
Een brug van kunststofcomposiet zit vol met plastic. Bij het recyclen komt er dus een boel CO2 vrij. Kan een brug van kunststofcomposiet dan beter zijn voor het milieu dan een degelijke betonnen of stalen brug? Een levenscyclusanalyse van adviesbureau BECO, uitgevoerd in opdracht van hars- en kunststoffabrikanten DSM en FiberCore Europe, zegt van wel.
Koolstofvoetafdruk
Uit de analyse blijkt dat een brug van glasvezelcomposiet gedurende een levenscyclus van honderd jaar 652 gigajoule (GJ) aan energie verbruikt, tegenover 1978 GJ bij betonnen bruggen en 3380 GJ bij stalen bruggen. Ook is de ‘koolstofvoetafdruk’ (hoeveelheid uitgestoten CO2) van de klassieke bruggen veel groter. Bij de bouw, onderhoud en sloop van een betonnen brug komt er bijna twee keer zoveel CO2 vrij als bij een composietbrug, 145 tegenover 75 ton CO2-equivalenten.
Levenscyclusanalyse
Een levenscyclusanalyse kijkt, zoals de naam al doet vermoeden, naar het hele leven van een object. Dit gaat van de winning van de bouwmaterialen, het bouwen zelf en het onderhoud tot de uiteindelijke recycling of verwerking van het afvalmateriaal nadat het voorwerp gesloopt is.
Bij de recycling van een glasvezelcomposietbrug komt er meer CO2 vrij dan bij een betonnen brug. Maar als de composietbrug honderd jaar blijft staan en minder energie kost om te bouwen en te onderhouden, kan deze alsnog voordeliger uit de bus komen.
De energiebesparing is te danken aan het feit dat composietbruggen uit kunststof bestaan. Kunststof vergt bijvoorbeeld weinig onderhoud. In betonnen bruggen kan betonrot toeslaan, en stalen bruggen hebben om de zoveel tijd een nieuwe coating nodig. Ook het bouwen van composietbruggen gaat vrij efficiënt. De verschillende onderdelen worden van tevoren in mallen gegoten en hoeven dan alleen nog naar de plek waar de brug komt te staan. Zelfs na de sloop zijn kunststofbruggen nog bruikbaar – omdat kunststof een olieproduct is, komt er relatief veel energie vrij bij het verbranden van het brugpuin.
Sporen
Tijd om beton en staal vaarwel te zeggen en alle grachtjes te overspannen met composieten? Nee, zo ver is het nog niet. Hoewel composietmaterialen sterk genoeg zijn om verkeer te houden, is het volgens dr. ing. Arie Romeijn van de afdeling Civiele Techniek van de TU Delft belangrijk om deze veranderingen geleidelijk door te voeren. “Als een brug een tekortkoming heeft, is de schade vaak heel groot. Denk aan economische schade, milieubelasting en maatschappelijke ontwrichting. Nieuwe materialen zullen daarom niet snel maar stapsgewijs worden ingezet.”
Daarnaast zijn er volgens Romeijn ook nieuwe ontwikkelingen in het verhogen van de corrosiebestendigheid van staal en de dichtheid en stevigheid van beton. Hoewel verschillende rapporten wijzen op de milieuvoordelen, zullen koolstof- en glasvezelcomposieten net als elk ander nieuw materiaal langzaam hun sporen moeten verdienen in de wereld van de bouw.