Puberende hersenen zijn niet goed in staat om zelfstandig te leren, en het onderwijs doet er goed aan dit inzicht uit de hersenwetenschappen ter harte te nemen. Dat bepleitten hersenonderzoekers Jelle Jolles en Eveline Crone gisteren voor de onderzoekscommissie onderwijsvernieuwingen. Voor het ‘nieuwe leren’, waarbij de nadruk ligt op het zélf opdoen van kennis, is het scholierenbrein dan ook simpelweg niet geschikt. Er zijn juist inspirerende leerkrachten nodig.
Het ‘nieuwe leren’ is een onderwijsfilosofie waarin de nadruk erg ligt op zelfstandig kennis verwerven. In het verleden is dat op sommige scholen niet goed afgelopen, omdat leerlingen daar alleen nog maar hoefden te leren wat ze zelf wilden weten. Sommige kinderen kwamen dan bijvoorbeeld helemaal niet aan leren rekenen toe. Door zulke uitwassen heeft het nieuwe leren een slechte naam gekregen. Aanhangers distantieren zich tegenwoordig dan ook steeds nadrukkelijk van dat ‘laat maar waaien onderwijs’.
Gedragswetenschappelijke inzichten als deze bereiken maar mondjesmaat de dagelijkse onderwijspraktijk. Op zich is het daar ook nog wat vroeg voor, zegt Crone vandaag in de Trouw, want meer onderzoek is nog nodig. Toch tekenen ook voorstanders van het nieuwe leren aan dat volledige zelfstandigheid voor bijvoorbeeld een 16-jarige wat te ver gaat. De Utrechtse hoogleraar Simons is zo’n voorstander. Hij verscheen gisteren ook voor de commissie en vindt dat leerlingen juist moeten werken aan het verwerven van meer zelfstandigheid: “Je gaat nu eenmaal naar school om iets te leren wat je nog niet kunt.”
Zie ook:
- Meer uitleg is niet altijd beter (Kennislinkartikel)
- Grafieken begrijpen door zelf te meten
- Probleemlezers spreiden over klassen (Kennislinkartikel)