – vaak met de hulp van plaatselijke universiteiten – te stimuleren. Bijvoorbeeld aan de hand van subsidies van de Europese Unie, die het stimuleren van groei in economisch achterlopende gebieden als een belangrijke prioriteit ziet, zo vertelt Paul Benneworth van de Universiteit Twente.
Zo meldt de regio Twente “zich steeds prominenter op het gebied van nanotechnologie in een poging net als Brabant een succesvolle high tech regio te worden. Tegelijkertijd spelen subsidies en regionaal beleid maar een kleine rol in het geheel,” benadrukt van Dijk: De geobserveerde economische groei is wel degelijk duurzaam."
Ander overheidsbeleid
En deze ontwikkeling vraagt weer om een ander overheidsbeleid. In plaats van te blijven investeren in het wegennet in de Randstad, bepleit van Dijk dat de overheid het wegen- en spoorwegennet, en breedbandverbindingen elders in Nederland uitbreidt. Het rendement (de opbrengt per investering) van nieuwe infrastructuur en van het creëren van gunstige economische randvoorwaarden is daar inmiddels namelijk “veel hoger.”

Bye bye Randstad?
Maar zelfs in dat geval is het maar de vraag of de Randstad snel ingehaald kan worden door andere gebieden in Nederland: het heeft voorlopig een nog wel zeer comfortabele voorsprong op de rest van Nederland.
Zo vindt “het merendeel van de hoogwaardige dienstverlening, zoals ICT, het bank-en verzekeringswezen en adviesbureaus, plaats in en rondom de grote steden,” vertelt Peter Louter, voormalig docent Economische Geografie aan de Erasmus Universiteit en de directeur van Bureau Louter, een consultancy gespecialiseerd in ruimtelijke economisch onderzoek en advies.
“Juist die diensten zijn belangrijk voor economie en werkgelegenheid. Wel groeit de zuidvleugel – het gebied waar onder meer de kassen gevestigd zijn – momenteel wat minder hard en moet de overheid misschien meer beseffen dat ook de rest van Nederland een belangrijke bijdrage levert aan de economie, waaronder groeiregio’s als Limburg, Brabant en Zwolle en omstreken.”
Overigens hangt het er maar net van af hoe je ‘de Randstad’ definieert. Voor sommige mensen is de economie van de opkomende Brabantse regio zozeer verbonden met die van de Randstad dat ze dat gebied als onderdeel van de Randstad zijn gaan zien. In die visie trekt het economisch zwaartepunt dus niet zozeer weg uit de Randstad, maar breidt het zich slechts wat meer uit…