Je leest:

Prooi blijkt succesvolle rover

Prooi blijkt succesvolle rover

Auteur: | 22 september 2011

Een kikker die kevertjes en torren vangt en opeet, daar kijkt niemand echt van op. Maar wist je dat het ook andersom kan? De larven van sommige grondkevers lokken hongerige kikkers en padden naar zich toe om vervolgens zelf aan te vallen. Dat schrijven biologen van de universiteit van Tel-Aviv deze week in het blad PLoS one.

Grondkevers uit het genus Epomis leven – net als amifibieën – op vochtige plaatsen, zoals onder stenen of op de grond in het bos. Vandaar dat kikkers, padden en kevers elkaar nog weleens tegenkomen. In mei van dit jaar rapporteerde bioloog Gil Wizen van de universiteit van Tel-Aviv al dat zo’n ontmoeting niet altijd goed afloopt voor de amfibieën. De veel grotere kikkers en padden staan namelijk bij de grondkevers op het menu.

In dit filmpje zie je hoe een volwassen grondkever een pad aanvalt.

Volwassen grondkevers zijn generalisten; ze eten een heleboel verschillende dingen, waaronder amfibieën. Larven van de grondkever zijn juist heel kieskeurig. Zij voeden zich uitsluitend met kikkers en padden. Als een larve klaar is met eten, is er van de amfibie vaak niet veel meer over dan een paar botjes. Hoe krijgt een kleine keverlarve het in hemelsnaam voor elkaar om een veel grotere prooi te vangen en te verslinden?

Aandacht trekken

Dat vroeg Wizen zich ook af. En om die vraag te beantwoorden zette hij zijn laboratorium vol met plastic bakken, ruim 400 stuks in totaal. In iedere bak plaatste hij een larve van de grondkever. In 382 bakken kreeg die larve gezelschap van een pad of kikker. Met behulp van camerabeelden en foto-opnamen kon Wizen precies volgen wat er tijdens zo’n confrontatie gebeurt.

Confrontatie tussen een grondkeverlarve en een pad. De keverlarve lokt de pad dichterbij door bewegingen te maken met de antennen en de mondddelen.
Gil Wizen

Zodra een amfibie de plastic bak binnenkomt, begint de keverlarve afwisselend met zijn antennen te zwaaien of zijn antennen en monddelen opzij te bewegen. Dat kan hij enkele seconden tot een uur volhouden. De bewegingen van de larve zijn bedoeld om de aandacht van de kikker of pad te trekken. De amfibie – die niet heel goed kan zien – denkt dat hij een lekker hapje gespot heeft en komt dus dichterbij.

Maar op het moment dat de amfibie zijn tong uitsteekt om het lekkers te grijpen, gaat het fout. Binnen een paar milliseconden maakt de keverlarve een snelle beweging met zijn kop om de tong te ontwijken. Vervolgens grijpt hij zich met zijn haakachtige monddelen vast aan het lichaam van zijn belager, meestal bij de bek. Als de kikker of pad van de schrik is bekomen, verplaatst de larve zich naar een beter plekje en begint hij te eten.

De pad wil toeslaan, maar de grondkeverlarve grijpt zijn kans en valt zelf aan.
Gil Wizen

Dat ‘eten’ is in eerste instantie niet veel meer dan het opzuigen van de lichaamssappen van de amfibie. Als de keverlarve op dit moment loslaat – bijvoorbeeld om zich te gaan verpoppen tot een volgend stadium – heeft de amfibie een flink litteken, maar overleeft hij de aanval vaak wel. Meestal blijft het echter niet bij zuigen en begint de keverlarve na verloop van tijd ook aan het weefsel van de amfibie te knabbelen. Dat veroorzaakt uiteindelijk de dood van kikker of pad.

Zeldzaam gedrag

Het gedrag van de grondkeverlarven is heel succesvol. In 70% van de confrontaties in het experiment van Wizen waren het de larven die uiteindelijk hun belagers opaten. Slechts in een aantal gevallen slaagden kikkers en padden erin om toch een keverlarve te vangen. Maar omdat de larve dat overleeft en met zijn monddelen veel schade aan kan richten, wordt hij vaak snel weer uitgespuugd. En dan grijpt hij alsnog zijn kans om de amfibie aan te vallen en te verslinden.

Gil Wizen

Naast succesvol is het gedrag van de keverlarven ook erg zeldzaam. In 90% van de natuurlijke confrontaties zal een prooidier proberen het contact met een rover te vermijden, bijvoorbeeld door camouflage of het afscheiden van een giftig stofje. In het uitzonderlijke geval dat een prooi toch actief contact zoekt met een rover ontstaat vaak een conflict waarin de grootste van de twee – en dat is meestal de rover – wint. Hoe het gedrag van de grondkeverlarve heeft kunnen evolueren is daarom nog een raadsel.

Zie ook:

Dit artikel is een publicatie van NEMO Kennislink.
© NEMO Kennislink, sommige rechten voorbehouden
Dit artikel publiceerde NEMO Kennislink op 22 september 2011
NEMO Kennislink nieuwsbrief
Ontvang elke week onze nieuwsbrief met het laatste nieuws uit de wetenschap.