Puistjes en pukkels zijn vaak meer een emotioneel probleem dan een medische kwaal. Maar je kunt er wel iets aan doen. Om dat te begrijpen moet je eerst weten hoe je huid in elkaar zit.
Je huid is niet overal even dik. Dat is gemakkelijk te voelen als je op verschillende plaatsen de huid tussen je vingers oppakt. Zo kun je schatten hoe dik (of dun) die is.
Opvallend is het verschil in dikte tussen de huid van de bovenkant en van de onderkant van je (onder)arm. Bij meisjes is de huid in het algemeen weer dikker dan die van jongens.
De kleur van chemie
Dit artikel is afkomstig uit het hoofdstuk ‘Met huid en haar’ uit de VU-uitgave ‘De kleur van chemie’, een bundeling van informatieve brochures voor havo/vwo scholieren.
Als je de huid tussen de vingers neemt voel je niet alleen de huid zelf, maar ook een laagje bindweefsel eronder, en onderhuids vetweefsel. Vooral dat laatste bepaalt de dikte die je zo meet (de zogenaamde huidplooidikte). De eigenlijke huid is maar heel dun: 0,05 mm, nog iets dunner dan een velletje papier.
In dat hele dunne huidlaagje zijn nog weer aparte lagen te onderscheiden, met als belangrijkste de kiemlaag (de binnenste laag) en de hoornlaag (de buitenste).
Keratinevorming
In de kiemlaag delen de cellen zich, en de cellen die ontstaan bewegen zich langzaam naar boven. Ze sterven af en na een maand zijn ze in de hoornlaag terecht gekomen. (Als je een huidziekte hebt, kan die tijd veel korter zijn, tot minder dan een week). Je kunt dat proces vrij gemakkelijk zelf volgen met henna. Deze kleurstof dringt als een van de weinige in de huid door tot aan de kiemlaag, en de kleur is dan ook pas verdwenen als alle cellen boven die kiemlaag in de hoornlaag terecht zijn gekomen en afgesleten zijn.
Bij het afsterven van de huidcellen reageren eiwitmoleculen in de cel met elkaar op een manier die scheikundig erg veel lijkt op de vorming van nagels en van haren. Keratinevorming heet dat. De door keratine verharde cellen vormen een slijtlaag tegen wind en regen, douchewater, zeep, shampoo, after-shave, make-up en andere natuurlijke en culturele aanvallen.
Om de slijtlaag een beetje soepel te houden maakt de huid talg, een vettige substantie. Het is een betere bescherming voor je huid dan een hele drogisterij met cosmetica-artikelen. De talg wordt gemaakt in kleine kliertjes in de wand van een haarzakje. Elke haar wordt dus apart ‘gesmeerd’ door talg. Talgklieren die niet bij een haarzakje horen, komen haast niet voor; op de zijkant van je neus zitten een paar van die uitzonderingen.
Verstopt
Het systeem werkt prima, maar soms gaat het mis. Dat gebeurt vooral in de puberteit, maar ook wel later. Dan wordt de hoornlaag dikker, terwijl de talgklieren groter worden en meer talg produceren. Door de toenemende verhoorning raakt het dunne afvoerkanaal van de talgklier snel verstopt en dan begint de ellende: jeugdpuistjes!
Het propje dat de opening van het haarzakje/ talgkliertje afsluit, heet dat om duistere redenen een mee-eter. Dat meestal zwarte propje kun je vrij gemakkelijk uitdrukken – een bezigheid die sommigen wel leuk vinden, terwijl anderen ervan gruwen.
Doe je dat niet, dan gaat de talgproductie door en het haarzakje zwelt op. Je hebt dan een pukkeltje gekweekt. Soms gaat de afsluiting daarna vanzelf open, maar helaas barst soms de wand van het haarzakje zodat de talg de omringende huid binnendringt en een ontsteking veroorzaakt. Het pukkeltje is nu gepromoveerd tot puistje.


Vrije Universiteit Amsterdam
Het boek ‘De kleur van chemie’ werd in 2007 uitgegeven door de Faculteit der Exacte Wetenschappen van de Vrije Universiteit Amsterdam (Afdeling Scheikunde en Farmaceutische Wetenschappen). Het is een geactualiseerde bundeling van informatieve brochures voor havo/vwo scholieren. Ze belichten de rol van de scheikunde op tal van gebieden.