Je leest:

Poetins 9/11

Poetins 9/11

Auteur: | 14 juni 2009

In 2004 stierven meer dan 300 mensen bij het gijzelingsdrama op een middelbare school in Beslan. Poetin presenteerde de aanslag als een daad van internationale terroristen en als een westers complot tegen de Russische natie. Volgens politicoloog Gearóid Ó Tuathail heeft Poetin een verkeerd beeld van het conflict geschetst om zijn macht te kunnen vergroten. De aanslag was vooral het gevolg van een lokaal conflict, meent de onderzoeker.

Terroristische aanslagen brengen volgens professor Gearóid Ó Tuathail democratische normen in gevaar. Vaak krijgt een uitvoerende macht meer te zeggen doordat wet- en regelgeving in de nasleep van een traumatische gebeurtenis worden aangepast. Ó Tuathail ziet dit na 9/11 gebeuren in de Verenigde Staten. Maar ook in Rusland groeide de macht van oud-president Poetin na het gijzelingsdrama in Beslan. Ó Tuathail heeft onderzocht hoe het komt dat deze terroristische aanslag er toe heeft geleid dat Poetin (nog) meer macht heeft verworven. Uit zijn analyse blijkt dat dit alles te maken heeft met de specifieke manier waarop Poetin de gebeurtenis heeft geïnterpreteerd.

De gijzeling van Beslan

Beslan wordt wereldnieuws als het op 1 september 2004 te maken krijgt met een gijzeling van maar liefst 1134 mensen. Terroristen houden schoolkinderen, ouders en leraren gevangen die op de viering van de eerste schooldag van School Nummer 1 waren afgekomen. Op de derde dag van de gijzeling gaat het goed mis. Om een uur ‘s middags zijn er drie explosies te horen. De eerste explosie veroorzaakt een gat in het dak; de derde vindt plaats in de gymnastiekzaal waar veel gijzelaars zijn ondergebracht. De gegijzelden zoeken een veilig heenkomen en Russische speciale troepen en gewapende mannen uit de omgeving van Beslan bestormen het gebouw. De hoop op een geweldloze oplossing is dan echt verdwenen: 334 gijzelaars komen om het leven en 600 raken gewond. De beelden van kleine kinderen die rennen voor hun leven schokken de wereld.

De Noord-Kaukasus is een onrustige regio. Beslan ligt in de republiek Noord-Ossetië. Deze republiek maakt onderdeel uit van de Russische federatie. Dit geldt ook voor de republieken Ingoesjetië en Tsjetsjenië. Een groot aantal van de Beslan-gijzelaars komt uit deze twee republieken. Een ander buurland dat ook tot de Noord-Kaukasus behoort is Georgië. Dit land was recent nog in het nieuws door de oorlog met Rusland. Kaart:
jeroencommons, wikimedia

Rusland en de Noord-Kaukasus: lange geschiedenis van conflict

De Noord-Kaukasus was voor de aanslag in Beslan in 2004 al erg onrustig. Zo vochten Tsjetsjeense nationalisten in twee bloedige oorlogen met Russische troepen. De eerste Tsjetsjeense oorlog duurde van 1994 tot 1996 en drie jaar later begon het conflict opnieuw. Nog steeds is het conflict tussen de Tsjetsjeense nationalisten en het Russische leger niet opgelost. Daarnaast vond er in 1992 een grensconflict plaats tussen Osseten en Ingoesjeten, waarbij de Osseten steun kregen van het Russische leger.

De aanleiding voor al deze gevechten is het uiteenvallen van de Sovjet-Unie. In 1991 viel het oude Sovjetrijk in stukken uiteen en riepen verschillende republieken met succes de onafhankelijkheid uit. Van de Baltische staten tot de Noord-Kaukasus zagen nationalisten weer mogelijkheden om oude dromen te verwezenlijken. Oude dromen omdat de conflicten tussen Rusland en bijvoorbeeld de Tsjetsjenen al een lange geschiedenis kennen. In de achttiende eeuw vocht dit volk al tegen het oprukkende Russische Rijk.

De achterdocht tussen de Osseten aan de ene kant en de Tsjetsjenen en Ingoesjeten aan de andere kant is ook terug te voeren tot de (recente) geschiedenis. In het begin van de twintigste eeuw vochten de Osseten ten tijde van de “Russische Burgeroorlog”: http://nl.wikipedia.org/wiki/Russische_Burgeroorlog (1917/1921) samen met het Witte leger tegen het Rode leger. De Tsjetsjenen en Ingoesjen hadden zich aangesloten bij het door Trotski geleide Rode leger, dat uiteindelijk won.

