Enkele onderzoekers van het Massachusetts Institute of Technology (MIT) in de V.S. hebben de controversiële ideeën van Dan Everett over de indianentaal Pirahã bevestigd in een artikel in Cognition. De 300 leden van de Pirahã-stam in het noordwesten van Brazilië blijken inderdaad een taal te spreken waarin nauwelijks telwoorden voorkomen. Zij gebruiken alleen woorden als ‘enkele’ en ‘meerdere’ om aantallen weer te geven.
Dan Everett (Illinois State University, VS) met een paar leden van de Pirahã-stam aan het einde van de dag. Foto: Dan Everett
Dan Everett kwam in 2005 uitgebreid in het nieuws na een publicatie in Current Anthropology waarin hij beweerde dat Chomsky’s theorie over het menselijk taalvermogen niet kon kloppen. De wereldberoemde taalkundige Noam Chomsky zegt dat ieder kind wordt geboren met een universele grammatica, opgeslagen in de genen. Deze grammatica bestaat uit een vaste set regels, waarmee alle talen van de wereld beschreven kunnen worden. Omdat de Pirahã-taal niet voldoet aan deze regels, onder andere op het gebied van telwoorden, kan de theorie van Chomsky volgens Everett niet kloppen.
Indertijd was er veel kritiek op het onderzoek van Everett, met name van de aanhangers van Chomsky’s visie. Zij verwijzen naar het proefschrift van Everett waarin hij sommige persoonlijk voornaamwoorden nog vertaalt met ‘iedereen’, terwijl hij ze nu, vele jaren later, vertaalt met ‘hij-groot’. De critici vinden dat hij op deze manier het Pirahã veel exotischer doet lijken dan het is en bovendien zichzelf tegenspreekt.
Heeft Everett gelijk?
De onderzoeksgroep van het MIT is de resultaten van Everett gaan nakijken. Toen zij leden van de Pirahã-stam vroegen hoeveel voorwerpen er voor hen op tafel lagen (wisselend van één tot tien), kregen ze dezelfde antwoorden als Everett in 2005 kreeg: hói voor ‘één’, hoí voor ‘twee’ en aibai voor ‘veel’. De MIT-onderzoekers gingen echter nog een stapje verder en vroegen de stamleden ook om terug te tellen door steeds een voorwerp van tafel weg te nemen. Hierbij bleken ze hoí niet voor ‘twee’ te gebruiken, maar voor ‘vijf’ of ‘zes’ en hói niet voor alleen voor ‘één’, maar ook voor ‘twee’, ‘drie’ en ‘vier’. Hoe is dit dan te verklaren?
Een Pirahã-man werkt mee aan een experiment dat de onderzoekers van MIT hebben opgezet om de telwoorden in het Pirahã te onderzoeken. Foto: Edward Gibson
Relatief
Volgens onderzoeker Gibson geeft dit aan dat deze woorden helemaal geen telwoorden zijn, maar eerder relatieve hoeveelheden aangeven. Dit type tel-strategie is volgens hem nog bij geen enkele andere taal gevonden, maar zou goed ook kunnen bestaan bij andere talen waarvan tot nu toe wordt gedacht dat ze alleen ‘één’, ‘twee’ en ‘veel’ gebruiken.
De voorlopige resultaten van het onderzoek geven aan dat tellen geen aangeboren kenmerk is van het menselijk denkvermogen, zoals vaak gedacht wordt. De leden van de Pirahã-stam zouden wel kunnen leren tellen, maar omdat ze het niet nodig hebben in hun cultuur, is dat vermogen nooit ontwikkeld in hun taal.
Zie ook:
- Woordenloos tellen kan niet (Kennislinkartikel)
- Carpe diem in de regenwouden van Brazilië (Kennislinkartikel)
- De grote Pirahã-hoax (Kennislinkartikel)
- In de ban van het Pirahã (Kennislinkartikel)