Grijze massa, de zenuwcellen in je brein, daar moet je het van hebben. Zou je denken. Maar niets is minder waar. Voordat je als kind begint met puberen, zit je brein er tjokvol mee, maar naarmate je ouder en wijzer wordt, neemt de hoeveelheid zenuwcellen drastisch af. Ervoor in de plaats komt extra witte massa: uitlopers van neuronen met daaromheen een vetachtige stof die communicatie tussen zenuwcellen versnelt. Kortom, de snelwegen in het brein nemen dus toe. Je brein wordt efficiënter.

An sich is dat oud nieuws. Wel nieuw is dat dit proces, waarbij grijze massa afneemt en witte massa groeit, gelijk opgaat met de toename van geslachtshormonen bij jongens en meisjes. Dat verband ontdekte Jiska Peper – inmiddels aan het werk bij de Universiteit Leiden – in een eigen onderzoek. En nu, in een aankomende editie van het tijdschrift Neuroscience, komt ze tot de conclusie dat andere wetenschappers hetzelfde zien.
Peper nam speeksel en urine af bij jongens en meisjes, om vervolgens daaruit af te leiden hoeveel geslachtshormonen in de kinderen actief waren. Een paar dagen later mochten de kinderen langskomen om hun brein via een MRI-scanner te laten afbeelden (sommige kinderen waren verbaasd dat ze überhaupt een brein hadden, merkte Peper op). Daaruit kon de psycholoog opmaken dat de pubers met de meeste geslachtshormonen – zoals testosteron bij jongens – de meeste breinverandering vertoonden.
Betekent dat nu dat de hormonen het brein veranderen? “Dat weten we niet zeker”, legt Peper uit. “Maar via aanwijzingen uit dierproeven denken we van wel. Als je ratten castreert, maken ze veel minder testosteron aan en blijven breinveranderingen uit. Zo’n experiment doe je natuurlijk niet met kinderen, dus of dat ook zo gaat bij mensen is slechts een vermoeden.”

Om te achterhalen wat we wél weten over breinveranderingen en geslachtshormonen, zocht Peper in de wetenschappelijke literatuur naar gelijksoortige experimenten als die van haarzelf. Ze vond er zes. En inderdaad: bijna elk onderzoek dat geslachtshormonen en breinveranderingen meet, vindt een verband. “Dat zegt alleen dat de twee samengaan, maar ik kan nog niet zeggen of hormonen echt ten grondslag liggen aan veranderingen in puberende breinen.”
Overigens puberen jongensbreinen net iets anders dan meisjesbreinen. Onderzoek naar hoe geslachtshormonen en hersenen samen de breinstructuur veranderen, zal in de toekomst belangrijker worden voor onderzoek naar bekende psychiatrische aandoeningen, zoals depressie en schizofrenie. “Depressie komt vaker voor bij vrouwen, en schizofrenie bij mannen”, zegt Peper. “Het zou mooi zijn als we begrijpen hoe dat verschil ontstaat.”
Zie ook
Oeps: Onbekende tag `feed’ met attributen {"url"=>"https://www.nemokennislink.nl/kernwoorden/puber.atom", “max”=>"8", “detail”=>"minder"}