Rouwende moeder in Beslan.
aaron bird

De aanslag als lokaal conflict

Toen de school werd gegijzeld, dacht de lokale bevolking dan ook niet dat Al-Qaida achter de aanslag zou zitten. Dat bracht een woordvoerder van het Russische leger wel naar voren: het zou gaan om terroristen met Arabische nationaliteiten en met banden met Al-Qaida. De lokale bevolking vermoedde echter dat de plegers uit Ingoesjetië en Tsjetsjenië kwamen, de twee traditionele ‘aartsvijanden’ van hun eigen provincie. De terroristen zouden Beslan als doelwit hebben gekozen omdat Noord-Ossetië loyaal is aan de Russische regering.

Het vermoeden van de lokale bevolking bleek te kloppen: de organisator van de aanslag was een Tsjetsjeen en had eerder gevochten in de Tsjetsjeense oorlog. Dit laatste gold ook voor de leider van de aanslag. Een terrorist die de aanslag heeft overleefd gaf aan dat vijf van de 32 daders uit Tsjetsjenië kwamen. De overigen kwamen grotendeels uit Ingoesjetië. Verklaringen van getuigen bevestigden dit. Ook de eisen van de gijzelaars verraden de afkomst van de terroristen: zij eisten de vrijlating van Ingoesjeten en de onafhankelijkheid van Tsjetsjenië.

Poetin: Beslan is internationaal conflict

Volgens Ó Tuathail heeft Poetin de aanslag een hele andere betekenis gegeven, omdat hij daarmee het Russische optreden in de Noord-Kaukasus wil legitimeren. Volgens Poetin is het geen strijd tegen opstandige volkeren maar tegen internationale terroristen. Poetin heeft veel moeite gedaan om de aanslag los te weken uit zijn lokale context. Zo hebben de Russische autoriteiten naar buiten gebracht dat het met name internationale terroristen waren die achter de aanslag zaten. Hierbij werd dankbaar gebruik gemaakt van de retoriek die Bush hanteerde na de aanslagen van 9/11. Poetin sprak in zijn eerste speech na de aanslag over ons (Rusland), zij (de terroristen) en de anderen (het Westen). De categorieën werden niet verder toegelicht en de republieken uit de Noord-Kaukasus werden niet genoemd.

Opvallend is dat Poetin in zijn speeches ook noemde dat de zuidelijke grens van Rusland bedreigd wordt door landen die Rusland nog steeds als bedreiging zien. Ook al ging de aanslag voor de terroristen zelf vooral over Noord-Ossetië, Tsjetsjenië en Ingoesjetië, Poetin bracht hem in verband met internationaal terrorisme en zelfs met een mogelijk westers complot gericht tegen Rusland.

Poetin, de huidige premier en oud-president van Rusland.

Poetin presenteert Beslan dus als onderdeel van een internationale strijd tegen Rusland. Hij gebruikt hiervoor de metafoor van de staat als menselijk lichaam. De Russische federatie kent in deze metafoor geen afzonderlijke republieken en verschillende volken, maar is een natuurlijk geheel. Op deze manier kunnen de gebeurtenissen in Beslan beschreven worden zonder te verwijzen naar het grensconflict uit 1992 of de twee onafhankelijkheidsoorlogen.

Het Russische lichaam is volgens Poetin verzwakt en hij ziet de aanslag in Beslan hier dan ook als een teken van. Wat moet er volgens de toenmalige president aan gedaan worden? Daar had Poetin wel een antwoord op: het versterken van de uitvoerende macht, van de centrale regering. Lokale politici werden voortaan door het Kremlin aangewezen. De vrijheden van de media en van non-gouvernementele organisaties werden aan banden gelegd en Poetin trok steeds meer macht naar zich toe. Dit alles was, volgens Poetin, nodig om de zwakke staat weerbaarder te maken tegen aanslagen zoals die in Beslan. Op deze manier heeft Poetin de traumatische aanslag in Beslan gebruikt om de positie van de machthebbers in Moskou te versterken. Beslan werd daarmee Poetins 9/11.

Gearóid Ó Tuathail publiceerde zijn artikel “Placing blame: Making sense of Beslan” in het vakblad Political Geography 28 (2009) 4-15.

Lees ook:

Dit artikel is een publicatie van Kennislink (correspondentennetwerk).
© Kennislink (correspondentennetwerk), alle rechten voorbehouden
Dit artikel publiceerde NEMO Kennislink op 14 juni 2009
NEMO Kennislink nieuwsbrief
Ontvang elke week onze nieuwsbrief met het laatste nieuws uit de wetenschap.